H3, deeltaak 5 Teksttheater; Dialogen introductie

Kunstvak Drama
3 Havo
Deeltaak 1

Tekstbehandeling : Dialogen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Kunstvak Drama
3 Havo
Deeltaak 1

Tekstbehandeling : Dialogen

Slide 1 - Tekstslide

Voorpagina
Wat is een Dialoog?
A
Een dia die gelogen heeft?
B
Een tekst voor 1 speler
C
Een tekst voor 2 speler
D
Een vervreemdende handeling

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een dialoog
Samenspraak van twee personages, ook gebruikt voor de spreektekst van meerdere personages. Dialogen vormen (afgezien van → monologen) de basis van de →hoofdtekst in een toneelstuk.
(bron: SLO)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eindopdracht 


deeltaak 1

"tekstbehandeling teksttheater"

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

laatste onderdeel: personages
Hoofdstuk 6: het personage (zie tekstreader)


Een personage is de uitbeelding van een persoon in een verhalend of dramatisch kunstwerk zoals een roman, toneelstuk of film. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personage omschrijving
 Wanneer je een scene echt helemaal gaat presenteren kan in de voorbereiding het maken van een personage omschrijving ook helpen. Denk daarbij aan de volgende punten: 

> Bedenk feiten, geheimen, dromen, angsten, innerlijke en uiterlijke kenmerken. 

> Probeer ook eens na te denken welke personages op het eerste gezicht totaal niet bij de tekst passen. Dit kan soms hele interessante en vaak komische uitwerkingen hebben. 

 

 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personages in een dialoog
Er zijn meestal twee personages, die ieder hun eigen karakter hebben. 
> Is de persoon een man, een vrouw, van welke leeftijd, en met welk karakter? Dialogen staan vast, maar het karakter van het personage is in te vullen en aan te vullen door de spelers en de regisseur. Een vervelend iemand kan nog vervelender gemaakt worden dan de tekst al aangeeft bijvoorbeeld.  

 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Wat haal ik uit de tekst?  

Kies een scene en pas daar het volgende schema op toe. Het kan je helpen bij het ontdekken van je personage bij het lezen van een tekst: 

>Lees de tekst (samen) twee keer door 
> Schrijf op wat voor karaktertrekken de beide personages hebben in de tekst 
> De personages zijn meestal tegenspelers van elkaar en kunnen elkaars tegenovergestelde zijn of worden 
> Probeer uit wat je opgeschreven en bedacht hebt 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindpresentatie tekstbehandeling
Kies een tekst uit de onderstaande theaterteksten. 

a. Leer de tekst uit je hoofd. (Help elkaar daarbij. Je moet het straks ook samen presenteren) 

b. Pas daar alle theorie uit de reader op toe (karakter, boodschap, kijk/spreekrichting, stemgebruik, emotie, timing, ritme, stiltes)

c. Maak gebruik van de theatrale middelen (enscenering, spelgegevens, theatervormgeving) 

d. Presenteer je scene voor de klas in de toetsweek (andere dramadocent is aanwezig en komt  samen met mij de scenes beoordelen)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de bedoeling van deze deeltaak?
Jullie gaan aan de slag a.d.h.v. de reader over teksttheater.
(zie It's Learning > deeltaak 5 > bronnen)

Hiermee gaan jullie je verdiepen in de (spel)theorie van teksttheater in de vorm van dialogen. Daarbij gaan jullie ook zelf aan de slag met het schrijven van dialogen.  En uiteraard eindigen we de deze deeltaak met een spelopdracht.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bedoeling, deel 2
Je werkt in tweetallen, die mogen/moeten jullie zelf maken. 

Elke week krijgen jullie een opdracht waar jullie samen mee vooruit kunnen, maar soms moet je eerst individueel je voorbereiden voor je samen aan de slag kan. 

Voor de komende 2 weken ( zie planner op Its learning)  zijn dat: 
Lees de theorie van het boekje door (individueel) en maak samen minstens 2 (schrijf-) opdrachten en/of de lipsync-opdracht. Je mag zelf kiezen in welke volgorde jullie de opdrachten maken. Lees van tevoren goed de opdracht door, voordat je hem samen gaat maken. Hierbij zul je dus een manier moeten bedenken hoe jullie op afstand live kunnen communiceren. Maar dat gaat wel lukken, toch? ;-)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lip Sync Battle voorbeelden
(opdracht 4, blz 10 uit de reader)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies