Bs 3.3_3.4 - Ordening Planten en Dieren

Indelen van Dieren
Indelen van Planten  
 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Indelen van Dieren
Indelen van Planten  
 

Slide 1 - Tekstslide

Het rijk van de dieren

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Zijn dat dieren?
Wat denken jullie?

Slide 5 - Tekstslide

Naar wat voor eigenschappen kan je kijken als je het dierenrijk in stammen wil ordenen?

Slide 6 - Woordweb


Eencellig?

 Meercellig?
Stap een: Aantal cellen
Stap twee:

Slide 7 - Tekstslide

Symmetrie

Het rijk van de dieren wordt onderverdeeld in stammen. Daarvoor wordt gekeken naar de symmetrie van een organisme en of het organisme een skelet heeft.

Een dier kan:
- niet-symmetrisch zijn 
of
- symmetrisch zijn (tweezijdig of veelzijdig)

Slide 8 - Tekstslide

Symmetrie
Als een dier symmetrisch is kan het tweezijdig, veelzijdig. 

  • Tweezijdig: kan met 1 lijn in 2 dezelfde helften worden gesplitst
  • Veelzijdig: je kan op meerdere manieren met een lijn twee gelijke helften krijgen
tweezijdig

Slide 9 - Tekstslide



Niet symmetrisch?        sponzen

Wel symmetrisch?
Stap twee: organen/symetrie 
Stap drie:

Slide 10 - Tekstslide


Veelzijdig symmetrisch

Meervoudig/tweezijdig symmetrisch
Stap drie: symmetrie
Holtedieren
Stap vier

Slide 11 - Tekstslide

Oermond (verrijking):
Tijdens de embryologische ontwikkeling.
Er vormt zich een opening
Deze opening kan of de anus of de mond  worden in het uiteindelijke 'beestje'.

Slide 12 - Tekstslide

Oermond wordt anus: 
Stekelhuidigen
Gewervelden
Oermond wordt mond:
Geleedpotigen
weekdieren
wormen
Stap vier: oermond

Slide 13 - Tekstslide

Skelet
Kan uitwendig zijn (buitenkant) is dan een EXOSKELET.
Exoskelet kan van kalk (bv slakkenhuis) of chitine (bij insecten) zijn. 
Kan inwendig zijn (binnenkant) is dan een ENDOSKELET (zoals wij hebben)

Slide 14 - Tekstslide

Exoskelet

Slide 15 - Tekstslide

Oermond wordt anus:
Stekelhuidigen
----uitwendig skelet
Gewervelden ---- inwendig skelet
Oermond wordt mond:
Geleedpotigen - uitwendig skelet chitine
weekdieren - uitwendig skelet van kalk
wormen - geen skelet
Stap vijf: skelet

Slide 16 - Tekstslide

Sponzen               Geleedpotigen                Weekdieren                                            Gewervelden   
                Holtedieren                 Wormen                                 Stekelhuidigen 

Slide 17 - Tekstslide

Het Rijk der Planten

Slide 18 - Tekstslide

3

Slide 19 - Video

01:09-01:11
SPORENPLANTEN

Slide 20 - Tekstslide

01:25-01:27
WIEREN

Slide 21 - Tekstslide

01:52-01:54
ZAADPLANTEN

Slide 22 - Tekstslide

Welke 3 woorden zag je in het filmpje langskomen?

Slide 23 - Open vraag

Ordening Plantenrijk
We verdelen het rijk der planten in 3 afdelingen:
Wieren
Sporenplanten
Zaadplanten

Slide 24 - Tekstslide

Stam: 
Sporenplanten
Mossen:
Mossen zijn kleine plantjes, ze groeien in groepen bij elkaar.
Geen echte wortels geen vaatbundels. 
Varens:
Varens herken je aan hun grote bladeren. 
De bladrand is vaak ingesneden. 
Zo lijkt één blad uit allemaal kleine blaadjes te bestaan.
Ze hebben wortels en vaatbundels
Paardenstaarten: Holle stengels, kleine blaadjes

Slide 25 - Tekstslide

Mossen

Voortplanting:


Mosplantjes vormen sporendoosjes die 
(ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, 
dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.

Slide 26 - Tekstslide

Varens
Voortplanting:

Varens vormen sporendoosjes aan de onderzijde van de bladeren.

De sporen zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
Mannetjesvaren

Slide 27 - Tekstslide

wieren
leven vooral in water 
algen
stam:groenwieren
hebben bladgroenkorrels
geen wortel, geen stengel

Slide 28 - Tekstslide

Paardenstaarten
 Ze hebben holle stengels en kleine bladeren
 Sporen groeien in sporenvormende organen aan het uiteinde van de stengel.

Slide 29 - Tekstslide

Stam: Zaadplanten
Zaadplanten planten zich voort door zaden. Uit een zaad kan een nieuw plantje groeien.
Zaadplanten hebben bloemen, in de bloem kan een zaad ontstaan.

Voorbeelden van zaadplanten zijn bijvoorbeeld gras, struiken, bomen en planten zoals in de afbeelding.

Slide 30 - Tekstslide

in het klokhuis
In de bloem ontstaat het zaad.
Als je een appel eet, vind je het zaad in het klokhuis.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Wieren
Zaadplanten
Sporeplanten

Slide 34 - Sleepvraag

Aan het werk: Afmaken B. 4
Bassistof 4 af? .....    Begin zelfstandig aan basisstof 5

Slide 35 - Tekstslide