H2 herhaling verrijking

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 2

Rekenen met munten

welke notatie is goed?
Dertien euro

1. €13,00
2. €0,13
3. €13,0

welke notatie is goed?
honderdenvijf euro

1. €0,105
2. €150,-
3. €100,05
4. €105,00

welke notatie is goed?
achtenzestig euro

1. €68,0
2. €68,-
3. €00,68
4. €8,60

Vul het juiste bedrag in
Vul het juiste bedrag in.

Vul het juiste bedrag in
Vul het juiste bedrag in.

Je moet € 4,10 betalen.
Je geeft de kassamedewerker € 5,-.
De kassamedewerker vraagt er € 0,10 bij.
Wat krijg je terug?

1. € 1,10
2. € 1,-
3. € 0,10
4. € 0,90

Je moet € 8,20 betalen.
Je geeft de kassamedewerker € 10,-.
De kassamedewerker vraagt er € 0,20 bij.
Wat krijg je terug?

1. € 1,-
2. € 2,-
3. € 2,20
4. € 1,80

Wat is het totaalbedrag?

Wat is het totaalbedrag?

reken uit

Hoeveel kost een bosje tulpen?

schrijf het op of onthoud het.

Wat kost het bosje tulpen?

Reken uit

Hoeveel kost de knuffel?

schrijf het op of onthoud het.

Hoeveel kost de knuffel?

1. €14,20
2. €14,80
3. €15,20
4. €15,-

Hans koopt gereedschap in de bouwmarkt. Een zaag kost € 19,50. Een schuurmachine kost
€ 32,50.

1. €50,- is genoeg
2. €50,- is niet genoeg

Joost wil twee paar schoenen kopen. De schoenen kosten € 26,- per paar.

1. €50,- is genoeg
2. €50,- is niet genoeg

Maarten koopt postzegels voor zijn kerstkaarten. Hij gaat 50 kerstkaarten versturen. De postzegels kosten € 9,00 per 10 stuks.

1. €50,- is genoeg
2. €50,- is niet genoeg

Koen gaat boodschappen doen. Bij de bakker moet hij € 12,70 betalen. Bij de supermarkt moet hij € 20,40 betalen. Bij de slager moet hij € 16,80 betalen.

1. €50,- is genoeg
2. €50,- is niet genoeg

negen euro en twintig cent

1. €9,29
2. €9,20
3. €9.20
4. €2,90

Wat moet er nog bij?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat moet er nog bij?

1. 
2. 
3. 
4. 

Hoe denk je dat je de les gemaakt hebt?

😒🙁😐🙂😃