Paragraaf 7.5

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Oplossing en ontwikkeling: staten en staatsvorming

Paragraaf 7.5

Na deze les weet je ...

• ... hoe staten zijn gevormd.
• ... welke kenmerken een staat heeft.
• ... wat soevereiniteit inhoudt en waaruit het bestaat.
• ... hoe het proces van staatsvorming verloopt.
• ... wat het non-interventiebeginsel inhoudt. 

Aanleiding

In vroegere perioden werkten burgers en vorsten steeds meer samen. Zo produceerden boeren voedsel en zorgden vorsten voor veiligheid. 

Vorsten willen echter deze instituties uitbreiden om verzekerd te blijven van inkomsten en een leger. Daarvoor moest belasting worden geheven.

Staten

Een staat heeft een aantal kenmerken:

1. Een staat heeft een groep mensen;
2. Een staat heeft een eigen grondgebied;
3. Een staat heeft een geweldsmonopolie en belastingmonopolie.

Staat

Een staat is het bestuur van een samenleving en heeft soevereine macht.

Soevereiniteit houdt in dat ze de hoogste onafhankelijke macht is en geen verantwoording hoeft af te leggen aan anderen.

Soevereiniteit

Soevereiniteit is verdeeld in externe en interne soevereiniteit.

Externe soevereiniteit = het gezag van de staat wordt erkend door andere staten.

Interne soevereiniteit = de inwoners van het land erkennen het gezag van de staat.

Staatsvorming

De institutionalisering van politieke macht tot een staat.

Gebrek aan samenwerking

Behoefte aan politieke instituties

Creëren van staten

Staatsvorming

Veranderingen

Door het proces van staatsvorming zijn er een aantal zaken veranderd op het gebied van politieke macht:

• Depersonalisering (macht is minder gekoppeld aan personen)
• Formalisering (politieke macht is inmiddels formeel vastgelegd)
• Integratie (de omvang van de politieke macht is gegroeid)

Non-interventiebeginsel

De afspraak dat gelijkwaardige landen zich niet met elkaars interne zaken bemoeien.