30/09 Lezen + oefentoets werkwoordspelling

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Belangrijke zaken
  • Eerste toetsweek is in week 41 (begint 11-10)
  • Lesson up (klassencode GZKWA)
  • Elke les boek mee


Vorige: 
  • Leesvaardigheid h1 "Contact", h1 werkwoordspelling (gebiedende wijs + herhaling), grammatica zinsdelen (voorzetselvoorwerp).
  • Grammatica voorzetselvoorwerp
  • Werkwoordspelling
  • woordenschat

Vandaag
  • Eerst 15 min lezen uit je boek
  • Deeltoets werkwoordspelling
  • Nabespreken oefentoetsen
  • Nieuws kijken (woordenschat)
  • Nieuwsquiz ?
  • Muziekquiz
  • (ik kon helaas geen voetbalquiz vinden op Kahoot. Als iemand er 1 wil maken, spelen we die morgen.

Let op: Zorg dat je elke les je boek bij je hebt.

Slide 2 - Tekstslide

Lezen (15 minuten)
  • Ga lekker zitten, pak je boek en begin in je verhaal. 
  • Vind je je boek toch niet leuk? Probeer dan zsm een nieuw boek te vinden.
  • Na de herfstvakantie (24 okt) heb je 'm uit.

timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Aan de slag voor jezelf             (10 min)
  • Maak nu de oefentoets werkwoordspelling h1. Je mag je boek gebruiken. 
  • Klaar? Begin met het maken van een samenvatting van de stof van alles dat je moet leren voor de toets. Deze samenvatting is huiswerk voor de volgende les en is minimaal 1 a4.

Morgen
  • Neem je leesboek mee
  • Spelling
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Grammatica woordsoorten en zinsdelen
Oefentoetsen nakijken.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Link

Ik heb ze van Madelon geleend.

het persoonlijk voornaamwoord is / de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
ik
B
ze
C
Madelon
D
ik / ze

Slide 8 - Quizvraag

Het is hun geheim.

Deze zin heeft een bezittelijk voornaamwoord
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het bezittelijke voornaamwoord?

Heb je je telefoon opgeladen?
A
de eerste je
B
de tweede je

Slide 10 - Quizvraag

'Jullie' kan een persoonlijk en een bezittelijk voornaamwoord zijn
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag