Rusland vragen

Rusland
formatieve toets
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rusland
formatieve toets

Slide 1 - Tekstslide

kapitalisten zijn voor
A
Gelijkheid tussen de mensen
B
planeconomie
C
vrijmarkt economie
D
alle producten eigendom van de staat

Slide 2 - Quizvraag

bolsjewieken zijn niet voor
A
Gelijkheid tussen de mensen
B
planeconomie
C
vrijmarkt economie
D
alle producten eigendom van de staat

Slide 3 - Quizvraag

februari revolutie, wat hoort er niet bij
A
was een spontane opstand
B
Lenin
C
Kerenski
D
Tsaar werd afgezet

Slide 4 - Quizvraag

oktoberrevolutie, wat hoort er bij
A
was een spontane opstand
B
Lenin
C
Kerenski
D
Tsaar werd afgezet

Slide 5 - Quizvraag

Lenin had een belangrijke zin, Arbeiders aan de macht.
Hoe kwamen de arbeiders aan de macht tijdens de februarie revolutie?

Slide 6 - Open vraag

Lenin had een belangrijke zin, Arbeiders aan de macht.
Hoe kwamen de arbeiders aan de macht tijdens de oktoberrevolutie?

Slide 7 - Open vraag

Kwamen de arbeiders aan de macht?

Slide 8 - Open vraag

gelaagde samenleving





Omschrijf welke lagen je hier ziet.

Slide 9 - Tekstslide

Zie de afbeelding in de vorige dia. gelaagde samenleving- Omschrijf welke lagen je hier ziet.

Slide 10 - Open vraag

In welke landen was er sprake van industralisatie in 1850?

Dit hoofdstuk gaat over Rusland. Was daar sprake van industralisatie?


Vergelijk de twee afbeeldingen. Wat valt je op als je aan industralisatie en de benodigdheden denkt?

Slide 11 - Tekstslide

Raspoetin, welke zin is juist
A
Was iemand van adel die macht op de tsaar kon uitoefenen
B
Was de leider van de Bolsjewieken
C
Was een dokter die zorgde voor de kroonprins
D
Had veel aantrekkingskracht op de bevolking.

Slide 12 - Quizvraag

Wat gebeurde er in 1905
A
De eerste wereldoorlog
B
De oorlog met Japan
C
De oorlog met Duitsland
D
Bloedige zaterdag

Slide 13 - Quizvraag

Doema is...
A
volksvertegenwoordiging
B
groep edelmannen
C
raad van arbeiders
D
ander woord voor leger

Slide 14 - Quizvraag

Constitutioneel is staat met...
A
met president
B
met koning
C
met volksvertegenwoordiging
D
met grondwet

Slide 15 - Quizvraag

Na bloedige zondag kwam er niet....
A
Kwam er een einde aan het absolutisme van de Tsaar.
B
Een grondwet
C
kwamen de marxisten aan de macht
D
Een volksvertegenwoordiging

Slide 16 - Quizvraag

Wie is deze persoon?
A
Lenin
B
Raspoetin
C
Tsaar Nicholaas II
D
Kerenski

Slide 17 - Quizvraag

Marxisten zijn:

Slide 18 - Open vraag

vragen film

Slide 19 - Tekstslide

De eerste wereldoorlog begon in...
A
1905
B
1914
C
1917
D
1918

Slide 20 - Quizvraag

De eerste revolutie begon in
A
februari 1905
B
oktober 1905
C
februari 1917
D
oktober 1917

Slide 21 - Quizvraag

De bolswieken willen niet
A
meer sociale wetten, bijv werkloosheidsuitkering
B
Bedrijven eigendom van de staat
C
Meer gelijkheid
D
Wereldrevolutie

Slide 22 - Quizvraag

Wanneer kwam Lenin aan de macht
A
Na bloedige zondag
B
Na de eerste wereldoorlog
C
Na de februari revolutie
D
Na de oktober revolutie

Slide 23 - Quizvraag

a.Waarom hielpen de Duitsers Lenin naar Rusland toe?
b. Waarom verzegeld en is het gelukt?

Slide 24 - Open vraag

Wat was het grootste verschil tussen de Bolsjewieken en de Mensjewieken.

Slide 25 - Open vraag

film industrialisatie

Slide 26 - Tekstslide

Waardoor kon de landbouw verbeteren?
A
Goed weer
B
beter mest
C
Meer mensen dus meer arbeiders
D
Beteren technieken

Slide 27 - Quizvraag

industralisatie

Slide 28 - Woordweb

Hoe was de situatie van de arbeiders tijdens de industralisatie?
A
Goed voldoende werk en lekker dicht bij het werk wonen.
B
Slecht, veel werk maar slecht betaald en gevaarlijk

Slide 29 - Quizvraag

Welk land was eerder met de industralisatie?
A
Belgie
B
Engeland
C
Nederland
D
Verenigde Staten

Slide 30 - Quizvraag

Waarom zou het logischer zijn dat Rusland eerder een betere Industralisatie had?

Slide 31 - Open vraag

Wat heb je niet nodig voor industrie?
A
Grondstoffen
B
Arbeiders
C
Kapitaal
D
Heel veel ruimte

Slide 32 - Quizvraag

Wie hoorde er tot de tweede stand
A
Geestelijkheid
B
Adel
C
Burgers
D
Boeren

Slide 33 - Quizvraag

Wat was de reden dat Rusland niet zoveel Industrie had (als west Europese landen).
A
Ze hadden niet genoeg arbeiders
B
Ze hadden niet genoeg grondstoffen
C
De tsaar en edelen stonden er niet achter.
D
Er was niet genoeg kapitaal.

Slide 34 - Quizvraag

Een ander woord voor Tsaar is...

Slide 35 - Open vraag

Bij een Autocratie
A
Is een man aan de macht.
B
Zijn twee mensen aan de macht.
C
Is een groep mensen aan de macht
D
Ligt de macht bij het volk

Slide 36 - Quizvraag

Socialistisch (socialisme) heeft te maken met...
A
Vrijheid
B
Gelijkheid
C
Broederschap
D
Geld

Slide 37 - Quizvraag

Op welke drie pijlers rusten de macht van de Tsaar?

Slide 38 - Open vraag

Van wie hadden de absolute koningen hun macht gekregen?

Slide 39 - Open vraag

klaar?!?   Je kunt de toets inleveren
Je bent klaar je kunt de toets inleveren

Slide 40 - Tekstslide