Rekenen les 12

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 8

Hoe bereken je de omtrek?

Hoe bereken je de oppervlakte?

Omtrek en oppervlakte

Omtrek

• als je ergens omheen gaat.
• lengte + breedte + lengte + breedte

Oppervlakte (altijd in vierkante ...)

• als je ergens op gaat.
• lengte x breedte

Doelen

Herhalen wat omtrek en oppervlakte is.

Jullie kunnen de omtrek en oppervlakte berekenen en gaan hiermee oefenen.

Wat is de
omtrek
van dit figuur?

1. 20 cm
2. 15 cm
3. 25 cm
4. 18 cm

Wat is de omtrek
van dit figuur?

1. 12 cm
2. 5 cm
3. 15 cm
4. 10 cm

Wat is de oppervlakte van de zolderkamer?

1. 2 m²
2. 8 m²
3. 30 m²
4. 42 m²

Wat is de oppervlakte?

1. 40 cm²
2. 6 cm
3. 4 cm²
4. 14 cm²

Wat is de omtrek
van dit figuur?

1. 14 cm
2. 20 cm
3. 12 cm
4. 29 cm

Wat is de omtrek?

Wat
is de
oppervlakte?

1. 35
2. 300
3. 60
4. 70

Wat is de oppervlakte van de hele verdieping?

1. 2 m²
2. 8 m²
3. 30 m²
4. 42 m²

Hoe bereken je de oppervlakte?

Pak je wisbordje!

De groottes van een oppervlakte

Waar staat de 2 voor?

Aan het werk met les 12!

Klaar? Lever je schrift in voorin in de klas.

En haal bij juf Marit een vragenlijst op, deze vul je serieus in.