Bespreking Orpheus en Eurydice vers 25-64

Bespreking Orpheus en Eurydice vers 25-64
Posse pati volui nec me temptasse negabo:               25
vicit Amor. Supera deus hic bene notus in ora est;
an sit et hic, dubito.
Ik heb het willen kunnen dragen en ik zal niet ontkennen
dat ik het geprobeerd heb: Amor heeft overwonnen.
Deze god is goed bekend in de bovenwereld; of hij dat ook
hier is, betwijfel ik.

Orpheus 1
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bespreking Orpheus en Eurydice vers 25-64
Posse pati volui nec me temptasse negabo:               25
vicit Amor. Supera deus hic bene notus in ora est;
an sit et hic, dubito.
Ik heb het willen kunnen dragen en ik zal niet ontkennen
dat ik het geprobeerd heb: Amor heeft overwonnen.
Deze god is goed bekend in de bovenwereld; of hij dat ook
hier is, betwijfel ik.

Orpheus 1

Slide 1 - Tekstslide

Bespreking Orpheus en Eurydice vers 25-64
Sed et hic tamen auguror esse,
famaque si veteris non est mentita rapinae,
vos quoque iunxit Amor.
Maar toch vermoed ik dat hij het ook hier is, en als het
verhaal van de oude roof niet gelogen is, heeft Amor ook
u verbonden.

Orpheus 2

Slide 2 - Tekstslide

Bespreking Orpheus en Eurydice vers 25-64
Per ego haec loca plena timoris,
per Chaos hoc ingens vastique silentia regni, 30
Eurydices, oro, properata retexite fata.
Bij deze plaatsen vol vrees, bij deze geweldige Chaos,
en bij de stilten van het uitgestrekte rijk smeek ik u, maak
de voortijdige lotsbeschikkingen van Eurydice ongedaan!

Orpheus 3

Slide 3 - Tekstslide

Bespreking Orpheus en Eurydice vers 25-64
Omnia debemur vobis, paulumque morati
serius aut citius sedem properamus ad unam.
Tendimus huc omnes, haec est domus ultima, vosque
humani generis longissima regna tenetis. 35
In alles zijn wij voor u bestemd en nadat we een beetje (op aarde) vertoefd hebben, gaan we vroeg of laat [later of sneller] naar (deze) ene plek. Hierheen gaan wij allen, dit is ons laatste huis, en jullie houden de langste
heerschappij over het menselijk geslacht.

Orpheus 4

Slide 4 - Tekstslide

Bespreking Orpheus en Eurydice vers 25-64
Haec quoque, cum iustos matura peregerit annos,
iuris erit vestri: pro munere poscimus usum;
quodsi fata negant veniam pro coniuge, certum est
nolle redire mihi: leto gaudete duorum.'

Ook deze/zij zal, wanneer ze op de juiste leeftijd de haar toekomende jaren voltooid zal hebben, in uw macht zijn: in plaats van een geschenk, vragen wij  het bruikleen. Maar als de lotsbeschikkingen toestemming weigeren voor mijn echtgenote, dan staat het voor mij vast niet te willen terugkeren: verheug u (dan) over de dood van twee.’

Orpheus 5

Slide 5 - Tekstslide

Bespreking Orpheus en Eurydice vers 25-64
Talia dicentem nervosque ad verba moventem 40
exsangues flebant animae: nec Tantalus undam
captavit refugam, stupuitque Ixionis orbis,
nec carpsere iecur volucres, urnisque vacarunt
Belides, inque tuo sedisti, Sisyphe, saxo.
Toen hij dergelijke dingen zei en de snaren bewoog bij zijn woorden, beweenden hem de bloedeloze schimmen: Tantalus probeerde niet het terugwijkend water te pakken, en het rad van
Ixion stond stil van verbazing, en niet vraten de vogels de lever weg, en de Beliden waren vrij van hun urnen, en jij zat op je rots, Sisyphus.

Orpheus 6

Slide 6 - Tekstslide

Bespreking Orpheus en Eurydice vers 25-64
Tunc primum lacrimis victarum carmine fama est 45
Eumenidum maduisse genas, nec regia coniunx
sustinet oranti nec, qui regit ima, negare,
Eurydicenque vocant.
Het verhaal gaat dat toen voor het eerst de wangen van de Eumeniden, overwonnen door zijn lied, nat waren door/van tranen, en noch de koninklijke echtgenote, noch hij die de onderwereld/het onderste regeert, verdragen het de smekende te weigeren, en ze roepen Eurydice.

Orpheus 7

Slide 7 - Tekstslide

Bespreking Orpheus en Eurydice vers 25-64
Umbras erat illa recentes
inter et incessit passu de vulnere tardo.
Zij was temidden van de pas aangekomen schim men en liep
met een pas, traag wegens de wond.


Orpheus 8

Slide 8 - Tekstslide

Bespreking Orpheus en Eurydice vers 25-64
Hanc simul et legem Rhodopeius accipit heros, 50
ne flectat retro sua lumina, donec Avernas
exierit valles; aut inrita dona futura.
De Rhodopeïsche Orpheus ontvangt (met haar) tegelijkertijd
ook deze voorwaarde dat hij zijn blikken niet om mag wenden,
totdat hij de Avernische vallei is uitgegaan; of dat anders het
geschenk voor niets zou zijn.

Orpheus 9

Slide 9 - Tekstslide

Bespreking Orpheus en Eurydice vers 25-64
Carpitur adclivis per muta silentia trames,
arduus, obscurus, caligine densus opaca,
nec procul afuerunt telluris margine summae; 55
Het hellend pad, steil, donker, dicht gehuld in duistere
nevel, wordt in zwijgende stilte[s] voetje voor voetje afgelegd.
En zij waren niet ver van de rand/oppervlakte van de aarde:

Orpheus 10

Slide 10 - Tekstslide

Bespreking Orpheus en Eurydice vers 25-64
hic, ne deficeret, metuens avidusque videndi
flexit amans oculos, et protinus illa relapsa est,
bracchiaque intendens prendique et prendere certans
nil nisi cedentes infelix arripit auras.
hier, bang dat zij het niet zou halen/dat ze de kracht miste en verlangend om (haar) te zien, boog hij vol liefde/beminnend zijn ogen: en meteen gleed zij terug; en terwijl zij haar armen uitstrekte en zich inspande om gepakt te worden en (hem) te pakken, greep de ongelukkige niets tenzij/alleen maar terugwijkende lucht.


Orpheus 12

Slide 11 - Tekstslide

Bespreking Orpheus en Eurydice vers 25-64
Iamque iterum moriens non est de coniuge quicquam 60
questa suo (quid enim nisi se quereretur amatam?)
supremumque 'Vale,' quod iam vix auribus ille
acciperet, dixit revolutaque rursus eodem est.
En reeds wederom stervend heeft zij niet[s] over haar echtgenoot geklaagd - wat had ze immers kunnen klagen, tenzij dat ze bemind was? - en ze zei als laatste/voor de laatste keer ‘Vaarwel’, wat hij met moeite nog met zijn
oren kon opvangen en ze is weer teruggewenteld naar dezelfde plaats.



Orpheus 12

Slide 12 - Tekstslide