Modal Verbs

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 3

Modal Verbs

kunnen, moeten en mogen

Leerdoelen

Lesdoel:

Ik kan de verschillende modals herkennen en kan de juiste toepassen in een opdracht.

Which Modal Verbs
(kunnen, moeten, mogen)
do you already know?

Welke modals zijn er?

1. can, could & be able to

2. should, have to, must, ought to

3. may, might, be allowed to

Can, could, to be able to, to be allowed to

• Can: kunnen, mogen
• Could: zou kunnen, zou mogen, verleden tijd van can
• To be able to: kunnen, in staat zijn om - kan in alle tijden gebruikt worden
• To be allowed to: mogen, kan in alle tijden gebruikt worden (toestemming krijgen) 

I ___ swim very well.

1. can
2. am able to
3. be able to

She ___ do the impossible.

1. is able to
2. am able to
3. are able to
4. be able to

I ___ come to your party tonight.

1. can
2. am able to
3. is able to
4. are able to

He ___ do that yesterday.

1. was not able to
2. were not able to
3. could not able to

Must, have to, should

1. Should (not) + hele werkwoord als jij vindt dat iets (niet) zou moeten. Je geeft advies of raadt iets af.

2. must (not) + hele werkwoord iets moet of is noodzakelijk maar vaak formeel. het wordt vaak gebruikt bij regels, wetten of bevelen. 

3. has to / have to + hele werkwoord : geeft aan dat het noodzakelijk is maar vaak informeel. Jet moet iet doen van je ouders bijvoorbeeld of school. 

4. don't have to / doesn't have to + hele werkwoord iets hoeft niet, het is geen verplichting.

I think you ___ study a lot for tests.

1. should
2. have to

You ___ do your homework or you'll get a punishment.

1. must
2. have to
3. should

There are plenty tomatoes in the fridge, you.... buy any.

1. must not
2. should not
3. don't have to

It's a hospital. You ... smoke.

1. must not
2. don't have to
3. should not

May vs might

1. may / might + hele werkwoord om toestemming te vragen of zeggen dat iets niet is toegestaan. 'may' is mogen en 'might' is zou mogen.

2. May / Might + Hele werkwoord kunnen ook gebruikt worden om te zeggen dat iets mogelijk gaat gebeuren. Hierbij is might minder waarschijnlijk of hypotetisch

be allowed to

1. be allowed to + hele werkwoord om te zeggen dat iets (niet) is toegestaan volgens de regels.

... I ask you a question sir?

1. may
2. might
3. am I allowed to

.... you smoke in the school?

1. may
2. might
3. are you allowed to

you ... (not) drive faster than 30km/h.

1. may not
2. might not
3. are not allowed to

Exercise

Choose between:

must (not) / have to / has to / do not have to / does not have to

Type only the modals

Sam __ wear a uniform at school.

You __ go to the supermarket. I'll do it.

You __ swim in this part of the river. It is very dangerous.

Exercise

Rewrite the sentence using the given words

You are not allowed to talk during the test. (must not)

It isn't necessary to bring food. (do not have to)

I am obliged to finish this letter before midday. (have to)

Ik kan de verschillende modals herkennen en kan de juiste toepassen in een opdracht.

Yes, easy, peasy, lemon squeezy.

een beetje, ik moet nog wel even goed de studybox doornemen

HELP! ik snap het echt niet. wil opdrachten boek samen maken

Do ex. 

3,4,5,6 lesson 5 unit 3

done:

work on task