4H oefentoets deel LVH

4H oefentoets deel LVH
    1 Op welke manier trekt de schrijver de aandacht? (2pt)

A De schrijver beschrijft de voorgeschiedenis.
B De schrijver geeft een aantrekkelijk voorbeeld.
C De schrijver geeft het belang voor het publiek aan
D De schrijver verwijst naar de actualiteit. 



1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

4H oefentoets deel LVH
    1 Op welke manier trekt de schrijver de aandacht? (2pt)

A De schrijver beschrijft de voorgeschiedenis.
B De schrijver geeft een aantrekkelijk voorbeeld.
C De schrijver geeft het belang voor het publiek aan
D De schrijver verwijst naar de actualiteit. 



Slide 1 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
    1 Op welke manier trekt de schrijver de aandacht? (2pt)

A De schrijver beschrijft de voorgeschiedenis.
B De schrijver geeft een aantrekkelijk voorbeeld.
C De schrijver geeft het belang voor het publiek aan
D De schrijver verwijst naar de actualiteit. 



Slide 2 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
   2 Op welke manier wordt het onderwerp van de tekst geïntroduceerd? (2pt)




A Er worden een of meer vragen gesteld.
B Er wordt een mening (standpunt) geformuleerd.
C Er wordt een probleem geschetst. 


Slide 3 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
   2 Op welke manier wordt het onderwerp van de tekst geïntroduceerd? (2pt)




A Er worden een of meer vragen gesteld.
B Er wordt een mening (standpunt) geformuleerd.
C Er wordt een probleem geschetst. 


Slide 4 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
    3 Wat is het onderwerp van de tekst? (2pt)



A interieurfoto’s in de media
B netheid als norm
C slordig leven
D voor- en nadelen van rommel 



Slide 5 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
    3 Wat is het onderwerp van de tekst? (2pt)



A interieurfoto’s in de media
B netheid als norm
C slordig leven
D voor- en nadelen van rommel 



Slide 6 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
       4 Bij welke alinea begint deel 2 Archiveerders en stapelaars? (2pt)




A alinea 3
B alinea 4
C alinea 5
D alinea 6 



Slide 7 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
       4 Bij welke alinea begint deel 2 Archiveerders en stapelaars? (2pt)




A alinea 3
B alinea 4
C alinea 5
D alinea 6 



Slide 8 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
        5 Bij welke alinea begint deel 4 Grip op het leven? (2pt)




A alinea 6
B alinea 7
C alinea 8
D alinea 9 



Slide 9 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
        5 Bij welke alinea begint deel 4 Grip op het leven? (2pt)




A alinea 6
B alinea 7
C alinea 8
D alinea 9 



Slide 10 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
    6 Bij welke alinea begint deel 5 Afspiegeling van de geest? (2pt)




A alinea 8
B alinea 9
C alinea 10
D alinea 11



Slide 11 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
    6 Bij welke alinea begint deel 5 Afspiegeling van de geest? (2pt)




A alinea 8
B alinea 9
C alinea 10
D alinea 11



Slide 12 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
7 Bij welke alinea begint deel 6 Psychische gevolgen? (2pt)



A alinea 10
B alinea 11
C alinea 12
D alinea 13
 

Slide 13 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
7 Bij welke alinea begint deel 6 Psychische gevolgen? (2pt)




A alinea 10
B alinea 11
C alinea 12
D alinea 13
 




Slide 14 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
8 Welk tekstverband wordt er in alinea 3 aangegeven met het signaalwoord hoewel? (2pt) 




Slide 15 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
8 Welk tekstverband wordt er in alinea 3 aangegeven met het signaalwoord hoewel? (2pt) 
Het tekstverband is 'toegevend'. (HK blz. 65)





Slide 16 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
9 Welk tekstverband wordt er in alinea 5 aangegeven met de woorden dan ook? (2pt) 





Slide 17 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
9 Welk tekstverband wordt er in alinea 5 aangegeven met de woorden dan ook? (2pt) 




Het tekstverband dat wordt aangegeven met 'dan ook' is 'concluderend'. 

Slide 18 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
10 Wat is de kernzin van alinea 3? (2pt)

A Hoewel we liever netjes zijn, valt er ook voor een rommelig interieur genoeg te zeggen.
B Tim Harford, columnist bij de Financial Times, beschrijft in zijn boek Messy (2016) de voordelen van een slordig leven.
C Rommelige mensen zouden creatiever zijn en meer voor elkaar krijgen dan nette mensen.
D Bovendien zouden ze makkelijker spullen kunnen weggooien.
E Harford baseert dat laatste onder meer op een onderzoek van AT&T, waarin zogeheten archiveerders en stapelaars tijdens een verhuizing met elkaar zijn vergeleken. 




Slide 19 - Tekstslide

4H oefentoets deel LVH
10 Wat is de kernzin van alinea 3? (2pt)
A Hoewel we liever netjes zijn, valt er ook voor een rommelig interieur genoeg te zeggen.
B Tim Harford, columnist bij de Financial Times, beschrijft in zijn boek Messy (2016) de voordelen van een slordig leven.
C Rommelige mensen zouden creatiever zijn en meer voor elkaar krijgen dan nette mensen.
D Bovendien zouden ze makkelijker spullen kunnen weggooien.
E Harford baseert dat laatste onder meer op een onderzoek van AT&T, waarin zogeheten archiveerders en stapelaars tijdens een verhuizing met elkaar zijn vergeleken. 
9 Welk tekstverband wordt er in alinea 5 aangegeven met de woorden dan ook? (2pt) 




Het tekstverband dat wordt aangegeven met 'dan ook' is 'concluderend'. 

Slide 20 - Tekstslide