Basisstof 6 - Dieren- skelet

Ordenen
BASISSTOF 6
DIEREN
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Ordenen
BASISSTOF 6
DIEREN

Slide 1 - Tekstslide

DEZE LES
Korte herhaling basisstof 5: planten

Instructie basisstof 6

Huiswerk/maakwerk

Slide 2 - Tekstslide

Het rijk van de planten 
Indelen in  2 groepen (stammen).


Slide 3 - Tekstslide

Sporenplanten
Zaadplanten
Planten

Slide 4 - Tekstslide

Zaadplanten
De meeste planten die je kent zijn zaadplanten. Alle zaadplanten hebben bloemen. In de bloemen ontstaan zaden. Uit een zaad kan een nieuwe plant groeien.

Slide 5 - Tekstslide

Mossen

Voortplanting:


Mosplantjes vormen sporendoosjes die (ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
haarmos

Slide 6 - Tekstslide

Varens
Voortplanting:

Varens vormen sporenhoopjes aan de onderzijde van de bladeren.

Een sporenhoopje is een verzameling sporendoosjes bij elkaar.
De sporen zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
Mannetjesvaren

Slide 7 - Tekstslide

3.6 Dieren

Slide 8 - Tekstslide

Een rol bij de indeling
- Uitwendig skelet -> buitenkant
- Inwendig skelet -> binnenkant
- Geen skelet

Slide 9 - Tekstslide

Dieren zonder skelet

Slide 10 - Tekstslide

Uitwendig skelet
inwendig skelet

Slide 11 - Tekstslide

Uitwendig skelet

Slide 12 - Tekstslide

Inwendig skelet

Slide 13 - Tekstslide

Functie van het skelet
Het skelet heeft 4 taken:
  1. stevigheid
  2. vorm
  3. kwetsbare organen beschermen
  4. Beweging mogelijk maken
 


Slide 14 - Tekstslide

wervelkolom 
wervels
heiligbeen
staartbeen

Slide 15 - Tekstslide

Ongewervelden = hebben geen wervelkolom 


Maar kunnen wel een ander skelet hebben, bijvoorbeeld een schelp, huisje of pantser.

Slide 16 - Tekstslide

Wervelkolom
Dieren met een wervelkolom noem je gewervelde dieren

Zijn wij ook gewervelde dieren?

Slide 17 - Tekstslide

Ongewervelde dieren

Slide 18 - Tekstslide

Dit zijn dus?
A
Gewervelden
B
Ongewervelden

Slide 19 - Quizvraag

gewervelden
  1. Vissen
  2. Amfibieën
  3. Reptielen
  4. Vogels
  5. Zoogdieren

Slide 20 - Tekstslide

gewervelde dieren

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 23 - Quizvraag


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 24 - Quizvraag


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 25 - Quizvraag


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 26 - Quizvraag

Een mossel heeft een:
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet
D
Weet ik niet

Slide 27 - Quizvraag

Dit dier heeft...
A
Een inwendig skelet
B
Een uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 28 - Quizvraag

11. Van welk rijtje dieren horen ALLE dieren tot de gewervelden?
A
Zee-egel, leeuw, goudvis
B
Worm, adder, ijsvogel
C
Pinguïn, kikker, haai
D
Pad, aap, kreeft

Slide 29 - Quizvraag

Dieren zonder wervelkolom noem je ongewervelde dieren
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Welke dier(en) behoren tot de groep ongewervelde dieren?
A
Schildpad
B
goudvis
C
regenworm
D
slak

Slide 31 - Quizvraag

Je ziet op dit plaatje twee ongewervelde dieren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Vandaag
Werkbladen ordenen uitdelen, in mapje doen en en invullen

Afmaken t/m basisstof 6 (denk ook aan de test jezelf).

Toets thema ordenen: woensdag 1 februari
Leren 3.1 t/m 3.8

3.9 en 3.10 = bonus of extra





Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide