13. Je moet een samenvatting maken van de alinea’s 4, 5 en 6 van deze tekst.
Hieronder staan acht zinnen uit deze alinea’s.
Welke drie zinnen bevatten de beste informatie voor een samenvatting? Er zijn er in totaal vijf, maar noem er maar drie.
1 De laptoptikkers bleken per lezing veel meer woorden te noteren dan de schrijvers, gemiddeld zo’n 550 tegen minder dan 400.
2 De handschrijvers vertoonden veel meer onderlinge verschillen in woordkeuze – allemaal aanwijzingen voor een intensievere
verwerking.
3 De typisten zitten zeker niet te slapen, want een half uurtje na de lezing is er niet veel verschil in feitenkennis tussen hen en de
schrijvers.
4 Het gaat dan om vragen als: ‘Waarvoor werden oude Indiase zegels gebruikt?’
5 Maar op begripsvragen scoren de schrijvers dan wel veel beter dan de typisten.
6 Dat zijn vragen als: ‘Wat is het probleem als belangrijke functies beheerst worden door algoritmes?’
7 Het treurige is verder dat het enige voordeel dat de tikkers hebben ,namelijk een completer verslag van wat er gezegd is, niet helpt bij het leren.
8 Toen de deelnemers een week later terugkwamen en een minuut of tien hun aantekeningen mochten bekijken, scoorden de schrijvers daarna opnieuw hoger op begripsvragen dan de tikkers.