HEG les 6 angststoornis en ADHD

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

herhalen psychose en schizofrenie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Piet heeft het idee dat hij op straat achtervolgt wordt. Ook is hij ervan overtuigd dat iedereen over hem praat. Piet heeft last van een
A
Waan
B
Hallucinatie
C
weet ik niet

Slide 4 - Quizvraag

Waan:
Wanen  stoornis in het denken
Achtervolging of jaloezie
Een waan is een denkbeeld of overtuiging die niet op de werkelijkheid berust, maar waar een persoon heilig in gelooft. Ook als er genoeg bewijs is voor het tegendeel houdt de persoon vast aan zijn overtuiging. Zij hebben dan geen besef meer van de realiteit. Voorbeelden daarvan zijn de achtervolgingswaan of de jaloersheidswaan.
Hallucinatie
Hallucinaties zijn zintuiglijke waarnemingen van dingen die er in werkelijkheid niet zijn. De zintuiglijke waarneming is verstoord. Mensen ruiken, horen, zien, proeven of voelen dingen, zonder dat er hier een reden voor is. Tijdens een psychose worden vaak stemmen gehoord of ziet men een verschijning
Wat is een oorzaak van een psychose
A
erfelijkheid
B
drugs gebruik
C
traumatische ervaring
D
A+B+C zij alle drie juist

Slide 5 - Quizvraag

Iedereen heeft wel eens psychotische ervaringen, bijvoorbeeld het idee dat mensen over je praten, terwijl dat niet zo is. Maar sommige mensen hebben een hogere gevoeligheid om een echte psychose te krijgen. Dat komt dan vooral door erfelijke aanleg in combinatie met andere factoren.
Deze andere factoren kunnen bijvoorbeeld zijn:
- Het gebruik van drugs: mensen met psychose gebruiken meer alcohol en drugs en roken meer dan de gemiddelde Nederlander
- Een moeilijke, vermoeiende periode;
- Een hele stressvolle gebeurtenis, een traumatische ervaring;
- Een psychose kan ook horen bij een psychiatrische ziekte, zoals een ernstige depressie, schizofrenie of een bipolaire stoornis.

Iemand met schizofrenie is meestal therapie trouw
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

niet waar: door de wisseling van rustige periode en periode met psychose kan het lastig worden om medicatie in te blijven nemen.
hoe meer psychose hoe heftiger deze worden
angst en angststoonissen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

angst
autonoom zenuwstelsel

Slide 8 - Tekstslide

Normaal:
Angst is een gevoel dat verband houdt met naderend onheil en gevaar ( plaatje van de poema)
Dit gaat via het autonoom zenuwstelsel
. Autonoom zenuwstelsel is het gedeelte van je lichaam wat helemaal zelf de dingen regelt: je hoeft niet na te denken dat je hartslag omhoog moet als je weg moet rennen voor gevaar en ook niet dat je sneller moet gaan ademen.

Welk gedeelte van het autonoom zenuwstelsel wordt geactiveerd bij angst?
A
parasympatisch
B
sympatisch
C
weet ik niet

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaan bevat voornamelijk parasympatische receptoren?
A
bloedvaten
B
bijnieren
C
darmen
D
weet ik niet

Slide 10 - Quizvraag

Parasympatisch:
darmen, blaas, speeksel klieren
Welk orgaan bevat voornamelijk sympatische receptoren?
A
speekselklieren
B
maag
C
bloedvaten
D
weet ik niet

Slide 11 - Quizvraag

Sympatische:
dit heeft tot gevolg: verhoogde hartslag, verhoogde ademhaling, verhoogde bloeddruk, verhoogde spierspanning.
Er wordt adrenaline aangemaakt en cortisol
Angst kan ook voelen als onrust en spanning

angststoornis

Slide 12 - Tekstslide

Normaal:
Angst is een gevoel dat verband houdt met naderend onheil en gevaar ( plaatje van de poema)
Angst kan ook voelen als onrust en spanning
Angst stoornis: (plaatje van kitten)
Angst die niet samen gaat met een reëel gevaar of onverwachte gebeurtenis of angst die langer aanhoud dan normaal.
Je voelt hetzelfde als bij een normale angst
Belangrijk is de oorzaak te behandelen en niet alleen de symptomen
De hoge hartslag en bloeddruk en snelle ademhaling Dit alles kan er ook voor zorgen dat je bevriest, verstijfd.
Het kan voelen “alsof je dood gaat”

