Duurzaam leven - les 6

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Duurzaam leven

Les 6

Vandaag

• Herhaling basisstof 3
• Bespreken huiswerk blz. 18 t/m 21
• Aan de slag met de opdrachten in het mapje

Leerdoel: 1. Je kunt de kenmerken van bestrijdingsmiddelen noemen

Chemische bestrijdingsmiddelen

    - pesticiden

    - gewasbeschermingsmiddelen

Nadelen 

1. Ze zijn niet- selectief

2. Er treedt bio- accumulatie op

3. Resistentie (ongevoelig voor het middel) kan optreden

Dia 1 van 6

Waarom zijn pesticiden vaak nodig in een monocultuur?

1. planten in een monocultuur hebben geen chemische afweer
2. plaagdieren hebben veel te eten
3. plaagdieren hebben weinig natuurlijke vijanden
4. planten in een monocultuur hebben geen mechanische afweer

Leerdoel: Je kunt de kenmerken van bestrijdingsmiddelen noemen

Niet - selectief

niet alleen de plaagdieren gaan dood, maar ook de andere organismen.

Bio- accumulatie

bestrijdingsmiddelen hopen zich op in organismen.

Er komt in iedere schakel steeds meer bestrijdingsmiddel in het lichaam t.o.v. biomassa.

Dia 2 van 6

Gifstof die alleen bladluizen doodmaakt

1. Selectieve pesticiden
2. Niet selectieve pesticiden
3. Bio accumulatie
4. Resistentie

Leerdoel: Je kunt de kenmerken van bestrijdingsmiddelen noemen

Resistentie

1. genetische variatie, waardoor de organismen allemaal een andere gevoeligheid hebben voor het bestrijdingsmiddel

2. Deze organismen overleven en planten zich voort

3. Een deel van de  nakomelingen erven de resistentie en overleven ook.

4. Niet- resistente gaan weer dood

5. Na een tijdje alleen nog maar resistente organismen

Dia 3 van 6

Hoe noem je het als een organisme ongevoelig wordt voor pesticiden?

1. Resistentie
2. precisie
3. Successie
4. verzilting

Leerdoel: Je kunt de kenmerken van biologische bestrijdingsmiddelen benoemen

Zonder gif

- Vruchtwisseling (wisselteelt)

+ Niet twee jaar achter elkaar dezelfde gewas op een bepaald stuk grond.

- Natuurlijke vijanden

+ sluipwespen inzetten om vliegen te bestrijden

Lokken

Dia 4 van 6

Een teler heeft last van bladluis op zijn gewas.
Hij zet lieveheersbeestjes in om de bladluizen op te eten.
Dit is een voorbeeld van?

1. Vruchtwisseling
2. Accumulatie
3. Biologische bestrijding
4. Bio industrie

Leerdoel: Je kunt uitleggen hoe je gewassen op een duurzame manier kunt verbouwen

Biologische landbouw

- Geen chemische bestrijdingsmiddelen

- Geen kunstmest (maar groenbemesting)

- Dieren lopen los

- Biologische bestrijdingsmiddelen

- Kleine stukken grond/ vruchtwisseling

Nadelen

Minder opbrengst, dus duurder in de winkel

GROENBEMESTING

planten worden gezaaid en in de late herfst/winter ondergeploegd. Reducenten maken er dan mineralen van.

Dia 5 van 6

Wat hoort niet bij biologische landbouw?

1. Biologische plaagbestrijding
2. Geen kunstmest gebruiken
3. Geen chemische gewasbeschermingsmiddelen
4. Rekening houden met dierenwelzijn

1. In de biologische landbouw komen veel monoculturen voor
2. In de biologische landbouw worden geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt

1. 1 = juist 2= onjuist
2. 1= onjuist 2= juist
3. 1 en 2 zijn beide juist
4. 1 en 2 zijn beide onjuist

Leerdoel: Je kunt vormen van landbouw beschrijven waarbij minder stoffen aan het milieu worden onttrokken of toegevoegd

Kringlooplandbouw

Eindproducten en grondstoffen worden hergebruikt

Precisielandbouw

Met speciale meetapparatuur bepalen wat de gewassen nodig hebben, voorbeeld meststoffen of bestrijdingsmiddelen

Verticale landbouw

Verbouwen van planten in de 

hoogte. Minder oppervlakte nodig en minder transport omdat het vlak bij de stad wordt 

toegepast.

Dia 5 van 5

biologische landbouw

kringlooplandbouw

precisie landbouw

verticale landbouw

vruchtwisseling

hergebruik grondstoffen

meetapparatuur

neemt weinig ruimte in

Aan de slag!

Maak nu de opdrachten van bladzijde  22 t/m 24

Let goed op, wat je wel en niet moet maken!

Maandag volgt controle!

Blauw = alleen KB

Oranje = alleen BB

Zwart = voor iedereen