Saldo bevolkingsgroei (kan zowel positief als negatief zijn)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Bevolkingsontwikkeling
+ geboorten
- sterften
+ immigratie
- emigratie
Saldo bevolkingsgroei (kan zowel positief als negatief zijn)
Slide 1 - Tekstslide
geboortecijfer: aantal levengeborenen per 1000 inwoners van de bevolking
sterftecijfer: aantal sterfgevallen per 1000 inwoners van de bevolking
zuigelingensterfte: het aantal levendgeborenen dat overleden is in het eerste jaar na de geboorte, per 1000 inwoners van de bevolking
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Fase 1
- Hoge geboorte- en sterftecijfers
- kind is 'economic asset'
- hoge zuigelingensterfte
- lage levensverwachting
Slide 4 - Tekstslide
fase 2
- daling sterftecijfer door:
betere voeding
betere gezondheidszorg
verbeterde hygiene
aanleg riolering
Slide 5 - Tekstslide
fase 3
- sterke daling geboortecijfer door ontkerkelijking en
anticonceptie
- daling sterftecijfer stagneert
Slide 6 - Tekstslide
fase 4
- Laag geboorteniveau:
verandere positie vrouw
geboortebeperking
- daling sterftecijfer--> vergrijzing
Slide 7 - Tekstslide
Fase 5
- zeer laag geboortecijfer
- sterftecijfer neemt toe
Slide 8 - Tekstslide
Uit de vorm van een bevolkingsdiagram kun je de kenmerken van de leeftijdsopbouw aflezen.
Diagram A heeft de vorm van een piramie. Kenmerk is hoog geboortecijfer. (Fase 1 & 2 van het dem. transitiemodel
Slide 9 - Tekstslide
Diagram B heeft een granaatvorm. Alle groepen zijn ongeveer even groot. Kenmerkend voor rijke landen met lage geboortecijfers. (Fase 4 dem. transitiemodel)
Slide 10 - Tekstslide
Diagram C heeft de vorm van een urn. De omvang van de jongste groepen is kleiner dan van de middengroepen. Geboortecijfer daalt, vaak is er een sterfteoverschot. (Fase 4 & 5 dem. transitiemodel)
Slide 11 - Tekstslide
bevolkingsdiagrammen
Slide 12 - Tekstslide
Let op: het demografisch transitiemodel is bedacht voor de groei in de rijke Europese landen de afgelopen 200 jaar. In Afrika, Azië en Latijns Amerika is de overgang pas net begonnen. Zij hebben de demografische transitie veel sneller doorlopen.