Stel je moet 100 ml vloeistof in 15 minuten laten inlopen. Wat is de pompstand?
ml/min --> ml/uur
Hoeveelheid vloeistof : inlooptijd x 60 minuten
100 ml : 15 x 60 = 400 ml/uur
Slide 5 - Tekstslide
Korte inlooptijd rolregelklem
Je moet 50 ml vloeistof in 20 minuten laten inlopen. Wat is de druppelsnelheid in dr/min?
stap 1
ml x druppels = totale hoeveelheid druppels
stap 2
Totale hoeveelheid druppels : inlooptijd
Slide 6 - Tekstslide
Controleren correcte inloop?
Infuusbeleid met volumepomp:
1500 ml Glucose 5% per 24 uur.
3 uur na het starten van de infusie bevat de zak van 500 ml nog 400 ml.
Hoeveel ml Glucose 5% heeft de zorgvrager te veel of te weinig gekregen?
Antwoord: …….. ml te veel/ te weinig.
Slide 7 - Tekstslide
Antwoord
1500 ml : 24 = 62,5 ml per uur. Afgerond 63 ml/uur
Per 3 uur moet 3 x 63 ml = 189 ml gegeven worden.
De zorgvrager heeft 500 ml – 400 ml = 100 ml gekregen.
Er is dus 189ml – 100ml = 89 ml te weinig gegeven
Slide 8 - Tekstslide
Oefening
Bepaal de druppelsnelheid per minuut wanneer in 24 uur 6 kolven van 500ml bij een patiënt ingebracht moet worden.
Slide 9 - Tekstslide
Antwoord
6 x 500ml = 3000 ml
3000ml x 20dr = 60.000 dr = 41,6dr/min
24 uren x 60 minuten = 1440 min
Afgerond: 42 dr/min
Slide 10 - Tekstslide
Oefening
Zie afbeelding
Wat wordt de inloopsnelheid in dr/min?
Slide 11 - Tekstslide
Antwoord
110 ml x 20 dr = 2200 dr = 36,66 dr/min
1 uur x 60 min 60 min
Afgerond: 37 dr/min
Slide 12 - Tekstslide
Sondevoeding
Slide 13 - Tekstslide
Dikte sondevoeding
Standaard: 17 druppels/ml
Fibre: 15 druppels/ml
Energyplus: 14 druppels/ml
High protein: 14 druppels/ml
Concentrated: 12 druppels/ml
Dikte van de vloeistof speelt alleen een rol bij gebruik van een rolregelklem.
Slide 14 - Tekstslide
Strategieën
ml : uren = ml/uur
1500ml : 24 uren = 62,5ml/uur
Aantal ml x aantal druppels = dr/min
aantal uren x 60 minuten
1500 ml x 20 druppels = 30.000 druppels = 20,8 afgerond 21 druppels
24 uren x 60 minuten = 1440 minuten
Slide 15 - Tekstslide
Instellen pomp
Instellen pomp per uur --> ml : uren = ml/uur
Inloopsnelheid korter dan 1 uur
Stel je moet 100 ml vloeistof in 15 minuten laten inlopen. Wat is de pompstand?
ml/min --> ml/uur
Hoeveelheid vloeistof : inlooptijd x 60 minuten
100 ml : 15 x 60 = 400 ml/uur
Slide 16 - Tekstslide
Korte inlooptijd rolregelklem
Je moet 50 ml vloeistof in 20 minuten laten inlopen. Wat is de druppelsnelheid in dr/min?
stap 1
ml x druppels = totale hoeveelheid druppels
50ml x 20 druppels = 1000 druppels
stap 2
Totale hoeveelheid druppels : inlooptijd
1000 druppels : 20 minuten = 50 druppels/min
Slide 17 - Tekstslide
Oefening
Je geeft een zorgvrager 2,5 liter sondevoeding. Je hebt in voorraad zakken sondevoeding van 500 ml.
Hoeveel zakken sondevoeding heb je nodig?
Slide 18 - Tekstslide
Antwoord
2,5 liter is 2500 ml
2500 : 500 zakken = 5
Slide 19 - Tekstslide
Oefening
Je geeft een zorgvrager 2,5 liter sondevoeding per dag. Je hebt in voorraad zakken sondevoeding van 500 ml. Je hebt in voorraad een doos met 24 zakken.
Voor hoeveel hele dagen heb je voldoende in huis?
Slide 20 - Tekstslide
Antwoord
2500 : 500 = 5 zakken per dag
24 zakken op voorraad : 5 = 4,8
4 hele dagen
Slide 21 - Tekstslide
Oefening 3
Op hoeveel druppels per minuut stel je de sondevoeding in als 2,5 liter in 12 uur in moet lopen (1ml=17 druppels)?
Slide 22 - Tekstslide
Antwoord
2,5 liter = 2500 ml
2500 ml x 17 druppels = 42.500 druppels in 12 uur
12 x 60 = 720 minuten
42.500 druppels : 720 minuten = 59,027
Afgerond 59
Aantal ml x aantal druppels = dr/min
aantal uren x 60 minuten
2500 ml x 17 druppels = 59 dr/min
12 uren x 60 minuten
Slide 23 - Tekstslide
Oefening
Je moet 1,5 liter sondevoeding toedienen overdag in 12 uur. Bereken welke pomp geeft de juiste inloopsnelheid weergeeft.