les 12 H15 aanpassing groep 2

Les 12 H15
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 12 H15

Slide 1 - Tekstslide

Programma


  • Introductie
  • Examenprogramma, afwijking van hoofdstuk 15
  • Aantal opgaven maken
  • Uitleg theorie
  • Aan de slag
  • Bespreken
  • Slot

Slide 2 - Tekstslide

doel van de les
afronden H15

  • De eigenaar en de aandeelhouder (eenmanszaak tegenover BV, NV)
  • Scheiding tussen leiding en eigendom
  • Onderpand

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we doen van H15?
  • 15.1 (vreemd vermogen en eigen vermogen)
  • 15.2 (aansprakelijkheid, aandeelhouders en leiding, belangentegenstelling)

Slide 5 - Tekstslide

Wat is eigen vermogen?
  • eigen vermogen: geld van jezelf
  • eigena(a)r(en) van onderneming
  • aandeel is het deel van het bedrijf dat van 1 eigenaar is.
  • Sinds VOC bestaan aandelen
  • Nederlandse uitvinding, zeer revolutionair

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Afspraken eigen vermogen
  1. beloning is winst (aandeel in de winst)
  2. wanneer je de beloning krijgt is niet bekend.


Eenmanszaak: alles wat je hebt is eigen vermogen

BV/NV: alleen de aandelen zijn eigen vermogen


Opbouw door: eigen geld, familie, winst, beurs, investeerders, crowd funding

Slide 8 - Tekstslide

vreemd vermogen
  • geld geleend bij anderen (vreemden)
  • afspraak over rente en aflossing,
  • deze afspraak heeft voorrang op uitkering eigen vermogen
  • geen aandeel in de winst

  •  ophalen bij familie, vrienden, banken

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

aan de slag
Klassikaal 15.2, 15.4, 15.6, 15.7


  • luister naar elkaar

Slide 12 - Tekstslide

welke lening biedt meer zekerheid voor de uitlener van het geld?
A.  Geldlening vertrekt op basis van persoonsgegevens (salaris, etc).

B. Geldlening waarbij je naast gegevenscontrole ook aanspraak kan maken op een woning, auto, aandelenportefeuille of een duur schilderij?

Een onderpand of waarborg is een zekerheid in de vorm van geld, goederen of rechten

Slide 13 - Tekstslide

De eenmanszaak
 (50% van alle ondernemingen)
  • Starten: eenmanszaak of BV
  • 1 man/vrouw heeft leiding en is eigenaar.
  • soort eenmanszaak: ZZP'ers
  • 50% van totaal aantal eenmanszaken
  • 1 miljoen zzp'ers (10% beroepsbevolking)
  • geen verplichte werknemersverz.
  • geen recht op WW, ZW, WIA, etc.
  • flexibel, eigen baas maar verdienen doe je vaak minder! (filmpje, ca. 3 min.)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

BV en NV
  • Scheiding tussen kapitaal van onderneming en eigendom (denk aan VOC)
  • onderneming blijft eigenaar kapitaal
  • De leiding van een ondernemer hoeft dus niet de eigenaar te zijn (in loondienst).
  • Voorbeeld: ABN AMRO (CEO) is een werknemer. De werkgever zijn de aandeelhouders.
  • Spanningsvlak: doet de leiding wel wat in het belang van onderneming of eigenaar is of handelt hij uit eigen belang  (ahold)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

wat gebeurt er?
  • leiding van een bedrijf bepaalt dagelijkse gang van zaken
  • informatievoorsprong op de eigenaars
  • eigenaars willen belang leiding laten samenlopen met dat van hen? hoe?
  • controle op bestuur is in praktijk weg >>> kans op fraude


(nu aan de slag met een vragenwedstrijd)

Slide 18 - Tekstslide

een eenmanszaak is een onderneming:
A
die uitsluitend is gefinancierd met eigen vermogen
B
waarin de verschaffer van het eigen vermogen de leiding benoemt
C
waarin geen personeel in dienst is
D
waarin slechts 1 verschaffer van het eigen vermogen is, en deze ook nog eens aansprakelijk is voor de schulden van de zaak

Slide 19 - Quizvraag

Door de risico's die de eigenaar van een eenmanszaak loopt zijn er maar weinig mensen die kiezen voor het starten van een eenmanszaak
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Eenmanszaken kunnen niet over vreemd vermogen beschikken omdat er maar 1 persoon is die aansprakelijk is voor het nakomen van de leningsverplichtingen
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Het voortbestaan van een eenmanszaak is afhankelijk van de eigenaar
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Eenmanszaken zijn altijd kleine ondernemingen
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Bij een BV of een NV
A
zijn de eigenaren de aandeelhouders
B
hoeven de eigenaren geen leiding te geven aan de onderneming
C
benoemen en ontslaan de eigenaren de leiding van de onderneming
D
A, B en C zijn juist

Slide 24 - Quizvraag

Als een eenmanszaak failliet gaat is de eigenaar van de onderneming
A
het geïnvesteerde geld in de onderneming kwijt
B
het geïnvesteerde geld in de onderneming kwijt. Ook wordt hij op zijn privé-vermogen aangesproken

Slide 25 - Quizvraag

Als een BV of NV failliet gaat is de eigenaar van de onderneming
A
het geïnvesteerde geld in de onderneming kwijt
B
het geïnvesteerde geld in de onderneming kwijt. Ook wordt hij op zijn privé-vermogen aangesproken

Slide 26 - Quizvraag

doel van de les (herhaling)

  • De eigenaar en de aandeelhouder (eenmanszaak tegenover BV, NV)
  • Scheiding tussen leiding en eigendom
  • Onderpand

Slide 27 - Tekstslide

slot

wat heb je geleerd?

huiswerk:
neem H 15 door aan de hand van de aantekeningen in de les, bekijk de google drive!






Slide 28 - Tekstslide