H4.1 Krachten - Les 2 - Opgaven 16 t/m 18 en 20 t/m 23

H4.1 Krachten - Les 2
Hoe meet je en kracht?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H4.1 Krachten - Les 2
Hoe meet je en kracht?

Slide 1 - Tekstslide

16-1. Een krachtmeter met een groot meetbereik heeft een sterke veer.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

16-2. Op een krachtmeter lees je de kracht af in kg.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

16-3. Een weegschaal is een krachtmeter.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

16-4. Je leest een krachtmeter op ooghoogte af.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

16-5. Tijdens het aflezen mag de krachtmeter niet bewegen.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

16-6. De kracht op de veer is groter dan de zwaartekracht van het voorwerp dat aan de krachtmeter hangt.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

17. Mark onderzoek de uitrekking van een veer.

a. Hoeveel metingen deed Mark?
A
5
B
6

Slide 8 - Quizvraag

17. Mark onderzoek de uitrekking van een veer.

b. Wat heeft Mark steeds veranderd?
A
kracht
B
uitrekking

Slide 9 - Quizvraag

17. Mark onderzoek de uitrekking van een veer.

c. Wat heeft Mark steeds gemeten?
A
kracht
B
uitrekking

Slide 10 - Quizvraag

18. Met de gegevens uit de tabel tekent Mark een grafiek.

Sommige punten liggen niet precies op de lijn. Wat kan daarvan een reden zijn?
A
geen nauwkeurige meting
B
niet op ooghoogte aflezen
C
bewegen tijdens aflezen
D
Zowel A, B en C.

Slide 11 - Quizvraag

Kunnen krachten samenwerken?

Slide 12 - Tekstslide

20. Er werken twee krachten op het vliegtuig.
a. Het toestel weegt 200.000 kg.
Bereken de zwaartekracht op het vliegtuig in N.

Slide 13 - Open vraag

20. Er werken twee krachten op het vliegtuig. De zwaartekracht = 2.000.000 N.
b. Hoe groot is de liftkracht als het vliegtuig op dezelfde hoogte blijft vliegen?

Slide 14 - Open vraag

20. Er werken twee krachten op het vliegtuig. De zwaartekracht = 2.000.000 N.
De liftkracht = 2.000.000 N.
c. Hoe groot is de nettokracht in verticale richting?

Slide 15 - Open vraag

20. Er werken twee krachten op het vliegtuig. De zwaartekracht = 2.000.000 N.
De liftkracht = 2.000.000 N.
c. Bedenk een goede krachtenschaal.

Slide 16 - Open vraag

21. Als je fietst, werken er verschillende krachten tegen. De luchtwrijving met een kracht van 50 N en de rolwrijving op elk wiel is 10 N.
a. Hoe groot zijn alle tegenwerkende krachten samen?

Slide 17 - Open vraag

21. Als je fietst, werken er verschillende krachten tegen. Alle tegenwerkende krachten zijn samen 70 N. De fietser verandert zijn snelheid niet.
b. Hoe groot moet nu de aandrijfkracht zijn?

Slide 18 - Open vraag

22. Er werken verschillende krachten op de auto. De massa van de auto is 1200 kg, de motorkracht is 1000 N, de luchtwrijving is 680 N en de rolwrijving is samen 240 N.
a. Hoe groot is de zwaartekracht op de auto?

Slide 19 - Open vraag

22. Er werken verschillende krachten op de auto. De zwaartekracht van de auto is 1200 N.
b. De auto staat op vier wielen. Hoe groot is de normaalkracht per wiel?

Slide 20 - Open vraag

22. Er werken verschillende krachten op de auto. De massa van de auto is 1200 kg, de motorkracht is 1000 N, de luchtwrijving is 680 N en de rolwrijving is samen 240 N.
c. Bereken de nettokracht in verticale richting.

Slide 21 - Open vraag

22. Er werken verschillende krachten op de auto. De massa van de auto is 1200 kg, de motorkracht is 1000 N, de luchtwrijving is 680 N en de rolwrijving is samen 240 N.
d. Wat is het gevolg van de nettokracht in vericale richting?

Slide 22 - Open vraag

23. Er werken drie krachten in horizontale richting. De zwaartekracht is 12.000 N, de motorkracht is 1000 N, de luchtwrijving is 680 N en de rolwrijving is samen 240 N. De normaalkracht is 12.000 N.

a. Noem de krachten die in horizontale richting werken.

Slide 23 - Open vraag

23. Er werken drie krachten in horizontale richting. De zwaartekracht is 12.000 N, de motorkracht is 1000 N, de luchtwrijving is 680 N en de rolwrijving is samen 240 N. De normaalkracht is 12.000 N.

b. Bereken de nettokracht die in horizontale richting werkt.

Slide 24 - Open vraag

23. Er werken drie krachten in horizontale richting. De zwaartekracht is 12.000 N, de motorkracht is 1000 N, de luchtwrijving is 680 N en de rolwrijving is samen 240 N. De normaalkracht is 12.000 N.

c. Wat is het gevolg van de nettokracht die in horizontale richting werkt?

Slide 25 - Open vraag

De uitleg bij de vragen helpt mij om de leerstof beter te begrijpen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ik wil graag extra uitleg over ......
Soorten krachten
Krachten tekenen
Krachten meten
Krachten die samenwerken
Anders, nl. .....

Slide 27 - Poll