rekenen omtrek en oppervlakte

Oppervlakte en Omtrek
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oppervlakte en Omtrek

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte?
Wat is de
omtrek?
A
oppervlakte: 35 omtrek: 70
B
oppervlakte: 300 omtrek: 70
C
oppervlakte: 60 omtrek: 35
D
oppervlakte: 70 omtrek: 300

Slide 2 - Quizvraag

Oppervlakte

Slide 3 - Woordweb

Omtrek

Slide 4 - Woordweb

Doelen

Herhalen wat omtrek en oppervlakte is
Jullie kunnen de omtrek en oppervlakte berekenen en gaan hiermee oefenen.

Oppervlakte van figuren uitrekenen met behulp van een formule.

Slide 5 - Tekstslide

Omtrek en oppervlakte
Omtrek
  • als je ergens omheen gaat.
  • lengte + breedte + lengte + breedte

Oppervlakte (altijd in vierkante ...)
  • als je ergens op gaat.
  • lengte x breedte

Slide 6 - Tekstslide

wat is oppervlakte?
A
ik trek een touwtje om een veld en dat is oppervlakte
B
Ik moet weten hoeveel er in kan
C
ik doe de lengte x de breedte en dat is oppervlakte

Slide 7 - Quizvraag

Oppervlakte =
A
l x b
B
2 x l x b
C
2 x l + 2 x b
D
l + b

Slide 8 - Quizvraag

omtrek=
A
L x B + L + B
B
L x B
C
L + B x 1
D
L + B + L + B

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de omtrek?
A
24
B
30
C
6
D
18

Slide 10 - Quizvraag

Oppervlakte
Omtrek

Slide 11 - Sleepvraag

Bereken de oppervlakte en de omtrek.

Slide 12 - Open vraag

Opdrachten maken
Bladzijde 42 t/m 51
Opdracht 17 t/m 27

Slide 13 - Tekstslide

timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide