17/10 H2 H3 woordenschat omschrijving en voorbeeld l1mh
Diataal
Google:
diataal diatoets leerling inloggen
Inloggen met gegevens strookje
Fior... = gebruikersnaam - letters = wachtwoord
15 minuten!
timer
15:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Diataal
Google:
diataal diatoets leerling inloggen
Inloggen met gegevens strookje
Fior... = gebruikersnaam - letters = wachtwoord
15 minuten!
timer
15:00
Slide 1 - Tekstslide
Stoplicht tijdens de les
In stilte werken, je mag geen vragen stellen --> je bent stil!
Je werkt in stilte en mag vragen aan de docent stellen --> je bent stil, tenzij je een vraag voor de docent hebt.
Je mag vragen aan de docent stellen, overleggen over de opdracht of samenwerken als de docent zegt dat je de opdracht samen mag maken --> het praten gaat met een fluisterstemen gaat over het werk.
Slide 2 - Tekstslide
Testcorrect
Inloggen met Entree:
School e-mail
Slide 3 - Tekstslide
Woordenschat
H2 +H3
Slide 4 - Tekstslide
Planning
Lezen
Instructie/quiz
Werken
Afsluiten
Slide 5 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het einde van deze les:
ken je drie woordraadstrategieën
kun je uitleggen hoe je verschillende woordraadstrategieën moet gebruiken
kun je omschrijvingen en voorbeelden herkennen en benoemen in een tekst
kun je bij het lezen van een tekst de betekenis van lastige woorden achterhalen door woordraadstrategieën te gebruiken
Slide 6 - Tekstslide
Schrijf drie dingen op die je van de vorige les onthouden hebt.
Slide 7 - Woordweb
Woordraadstrategie
Een woordraadstrategie is een handige manier om achter de betekenis van een woord te komen:
synoniem
omschrijving
voorbeeld
tegenstelling
bekend woorddeel
Bekijk de afbeelding
Slide 8 - Tekstslide
Woord-raad-strategie
Woord: groep van spraakklanken met een eigen betekenis
Raad: op goed geluk (het juiste) antwoord geven op een vraag; gissen
Strategie: plan van handelen
Slide 9 - Tekstslide
Woordraadstrategie synoniem
Zoek naar een synoniem: een ander woord met dezelfde betekenis.
Exact - Precies
vreemde snuiter - rare snijboon - zonderling
Vaak vind je als je even verder leest in de tekst een synoniem voor een moeilijk woord dat je niet weet.
Slide 10 - Tekstslide
Omschrijving zoeken
Denk aan 30 seconds:
- Je geeft een omschrijving van een woord, zonder het woord te zeggen.
Slide 11 - Tekstslide
De context gebruiken
De 'context' zijn de woorden of zinnen rondom het nieuwe woord.
De context helpt je te raden wat het woord betekent.
Soms staat er eerder of verderop in de tekst een synoniem (vorig hoofdstuk) of een omschrijving. Door een stukje verder en terug te lezen, kan je soms dus de betekenis van een woord achterhalen.
Slide 12 - Tekstslide
Woordraadstrategie omschrijving:
De schrijver geeft een omschrijving (definitie) van het woord.
Mijn oma is geholpen aan staar, een aandoening waarbij de lens is vertroebeld.
Bij het vakantiehuis van de beroemde zanger lagen paparazzi op de loer.Deze opschandalen beluste, heel opdringerige persfotografenhoopten op een bijzondere foto.
Slide 13 - Tekstslide
Woordraadstrategie omschrijving:
Omschrijving: geeft een omschrijving van de betekenis van een woord. Zo'n omschrijving vind je ook in het woordenboek.
Definitie: een heel nauwkeurige omschrijving van de betekenis van een woord. In leerboeken vind je vaak definities.
Slide 14 - Tekstslide
Wat het verschil tussen een synoniem en een omschrijving?
Slide 15 - Open vraag
Woordraadstrategie: een voorbeeld zoeken:
Soms staan er in een tekst voorbeelden om onbekende woorden uit te leggen. Je weet dan meteen wat de schrijver bedoelt.
Bij een voorbeeld vind je vaak de volgende woorden: bijvoorbeeld, zo is er..., zoals, denk maar aan..., neem
Ook een dubbele punt kan aangeven dat er voorbeelden volgen: 'zij houden van balsporten: voetbal, volleybal, korfbal.'
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Werk voor deze les + huiswerk:
Leren voor de toets:
- in stilte
- met pen en papier: flitskaartjes maken / begrippenlijst maken
Wat niet af is = huiswerk
Klaar = lezen
Stel de volgende les vragen over fouten die je niet begreep!
timer
15:00
Slide 18 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het einde van deze les:
ken je drie woordraadstrategieën
kun je uitleggen hoe je verschillende woordraadstrategieën moet gebruiken
kun je bij voorbeelden herkennen en uitleggen welke woordraadstrategie je in moet zetten
kun je bij het lezen van een tekst de betekenis van lastige woorden achterhalen door woordraadstrategieën te gebruiken
Slide 19 - Tekstslide
Ik ken drie woordraadstrategieën en kan uitleggen hoe je verschillende woordraadstrategieën moet gebruiken.
😒🙁😐🙂😃
Slide 20 - Poll
Reflectie: Wat ging bij jou goed tijdens deze les? Wat kan nog iets beter?
Slide 21 - Open vraag
Feedback Wat vond je fijn/goed aan deze les? Wat zou je liever anders zien?