vergrotende trap 2.13

vergrotende trap en bezittelijk/ persoonlijk vnw
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

vergrotende trap en bezittelijk/ persoonlijk vnw

Slide 1 - Tekstslide

vergrotende trap en bezittelijk/ persoonlijk vnw

Slide 2 - Tekstslide

Juf Mara is klein, maar juf Natasja is __________ (klein)

Slide 3 - Open vraag

Juf Mara is klein, maar juf Natasja is het ________ ( klein)

Slide 4 - Open vraag

De blauwe trui is _________ dan de rode trui (mooi)

Slide 5 - Open vraag

Ik eet _________ appels dan bananen ( graag)

Slide 6 - Open vraag

Het gouden horloge is ___________ dan het zilveren horloge (duur)

Slide 7 - Open vraag

Is Fadel ___________ in grammatica dan Ali? ( goed)

Slide 8 - Open vraag

Wie verdient het __________ ? Een advocaat of een schoonmaker? ( veel)

Slide 9 - Open vraag

kies de goede zin. 2 antwoorden zijn goed.
A
De pen is duurder als een potlood.
B
De pen is even duur dan een potlood.
C
De pen is duurder dan een potlood.
D
De pen is even duur als een potlood.

Slide 10 - Quizvraag

Kies de goede zin:
A
Ik geef jouw je boek.
B
Ik geef je jouw boek.
C
Mij geef je jouw boek.
D
Ik geef jij mijn boek.

Slide 11 - Quizvraag

Kies de goede zin:
A
Ons vriendin slaapt in jouw huis.
B
Ons vriendin slaapt in jou huis.
C
Onze vriendin slaapt in jou huis.
D
Onze vriendin slaapt in jouw huis.

Slide 12 - Quizvraag

Kies de goede zin:
A
Jou broer loopt met hij naar school.
B
Jouw broer loopt met hij naar school.
C
Jouw broer loopt met hem naar school.
D
Jou broer loopt met hem naar school.

Slide 13 - Quizvraag