Revalidatiezorg

Revalidatie
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Revalidatie

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij revalidatie?

Slide 2 - Woordweb

Revalideren doe je alleen in een revalidatiecentrum
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Revalidatie kan op elke leeftijd
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Wat zou je rol als IG er kunnen zijn bij mensen die revalideren?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Lesinhoud
- Doel van revalidatie
- Waar vindt revalidatie plaats?
- Verschillende soorten revalidatie
- Betrokken disciplines bij revalidatie
- Fasen in revalidatie

Slide 8 - Tekstslide

Revalidatiebehandeling
- Kan zeer intensief en langdurig zijn
Afhankelijk van meerdere factoren.

Revalidatie:
De zorgvrager leren omgaan met zijn/haar beperking of ziekte.
Doel is zoveel mogelijk eigen regie geven

Slide 9 - Tekstslide

Wat zouden factoren kunnen zijn dat een revalidatieperiode langzamer verloopt?

Slide 10 - Open vraag

Waarom zal revalidatie een intensief proces zijn, denk je?

Slide 11 - Open vraag

De revalidatiebehandeling
Er wordt gestreefd naar:
- Optimaal herstel,
- Zelfredzaamheid,
- Deelname aan de maatschappij.

Klinische en poliklinische revalidatie

Slide 12 - Tekstslide

Klinische revalidatie is...
A
De zorgvrager verblijft in een revalidatiecentrum
B
De zorgvrager komt dagelijks naar een revalidatiecentrum

Slide 13 - Quizvraag

Poliklinische revalidatie is...
A
De zorgvrager verblijft in een revalidatiecentrum
B
De zorgvrager komt dagelijks naar een revalidatiecentrum

Slide 14 - Quizvraag

De revalidatiebehandeling
Dus...
- bij klinische revalidatie is een zorgvrager 24 uur intramuraal
en bij poliklinische revalidatie slaapt de zorgvrager thuis.

Poliklinisch: bij chronische pijn, klachten aan het bewegingsapparaat.
Klinisch: veel therapieën volgen, specifieke therapie of sterk afhankelijk van zorg.

Slide 15 - Tekstslide

Verschillende soorten revalidatie
3 hoofdgroepen revalidatie:
- Neurologische aandoeningen --> CVA, dwarslaesie, Parkinson
- Niet neurologische aandoeningen --> amputatie, reuma, hartrevalidatie, been letsel, chronische pijn
- Geriatrische revalidatie --> in een verpleeghuis, ouder wordende mens (65+), oudere kwetsbare doelgroep

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wat roept het filmpje bij je op?

Slide 18 - Woordweb

Benoem disciplines die betrokken zijn in de revalidatiezorg

Slide 19 - Woordweb

Betrokken disciplines bij revalidatie
ergo                               huisarts                                     geriater
fysio                              thuiszorg                                   
haptonoom                apotheek 
orthopedagoog       maatschappelijk werker
psycholoog                logopedist
psychiater                  specialist schoenmaker
revalidatiearts          diëtist

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Fasen in revalidatie 
Verloop is voor ieder persoon verschillend

3 fasen:
- Het assessment
- De behandeling
- De monitoring/controle

Slide 22 - Tekstslide

Fasen in revalidatie - het assessment
Het assessment:
- gericht opstellen van behandelplan
- gesprek
- revalidatiearts bekijkt mogelijkheden, evt. aanvullend onderzoek
- indeling van beperkingen

Slide 23 - Tekstslide

Fasen in revalidatie - het assessment

- behandelplan opstellen a.d.h.v. domeinen
- doelen worden opgesteld 
--> rol van de disciplines
- welke therapieën en op welk moment
- regelmatig besprekingen i.v.m. voortgang

Slide 24 - Tekstslide

Fasen in revalidatie - de behandeling
- Verschillende therapieën die op elkaar zijn afgestemd.
- Zowel individueel als in groepsverband
- Participatie in de samenleving!

Verschillende vormen van behandeling:
- Poliklinisch
- Opname
- Korte adviesbehandeling

Slide 25 - Tekstslide

Fasen in revalidatie - monitoring
- de laatste fase van revalidatie
- gewerkt aan terugkeer naar huis
- hulpmiddelen worden ingezet
- na paar weken controle/ evaluatiemoment

Slide 26 - Tekstslide

Wat zijn niet- neurologische aandoeningen?
Mogelijke oorzaak:
- noodlottig ongeval

Doelgroep is zeer variërend. 



Slide 27 - Tekstslide

Wat zouden niet neurologische aandoeningen kunnen zijn?

Slide 28 - Woordweb

Wat zijn niet- neurologische aandoeningen?

'' Er is sprake van een niet neurologische aandoening waarvan de oorzaak van de aandoening of beperking zich niet in de hersenen bevindt, maar elders in het lichaam''.

Slide 29 - Tekstslide

Begeleiding bij niet- neurologische aandoeningen
- Per aandoening moet je je als zorgverlener verdiepen in het ziekteproces.
- Bij amputatie is er geestelijk en lichamelijk sprake van een ingrijpende gebeurtenis. Zie filmpje fantoompijn.
- Bij hart- en longrevalidatie is de revalidatie gericht op herstel en opbouw van de conditie
- Bij brandwondenrevalidatie is het van belang dat je vanaf de start juist handelt --> contracturen, decubitus, spitsvoeten.

Verschillende speerpunten bij soorten van revalidatie.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Rouw en emoties in het revalidatieproces
- Cliënt moet zich aanpassen aan de nieuwe situatie
- Kan proces van rouw doormaken


Competenties van een MZ'er?

Slide 33 - Tekstslide

Welke competenties moet een verpleegkundige volgens jou beheersen?

Slide 34 - Woordweb