In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Herhaling leesvaardigheid HF1 (HF2)
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen in een zakelijke tekst de hoofdgedachte, de inleiding, het middenstuk en het slot herkennen.
Na de les kunnen de leerlingen in hun eigen woorden een korte samenvatting geven, waarbij ze de hoofdgedachte en de belangrijkste deelonderwerpen correct verwoorden.
Slide 2 - Tekstslide
Inhoud
Herhaling
Filmpje
Vragen (oefentoets)
Slide 3 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 4 - Link
Een zakelijke tekst bestaat uit drie delen: (deel 1)
Inleiding:
Onderwerp wordt genoemd.
Mogelijk ook: aanleiding, voorbeeld, anekdote, vraag, mening, hoofdgedachte, deskundige, opbouw van de tekst, of korte samenvatting.
Slide 5 - Tekstslide
Een zakelijke tekst bestaat uit drie delen: (deel 2)
Middenstuk:
Behandelt de deelonderwerpen die met het onderwerp te maken hebben.
Slide 6 - Tekstslide
Een zakelijke tekst bestaat uit drie delen: (deel 3)
Slot:
Mogelijk: hoofdgedachte, advies, conclusie, samenvatting, toekomstverwachting of antwoord op een vraag uit de inleiding.
Slide 7 - Tekstslide
Noteer vier manieren waarop een tekst kan worden ingeleid.
Slide 8 - Open vraag
Wat is het onderwerp van de tekst?
A paniek in het water
B toename verdrinkingen
C zwembaden in dorpen
D zwemmen in open water
timer
3:00
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
paniek in het water
B
toename verdrinkingen
C
zwembaden in dorpen
D
zwemmen in open water
Slide 10 - Quizvraag
Hoe wordt het onderwerp van de tekst in de eerste alinea ingeleid?
A door de hoofdgedachte van de tekst te noemen
B door een belangrijke vraag te stellen
C door een samenvatting van de tekst te geven
D door een voorbeeld bij het onderwerp te noemen
timer
1:00
Slide 11 - Tekstslide
Hoe wordt het onderwerp van de tekst in de eerste alinea ingeleid?
A
door de hoofdgedachte van de tekst te noemen
B
door een belangrijke vraag te stellen
C
door een samenvatting van de tekst te geven
D
door een voorbeeld bij het onderwerp te noemen
Slide 12 - Quizvraag
Wat was voor de schrijver de aanleiding voor het schrijven van de tekst?
timer
3:00
Slide 13 - Tekstslide
Wat was voor de schrijver de aanleiding voor het schrijven van de tekst?
Slide 14 - Open vraag
Welke functie heeft de slotalinea?
timer
1:00
Slide 15 - Tekstslide
Welke functie heeft de slotalinea?
A
Een nieuw onderwerp introduceren
B
Een conclusie trekken
C
Een advies geven
D
Nieuwe deelonderwerpen bespreken
Slide 16 - Quizvraag
Verbanden en signaalwoorden
Hoofdstuk 2 Kennis
Slide 17 - Tekstslide
Wat is een tekstverband?
A
De relaties tussen verschillende delen van een tekst, zoals alinea's of zinnen
B
De manier waarop een tekst wordt opgemaakt en gepresenteerd
C
De titel en tussenkopjes van een tekst
D
Een opsomming van feiten in een tekst
Slide 18 - Quizvraag
"Het was een drukke week op school, daardoor had ik geen tijd om te studeren voor de toets."
Welk tekstverband en signaalwoord herken je in dit stukje tekst?
A
Tegenstellend verband - daardoor
B
Opsommend verband - om
C
Chronologisch verband - om
D
Oorzaak-gevolg verband - daardoor
Slide 19 - Quizvraag
"Indien je de training goed volgt, kun je je prestaties verbeteren."
Welk tekstverband en signaalwoord herken je in dit stukje tekst?
A
"kun je" - oorzaak-gevolg verband
B
"indien" - voorwaardelijk verband
C
"de training" - chronologisch verband
D
"je prestaties" - tegenstellend verband
Slide 20 - Quizvraag
Aankomende data (2024)
22 oktober - inleveren deel een boekverslag
25 oktober - Formatieve toets leesvaardigheid (HF 1&2)
5 november - toets leesvaardigheid (HF 1, 2, 3 en 4)