03-02-2022

Donderdag 1 februari 
Burgerschap 
Rekenen 
Pauze
Lezen
Nederlands 
Pauze
Vaktheorie 
LOB: activiteit Anita
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Donderdag 1 februari 
Burgerschap 
Rekenen 
Pauze
Lezen
Nederlands 
Pauze
Vaktheorie 
LOB: activiteit Anita

Slide 1 - Tekstslide

Burgerschap
Thema 4

Les 3 Arbeidsovereenkomst
Blz. 136

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je leren?

  • Je leert wat er in een arbeidsovereenkomst staat.
  • Je leert welke regels er gelden voor ontslag.
  • Je leert wat het verschil is tussen nettoloon en brutoloon.

Slide 3 - Tekstslide

Arbeidovereenkomst
Arbeidsovereenkomst = een document waarin de afspraken tussen een werknemer en een werkgever staan.

 
Arbeidsvoorwaarden = de afspraken tussen een werknemer en een werkgever.

Slide 4 - Tekstslide

Bepaalde of onbepaalde tijd
  • Een arbeidsovereenkomst die tijdelijk is noem je een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
 
  • Een vast contract (dus zonder einddatum) is een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Slide 5 - Tekstslide

Welke afspraken staan er zoal in een arbeidsovereenkomst?

Slide 6 - Tekstslide

In de arbeidsovereenkomst van Tim staat dat hij een opzegtermijn van een maand heeft. Wat betekent dit?
A
Als Tim een maand heeft gewerkt, mag zijn werkgever hem niet meer ontslaan.
B
Tim en zijn werkgever kunnen de arbeidsovereenkomst binnen een maand per direct opzeggen.
C
Na opzegging van de arbeidsovereenkomst moet Tim nog een maand doorwerken.

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer noem je werken zwartwerken?
A
Als je een tijdelijk contract hebt voor het werk.
B
Als je het werk verzwijgt voor de Belastingdienst.
C
Als je het werk als stage doet.
D
Als je niet betaald krijgt voor het werk.

Slide 8 - Quizvraag

Kim mag elke dag een half uur lunchpauze nemen van zijn werkgever.
Waar is dit een voorbeeld van?
A
een arbeidsvoorwaarde
B
een proeftijd
C
een opzegtermijn

Slide 9 - Quizvraag

Ontslag
Een arbeidsovereenkomst mag niet zonder goede reden worden opgezegd.

Geldige redenen voor ontslag kunnen zijn:
- Stelen op het werk
- Vaak te laat komen

Slide 10 - Tekstslide

In welke situatie mag een werkgever een arbeidsovereenkomst beëindigen?
A
Een werknemer is al twee maanden ziek.
B
Een werknemer verhuist naar een andere stad.
C
Een werknemer wordt zwanger.
D
Een werknemer wordt betrapt op diefstal.

Slide 11 - Quizvraag

Brutoloon en nettoloon
Op je loonstrook staat wat je brutoloon en nettoloon is.

Brutoloon = het loon vóór aftrek van belastingen en andere bedragen.

Nettoloon = het loon dat je op je rekening krijgt gestort.

Slide 12 - Tekstslide

- Wat is het brutoloon van Dennis?
- Wat is het nettoloon van Dennis?
- Waar gaan de bedragen heen die van Dennis zijn brutoloon worden afgetrokken? 

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Je maakt zelfstandig:



Opdracht 1
Opdracht 2
Opdracht 4

Klaar? Laat het aan de docent zien!

Slide 14 - Tekstslide

Rekenen 
Afmaken:


Oefenen voor het Examen

Examenbundel rekenen 2F
Deel 1

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Lezen

Slide 17 - Tekstslide

Nederlands
Test jezelf
Blz. 58

Oefenen voor 2F
Blz. 60
opdracht 1 +2

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Vaktheorie
Per profiel!

Ga naar het juiste lokaal.

Slide 20 - Tekstslide

LOB
Laatste les van Anita!

Slide 21 - Tekstslide