werkproces 8 les 2

• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 1

Crisis 

werkproces 8 les 2

Zorgpad : MBO(KD2020) VZ en VZ/MZ niv3|collectie Zorg specifiek 3 VZ en VZ/MZ| thema Crisissituaties  

leerdoelen 

Je past preventie toe bij crisissituaties die het gevolg zijn van gedragsproblemen.  

Je gebruikt een signaleringsplan en de-escalerend werken om een crisissituatie te voorkomen.  

Je observeert of een zorgvrager signalen vertoont die op (het ontstaan van) een crisissituatie wijzen.  

Je legt uit wat risicopreventie is en je weet welke instrumenten er zijn voor risicopreventie en hoe ze toegepast worden.     

vraag

1. Bedenk een voorbeeld van een probleem waarbij je kunt voorkomen dat er een crisissituatie ontstaat.

 

2. Heb je al eens iets gedaan waardoor voorkomen werd dat een probleem uit de hand liep? Licht je antwoord toe.

crisispreventie 

Bij crisispreventie wordt een crisissituatie vermeden doordat een organisatie, persoon of groep personen ervoor zorgt dat er in risicovolle situaties doelbewust (gericht en daadkrachtig) gehandeld wordt.

de-escalatie

Een de-escalerende handeling is een handeling of actie die ervoor zorgt dat een situatie niet verergert of uit de hand loopt.

VVT

In een verzorgingshuis is er een groter risico op valpartijen. Ook hebben oudere mensen vaak meer kwalen en klachten, waarvoor ze meerdere soorten medicatie nemen.

In de thuiszorg is niet altijd zichtbaar en te controleren wat er achter de voordeur gebeurt. Daarom is er ook in deze branche extra risico op vallen en innemen van verkeerde medicatie.

Daarnaast kunnen ouderen met dementie in de war zijn, zodat je vaker agressie tegenkomt in de psychogeriatrie

Risicosignalering 

Risicosignalering is het vroeg opmerken van risicovolle situaties, zodat je kunt ingrijpen en de situatie niet escaleert

 (uit de hand loopt)

vroegtijdig signaleren 

observeren: goed kijken en luisteren

belangrijke informatie verzamelen

alert zijn, goed opletten en geen aannames doen

de situatie analyseren en onderzoeken

inschatten wat de eerstvolgende handelingen zijn

Het COM bestaat uit vijf fases.

Fase 0: Er is rust, evenwicht, stabiele situatie.

Fase 1: De zorgvrager wordt angstig, is bang voor controle verlies, is extra alert, trekt zich juist terug of is onrustig.

Fase 3: De zorgvrager vertoont acting-out/impulsief gedrag, destructief gedrag, er is chaos en realiteitsverlies.

Fase 4: De zorgvrager ontspant, zijn angst neemt af en het gevoel van controle neemt toe.

                                                          opdracht 

8.6 Integratie

1 Casus Meneer Graafland