INDIVIDUELE OPDRACHT
Duur: 4 weken (inleveren 6 maart). Vanaf dan presentaties, indeling volgt.
Doel: Inzicht krijgen in eigen referentiekader; welke gebeurtenissen zijn van invloed (geweest) op jouw gedrag
1. Maak een persoonlijke levenslijn waarop je belangrijke gebeurtenissen uitzet die van invloed zijn geweest op jouw leven. Deze gebeurtenissen hebben jou mede gevormd.
2. Werk deze levenslijn uit, door per gebeurtenis de 5 W’s te beschrijven en vervolgens uit te leggen op welke manier deze gebeurtenis jouw gedrag heeft beïnvloed of nog steeds beïnvloedt.
3. Maak gebruik van de verschillende gedragsdeterminanten.
Maak hiervan een digitaal levensboek; Maak aan de hand van foto’s, afbeeldingen en tekst de verschillende gebeurtenissen duidelijk en de impact die deze gebeurtenissen op jouw ontwikkeling/gedrag uitoefenen. Werk dit chronologisch (op volgorde van gebeurtenis) en per gebeurtenis uit.
4. Werk dit uit tot een korte presentatie van zo’n vijf minuten, waarin je één gebeurtenis toelicht.