Burgerschap Thema 4: Werken Les 3: Arbeidsovereenkomst

Burgerschap Thema 4: Werk Les 1: Werk
Burgerschap
Thema 4 : werken
Les 3: arbeidsovereenkomst
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap Thema 4: Werk Les 1: Werk
Burgerschap
Thema 4 : werken
Les 3: arbeidsovereenkomst

Slide 1 - Tekstslide

lesdoel
Aan het einde van de les:

- weet je wat er in een arbeidsovereenkomst staat.
- weet je welke regels er gelden voor ontslag.
- weet je wat het verschil is tussen nettoloon en brutoloon.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is voor jou erg belangrijk als je een (bij)baan zou hebben?

Slide 3 - Tekstslide

arbeidsovereenkomst
als je bent aangenomen voor een baan, maak je afspraken met je nieuwe werkgever. Bijvoorbeeld over je loon en reiskostenvergoeding. Deze afspraken noem je arbeidsvoorwaarden. 
Je arbeidsvoorwaarden worden vastgelegd in een arbeidsovereenkomst. Dit is een document waarin de afspraken tussen jou en je werkgever staan beschreven. Een ander woord voor arbeidsovereenkomst is contract. 

Slide 4 - Tekstslide

bepaalde of onbepaalde tijd
Een arbeidsovereenkomst kan tijdelijk zijn. Je bent dan in dienst tot de datum die in je arbeidsovereenkomst wordt genoemd. Je noemt dit een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Je kunt ook een vast contract hebben. Hierin staat geen einddatum genoemd. Dit noem je een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

ontslag
Een arbeidsovereenkomst kan niet zomaar worden opgezegd. Dat betekent dat je werkgever je niet zonder reden mag ontslaan. Een werkgever mag iemand alleen ontslaan als hij daar een goede reden voor heeft. Stelen op het werk of vaak te laat komen kunnen redenen zijn voor ontslag. 

Slide 7 - Tekstslide

situatie
Yteke werkt in een tuincentrum. Ze maakt tijdens de lunch vaak racistische grappen. 

Vinden jullie dat Yteke ontslagen moet worden?

Slide 8 - Tekstslide

situatie
Marcel werkt in een magazijn. In het weekend is hij betrokken geweest bij een vechtpartij en heeft hij een nacht in de cel moeten doorbrengen. 

Vinden jullie dat Marcel ontslagen moet worden?

Slide 9 - Tekstslide

situatie
Lianne werkt in een callcenter. Ze is een keer high op haar werk verschenen. 

vinden jullie dat Lianne ontslagen moet worden?

Slide 10 - Tekstslide

Loon
In je arbeidsovereenkomst staat hoeveel loon je verdient. Je loon wordt meestal per week of per maand uitbetaald. Een ander woord voor loon is salaris
Het loon dat je bent overeengekomen met je werkgever noem je brutoloon. Maar het brutoloon is niet het bedrag dat op je rekening wordt gestort. Van je brutoloon wordt nog geld afgetrokken, want je moet bijvoorbeeld belasting over je loon betalen. Het bedrag dat overblijft en op je bankrekening wordt gestort, noem je nettoloon

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

opdracht
Beantwoord de volgende vragen naar aanleiding van de loonstrook op de vorige sheet.
- wat is het bruttoloon?
- wat is het nettoloon?
- waarom is het bruttoloon hoger dan het nettoloon?
- werkt Dennis zwart?
- waarom is zwartwerken verboden?

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoel bereikt?
Je weet nu:

- wat er in een arbeidsovereenkomst staat.
- welke regels er gelden voor ontslag.
- wat het verschil is tussen nettoloon en brutoloon.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
maak opdracht 1 op blz 137 in je boek.

Slide 15 - Tekstslide