Mevrouw A piekert de hele dag door, is snel geïrriteerd en heeft slaapproblemen. Welke angst stoornis is dit?
A
OCS
B
PTSS
C
gegeneraliseerd angsstoornis
D
fobie

Slide 13 - Quizvraag

Wat weten de studenten nog over dit onderwerp?
(is aan bod gekomen bij pijn en pammetjes)
Er is angst en bezorgdheid
Klachten zijn licht maar voortdurend aanwezig
Piekeren, prikkelbaarheid, slaap- en concentratiestoornis,
Iedereen piekert wel eens, wanneer het invloed heeft op je dagelijks functioneren dan wordt het een stoornis
Bijvoorbeeld: overspannenheid of iemand maakt zich continu zorgen over de gezondheid, familie, toekomst.

Meneer B krijgt het soms opeens benauwd hij heeft dan ook hartkloppingen en wordt duizelig.
Van welke angststoornis heeft hij last?
A
ocs
B
paniek stoornis
C
gegeneraliseerd angsstoornis
D
fobie

Slide 14 - Quizvraag

Wat weten de studenten nog over dit onderwerp?
(is aan bod gekomen bij pijn en pammetjes)
Paniekstoornis zijn paniekaanvallen
Dit is heftige angst,: ademnood, duizeligheid, misselijkheid, hartkloppingen, pijn op de borst, buikklachten, tintelingen in handen en voeten
 angst voor verschillende zaken
Soms krijgt iemand een paniek aanval in bepaalde situaties of op bepaalde plaatsen
Hyperventilatie is een vorm van paniekstoornis

Mevrouw C klopt, voordat ze de deur uitgaat, drie keer op de deurpost. Van welke angststoornis heeft ze last?
A
PTSS
B
fobie
C
paniekstoornis
D
OCS

Slide 15 - Quizvraag

Wat weten de studenten nog over dit onderwerp?
(is aan bod gekomen bij pijn en pammetjes)
Obsessief-compulsieve stoornis OCS
Bij OCS is er sprake van
Dwanghandelingen ( compulsies) en/ of
Dwang gedachten (obsessies)
Voorbeeld: smetvrees. De patient moet alles schoonmaken ook al is het niet vies, ook moet de patient de handen wassen nadat hij iets aangeraakt heeft wat niet door hemzelf is schoongemaakt.
Dwanggedachten: gedachten die steeds maar weer terugkomen
OCS belemmert de patiënt in zijn dagelijkse leven.

wat is PTSS

Slide 16 - Open vraag

PTSS: Posttraumatische stressstoornis
Het steeds opnieuw herbeleven van zeer ingrijpende traumatische gebeurtenis
Het herbeleven kan uitgelokt worden door een geluid of een geur en kan dus ook elk moment gebeuren
Hulp bij het verwerken is het belangrijkste
Er is via hersenscans aangetoond dat bij mensen met PTSS andere delen van het brein actief zijn wanneer een gebeurtenis opnieuw beleefd wordt, het komt dus niet alleen uit het stuk van de hersenen die een rol spelen bij het onthouden, alle delen van de hersenen doen mee, dus ook bijvoorbeeld de zintuigen , dit zorgt ervoor dat de herbeleving levens echt is

Slide 17 - Tekstslide

hier zie je links een afbeelding van een gezond brein wanneer iemand terugdenkt aan een gebeurtenis, 
aan de rechterkant staat een brein van iemand met PTSS, je ziet daarbij dat de alle delen van de hersenen mee doen, dus niet alleen beelden maar ook geur, geluiden, gevoel. 
Na verloop van tijd slijt het gevoel dat je had bij een gebeurtenis bij PTSS slijt dit gevoel niet maar is nog even heftig als toen het gebeurde
ADHD
  • Aandachtstekortstoornis
  • Kort concentreren op taak
  • Impulsen volgen
  • Hyperactiviteit
  • Erfelijk
  • Afwijking in stoffen in de hersenen die signalen doorgeven




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

risico factoren krijgen ADHD
  • Erfelijkheid
  • vroeggeboorte
  • hoge bloeddruk tijdens zwangerschap
  • alcohol en/of roken  tijdens zwangerschap

  • omgevingsfactoren zoals opvoeding en onderwijs kunnen geen ADHD voorkomen
  • Ze kunnen wel de gevolgen beïnvloeden

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen???

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 9






Volgende week:
Herhalen hele blok


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies