In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Kennis- & Leerdoelen Test
Nectar H13 Planten en Dierem
Paragraaf 13.1 & 13.2
Slide 1 - Tekstslide
Dit is de schedel van een...
A
Planteneter
B
Vleeseter
C
Alleseter
Slide 2 - Quizvraag
Een dier heeft knobbelkiezen. Dit dier is een:
A
Planteneter
B
Alleseter
C
Vleeseter
Slide 3 - Quizvraag
Bekijk de foto. Wat voor kies is dit?
A
Een plooikies
B
Een knipkies
C
Een knobbelkies
Slide 4 - Quizvraag
Bekijk de foto. Wat voor dier heeft deze kies?
A
Planteneter
B
Alleseter
C
Vleeseter
Slide 5 - Quizvraag
Welk onderdeel van plantaardige cellen zorgt ervoor dat planten taai en moeilijker fijn te kauwen zijn? Let op! Schrijf alleen de naam ervan op.
Slide 6 - Open vraag
planteneters
vleeseters
alleseters
lange darmen
korte darmen
middellange darmen
knip kiezen
plooi kiezen
knobbel kiezen
Slide 7 - Sleepvraag
In de energiebalans van een dier kun je zien hoeveel energie het dier nodig heeft. De energiebalans is: E = B + T+ P + U. Wat betekent de letter P in de energiebalans?
A
Bewegen
B
Op temperatuur blijven
C
Stoffen uitscheiden
D
Nieuwe cellen maken
Slide 8 - Quizvraag
Wat verandert er in de energiebalans zodra het winter (kouder) wordt?
A
P stijgt
B
P daalt
C
T stijgt
D
T daalt
Slide 9 - Quizvraag
Welke letter weegt zwaarder tijdens een goede sportsessie?
A
U
B
B
C
T
D
P
Slide 10 - Quizvraag
Wat gebeurd er als bij een persoon de E in de energiebalans groter is dan U + B + T + P?
Slide 11 - Open vraag
13.1 Welke dieren gebruiken de meeste energie?
A
vissen
B
zoogdieren
C
reptielen
D
amfibieen
Slide 12 - Quizvraag
Dit is een voorbeeld van
A
Camouflage
B
Mimicry
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 13 - Quizvraag
Dit is een voorbeeld van
A
Camouflage
B
Mimicry
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 14 - Quizvraag
Nodig voor fotosynthese
Ontstaat bij fotosynthese
Reactie van fotosynthese
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
Licht
Glucose
Slide 15 - Sleepvraag
Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht
Slide 16 - Sleepvraag
13.1: Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor andere organismen?
A
Door de fotosynthese wordt zuurstof verbruikt.
B
Door de fotosynthese komt er nieuwe energie vrij.
C
Door de fotosynthese komt er telkens nieuw voedsel op aarde.
D
Door fotosynthese wordt CO2 gemaakt
Slide 17 - Quizvraag
13.1: In welke andere energie rijke stof(fen) kan glucose worden omgezet?
A
koolhydraten
B
eiwit
C
vet
D
zowel A,B,C
Slide 18 - Quizvraag
Wat is diffusie?
A
Doorlatendheid van de wand.
B
Een stof beweegt zich van een hoge concentratie naar een lage concentratie.
C
Een stof wordt door de hoge druk vervoerd.
D
Een manier om stoffen te verbranden
Slide 19 - Quizvraag
Zet de gebeurtenissen bij de ademhaling en bloedsomloop van vissen in de juiste volgorde
1
Zuurstofrijk water stroomt langs de kieuwen
2
3
4
5
Zuurstof lost op in het bloed en CO2 lost op in het water
Zuurstofrijkbloed stroomt naar de weefsels
Het hart pompt het zuurstofarme bloed naar de kieuwen
Zuurstofarmbloed stroomt naar het hart
Slide 20 - Sleepvraag
Nodig voor verbranding
Over na verbranding
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
(Energie)
Slide 21 - Sleepvraag
Tegenstroomprincipe
Bloed -->
Bloed -->
Bloed stroomt in de zelfde richting
Bloed stroomt in tegengestelde richting
<--Water
Water -->
Slide 22 - Sleepvraag
Bij diffusie verplaatst een stof zich van een hoge concentratie naar een lage concentratie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Via welk proces nemen de cellen van insecten zuurstof op uit de lucht?
A
Diffusie
B
Osmose
C
Endocytose
D
Exocytose
Slide 24 - Quizvraag
Wat doet een insect om de lucht in de tracheeën te verversen?
Slide 25 - Open vraag
Hoe heten de openingen in het lijf van een insect waardoor de lucht naar binnen stroomt naar de tracheeën?
Slide 26 - Open vraag
Een plant heeft de zuurstof die vrijkomt bij de fotosynthese zelf niet nodig
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quizvraag
Via welk onderdeel van de bladeren vindt er gaswisseling plaats met de lucht?
Slide 28 - Open vraag
In het donker vindt er veel gaswisseling plaats in planten zodat de plant snel van zijn zuurstof afkomt.