V3 Naamvallen K2 1, 3 en 4 persoonlijk voornaamwoorden

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

S. 152

Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je ' das Fahrrad' vervangen?
A
er
B
sie
C
es
D

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je 'Sonja' vervangen?
A
er
B
sie
C
es

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je ' der Junge' vervangen?
A
er
B
sie
C
es
D

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk vnw

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk vnw

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geen voorzetsels?
Geen probleem!!! 
>>> Zinsdeel vervangen door:
hij = 1e                Sie hat der Tochter eine Puppe geschenkt.
aan hem = 3e  Die Mutter hat ihr ein Puppe geschenkt.
hem = 4e           Die Mutter hat sie der Tochter geschenkt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ich kaufe für …….. (hem) ein T-Shirt
A
er
B
ihm
C
ihn

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Willst du heute Abend mit ..... (mij) essen?
A
ich
B
mir
C
mich

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Das ist mein Vater. Kennst du ...... (hem)?
A
er
B
ihm
C
ihn

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Der Krankenwagen ist nach ..... (u) unterwegs.
A
Sie
B
Ihr
C
Ihnen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Ohne ..... (jou) kann ich nicht leben!
A
du
B
dir
C
dich

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Viel Erfolg

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies