Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Oefenen met ww devoir
oefenen met ww devoir p.37
-présent
-passé composé
-imparfait
-futur
- il faut
verder oefenen met verbuga.eu
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
oefenen met ww devoir p.37
-présent
-passé composé
-imparfait
-futur
- il faut
verder oefenen met verbuga.eu
Slide 1 - Tekstslide
devoir (on, imp)
A
on deviez
B
on devoirait
C
on a dû
D
on devait
Slide 2 - Quizvraag
devoir (elles, futur)
A
elles doivent
B
elles doivront
C
elles devront
D
elles devrent
Slide 3 - Quizvraag
devoir (vous, p.c)
A
vous avons dû
B
vous avez devu
C
vous avez dû
D
vous deviez
Slide 4 - Quizvraag
devoir (tu, p)
A
tu devais
B
tu devait
C
tu dois
D
tu as dû
Slide 5 - Quizvraag
devoir (ils, imp)
A
ils devoiraient
B
ils devait
C
ils ont dû
D
ils devaient
Slide 6 - Quizvraag
devoir (nous, p.c)
A
nous avons dû
B
nous sommes dûs
C
vous avez dû
D
nous devions
Slide 7 - Quizvraag
devoir (ils, p)
A
ils doit
B
ils devent
C
il doient
D
ils doivent
Slide 8 - Quizvraag
Vertaal: jij zult moeten
Slide 9 - Open vraag
Vertaal: jij hebt gemoeten
Slide 10 - Open vraag
Vertaal: wij moeten
Slide 11 - Open vraag
Vertaal: wij moesten
Slide 12 - Open vraag
Il faut betekent:
A
jij moet
B
wij moeten
C
jullie moeten
Slide 13 - Quizvraag
Vertaal op twee manieren:
Jij moet leren.
Slide 14 - Open vraag
devoir (on, imp)
A
on deviez
B
on devoirait
C
on a dû
D
on devait
Slide 15 - Quizvraag
devoir (elles, futur)
A
elles doivent
B
elles doivront
C
elles devront
D
elles devrent
Slide 16 - Quizvraag
devoir (vous, p.c)
A
vous avons dû
B
vous avez devu
C
vous avez dû
D
vous deviez
Slide 17 - Quizvraag
devoir (tu, p)
A
tu devais
B
tu devait
C
tu dois
D
tu as dû
Slide 18 - Quizvraag
devoir (ils, imp)
A
ils devoiraient
B
ils devait
C
ils ont dû
D
ils devaient
Slide 19 - Quizvraag
devoir (nous, p.c)
A
nous avons dû
B
nous sommes dûs
C
vous avez dû
D
nous devions
Slide 20 - Quizvraag
devoir (ils, p)
A
ils doit
B
ils devent
C
il doient
D
ils doivent
Slide 21 - Quizvraag
Vertaal: jij zult moeten
Slide 22 - Open vraag
Vertaal: jij hebt gemoeten
Slide 23 - Open vraag
Vertaal: wij moeten
Slide 24 - Open vraag
Vertaal: wij moesten
Slide 25 - Open vraag
Il faut betekent:
A
jij moet
B
wij moeten
C
jullie moeten
Slide 26 - Quizvraag
Vertaal op twee manieren:
Jij moet leren.
Slide 27 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Oefenen met ww devoir
Januari 2024
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Klas 3 - LS - Unité 4 - oefenen met ww devoir, partir, sortir
April 2024
- Les met
48 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Oefenen met écrire en devoir
Oktober 2021
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Le lundi 22 janvier (H3c-s04)
Januari 2024
- Les met
13 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3a lundi 22 janvier 2024
Januari 2024
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Le lundi 23 janvier (H3c-s04)
Januari 2023
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3ha - Unité 3 - 18 feb 2021
Februari 2021
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Maatwerk Havo2 (s06)
Februari 2023
- Les met
41 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2