In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
6.3 Belasting over je spaargeld
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Terugblik op gisteren (box 1)
Oefenen met opgaven van 6.2
Uitleg paragraaf 6.3
Oefenen met opgaven 6.3
Slide 2 - Tekstslide
Rekenopgave
De WOZ-waarde van een woning is € 180.000. Bereken het eigenwoningforfait.
Antwoord
180000 : 100 x 0,55 = € 990
Slide 3 - Tekstslide
Eerst nog maken
Vraag 16, 20 t/m 23
Slide 4 - Tekstslide
Vraag 16 (blz 177)
Belastbaar inkomen box 1:
x 0,75
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoelen
Na afloop van deze les kan je :
uitleggen wat box 3 inhoudt.
uitleggen wat heffingskortingis.
de inkomstenbelasting berekenen.
Slide 6 - Tekstslide
Inkomstenbelasting
Elk jaar bericht via MijnOverheid.nl dat je aangiftevan je inkomsten moet doen.
Na aangifte krijg je een aanslag, hierin staat wat je aan inkomstenbelasting verschuldigd bent.
Slide 7 - Tekstslide
Boxen
Inkomsten uit werk en woning
Inkomsten uit aanmerkelijk belang
Inkomsten uit vermogen
Over alle inkomsten die je hebt, betaal je belasting.
box 1 ; 6.2
box 2
box 3; 6.3
Slide 8 - Tekstslide
Box 3 Inkomsten uit vermogen
spaargeld en beleggingen
de belasting daarover heet: vermogensrendementsheffing.
De belastingdienst zegt dat je verdient aan rente met je spaargeld of winst op je belegging. = fictief rendement.
deel van je spaargeld is belastingvrij = heffingsvrij vermogen.
Slide 9 - Tekstslide
Boven de € 25.000 spaargeld rekent de belastingdienst met een fictief rendement van 2,6% (tot € 100.000, daarboven gelden andere percentages) . Over het fictief rendement betaal je 30% belasting.
Slide 10 - Tekstslide
STAP 1:
Bereken eerst hoeveel winst je zou hebben gemaakt op je vermogen
Slide 11 - Tekstslide
STAP 2:
Bereken nu hoeveel belasting je moet betalen over dat rendement op spaargeld
zie pag 181: Jan en Dianan hebben samen € 31.500 spaargeld en € 34.640 aan beleggingen. Voor hen samen is het heffingsvrij vermogen € 50.000.- Bereken de belasting in box 3 voor Roberto en Marije.