Sterk of zwak?

WELKOM BIJ NEDERLANDS
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 31 min

Onderdelen in deze les

WELKOM BIJ NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

Lees in je leesboek
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

PROGRAMMA
1 Uitleg hoofdletters (5 min)
2 Opdracht (5 min)
3 Uitleg leestekens (5 min)
4 Opdracht (5 min)
5 Aan het werk

Slide 3 - Tekstslide

DOEL


WE WETEN WAT HET VERSCHIL IS TUSSEN STERKE EN ZWAKKE WERKWOORDEN.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een sterk en zwak werkwoord?

Slide 5 - Woordweb

STERK WERKWOORD

verandert van klank

loop - liep
word - werd
zwem - zwom
klim - klom

Slide 6 - Tekstslide

ZWAK WERKWOORD

verandert niet van klank

fiets - fietste
verander - veranderde
voetbal - voetbalde

Slide 7 - Tekstslide

Is het werkwoord sterk of zwak?
sterk
zwak
ademen
draaien
drijven
lopen
rijden
schreeuwen
fietsen
zwemmen

Slide 8 - Sleepvraag

AAN HET WERK 
T11/T12

Hiernaast zie je de opdrachten die je moet maken. Dit staat ook in je planner (Somtoday).

We sluiten straks af met een vraag.

Slide 9 - Tekstslide

AAN HET WERK 
BK11

Hiernaast zie je de opdrachten die je moet maken. Dit staat ook in je planner (Somtoday).

We sluiten straks af met een vraag.

Slide 10 - Tekstslide

Is het werkwoord sterk of zwak?
sterk
zwak
spelen
reizen
worden
zingen
schrijven
fietsen
klappen
kijken

Slide 11 - Sleepvraag

TOT DE VOLGENDE KEER!

Slide 12 - Tekstslide