Hoofdstuk 2 - Ecologie (herhaling)
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat zijn Producenten?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacteriën
Slide 4 - Quizvraag
Wie is de producent
A
Pissebed
B
Kat
C
Kastanjeboom
D
Egel
Slide 5 - Quizvraag
Wie is of zijn hier de
consument(en)
consument(en)
A
radijs
B
radijs en konijn
C
konijn
D
konijn en uil
Slide 6 - Quizvraag
Je ziet hier een voedselketen.
Is deze voedselketen juist weergegeven?
Is deze voedselketen juist weergegeven?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen
Slide 8 - Quizvraag
Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen
Slide 9 - Quizvraag
Wat klopt er niet aan dit voedselweb? (2 dingen noemen)
Slide 10 - Open vraag
Biomassa is het :
A
Gewicht van alle vloeibare stoffen in het lichaam
B
Gewicht van alle vaste stoffen in het lichaam, zonder water
Slide 11 - Quizvraag
Waarom heeft piramide van biomassa altijd een piramide vorm
A
Er zijn meer predatoren
B
Er zijn altijd meer producenten
C
Er gaat per schakel energie verloren
Slide 12 - Quizvraag
De 'piramide' hiernaast is een piramide van...
A
Aantallen
B
Biomassa / energie
C
Dat kan je niet zeggen
D
Zowel aantallen als biomassa
Slide 13 - Quizvraag
Wie zijn reducenten
A
Planten en dieren
B
Dieren en schimmels
C
Schimmels en Planten
D
Bacteriën en Schimmels
Slide 14 - Quizvraag
Wat neemt de plant op in de stikstofkringloop?
A
Nitriet
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een biotische factor?
A
Een rivier
B
Een heuvel van een berg
C
Een aantal roofdieren
D
Een koude luchtstroom
Slide 16 - Quizvraag
Wat is geen biotische factor?
A
insecten
B
boom
C
ziekteverwerker
D
water
Slide 17 - Quizvraag
Een biotoop is
A
Een groep organismen die tot dezelfde soort behoren
B
Een rij organismen die van elkaar leven
C
Gebied waar de leefomstandigheden het beste zijn
D
Een aantal voedselketens die met elkaar verbonden zijn
Slide 18 - Quizvraag
Een populatie is....
A
een groep organismen van hetzelfde soort.
B
groep organismen van verschillende soorten in een bepaald gebied.
C
een groep organismen van hetzelfde soort in een begrensd gebied.
D
een individu van één soort.
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een biologische evenwicht?
A
Emotioneel stabiele dieren
B
Ongeveer evenveel sterfte als geboorte binnen een populatie
C
Goede biotische en abiotische waarden
Slide 20 - Quizvraag
in een optimumkromme geef je weer:
A
de hoeveelheid baby guppy's in de populatie
B
De temperatuur van de populatie
C
de groei- en voortplantingskansen van een populatie
D
De gemiddelde leeftijd in een populatie.
Slide 21 - Quizvraag
Welk dier is een teenganger?
A
Sneeuwpanter
B
Grizzlybeer
C
Bonobo aap
D
Geen van allen
Slide 22 - Quizvraag
De egel uit de
afbeelding is een
topganger.
afbeelding is een
topganger.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Is de giraffe een zoolganger, een teenganger of een topganger?
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger
Slide 24 - Quizvraag
Is de hond een zoolganger, een teenganger of een topganger?
A
Zoolganger
B
Topganger
C
Teenganger
Slide 25 - Quizvraag
Klimplanten klimmen tegen andere planten op. Door welke biotische factor wordt dit gedreven?
A
Water
B
Licht
C
Temperatuur
D
Wind
Slide 26 - Quizvraag
Deze plant groeit voordat de bomen bladeren krijgen. Zo krijgen ze voldoende licht.
A
Klimplant
B
Voorjaarsbloeier
C
Planten met wortelrozet
Slide 27 - Quizvraag
Is dit een zonplant of schaduwplant?
A
Zonplant, want grote bladeren.
B
Zonplant, want veel gaten.
C
Schaduwplant, want grote bladeren.
D
Schaduwplant, want veel gaten.
Slide 28 - Quizvraag
Is een voorjaarsbloeier een zonplant of schaduwplant?
A
Zonplant
B
Schaduwplant
