Tv 4 - KA 4 : Kerk en staat

Graag zitten 
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Graag zitten 

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les

Staatsvorming en centralisatie
Onderwerpen:
  • Frankrijk
  • Duitsland
  • Engeland
  • De Nederlanden
Waar lukte de staatsvorming het best?

Kenmerkend aspect deze les

Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke macht dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.

(= Investituurstrijd)


Slide 2 - Tekstslide

voorgeschiedenis

Slide 3 - Tekstslide

Tweezwaardenleer

Slide 4 - Tekstslide

Investituurstrijd
De tweezwaardenleer: er zijn twee machten
  • - de wereldlijke macht (de koningen gingen over wereldlijke zaken)
  • - de geestelijke (pausen gingen over godsdienstige zaken)

investituur

Slide 5 - Tekstslide

Maar..
Om hun macht te vergroten, benoemden Duitse keizers vanaf de 10e eeuw bisschoppen als vazal/leenman


voordelen:

- Trouwer aan de keizer dan aan de paus 
- geen gevaar van erfzonen (vanwege het celibaat)

Slide 6 - Tekstslide

De paus is hier niet blij mee.

Probleem? Waar ligt het primaat? (hoogste gezag)

Kerkelijke hiërarchie komt in gevaar wanneer Duitse keizer bisschoppen benoemt 

Slide 7 - Tekstslide

Er volgt een investituurstrijd
Investituur = bekleding van bisschoppelijk ambt

  1. Paus Gregorius VII (1075): 
alleen ik mag bisschoppen benoemen.

2. Duitse keizers en koningen: 
wij willen dat ook zelf doen

Slide 8 - Tekstslide

Er volgt een investituurstrijd
Paus Gregorius VII (1075): 
alleen ik mag bisschoppen benoemen.

Duitse keizers en koningen: 
wij willen dat ook zelf doen


Slide 9 - Tekstslide

Pausen en de Duitse keizers

Slide 10 - Tekstslide


De investituurstrijd

Slide 11 - Tekstslide

Investituur
  • Gregorius VII: paus heeft primaat op aarde
  • Echter: keizer Hendrik IV benoemt bisschop van Milaan
  • Gevolg: Gregorius excommuniceert Hendrik IV
  • Gevolg: Duitse adel komt in opstand

Slide 12 - Tekstslide

Gang naar Canossa

Gevolg: Hendrik moet om vergeving smeken: Gang naar Canossa
Investituurstrijd blijft tot 1122 oplaaien (Concordaat van Worms)

Slide 13 - Tekstslide

Concordaat van Worms 1122 - ‘oplossing’ investituurstrijd 
  • Paus benoemt bisschop
  • Keizer kan wereldlijke macht geven aan bisschop, maar mag zich niet bemoeien met het benoemen van de geestelijke

Conclusie:
  • Geestelijkheid komt sterk uit deze machtsstrijd


Slide 14 - Tekstslide

Investituurstrijd 

Slide 15 - Tekstslide

Voorlopig einde investituurstrijd:
Uiteindelijk wint de paus in 1122. Bisschoppen mogen leenmannen worden, alleen de paus mag de bisschoppen benoemen.

  • bisschoppen ontvangen van de paus geestelijke macht
  • Keizer mag kiezen of hij de bisschop wel/geen wereldlijke macht geeft 

Slide 16 - Tekstslide

Paus en de Franse koning
Ook de Franse koning Filips de Schone kreeg ruzie met de paus over macht en geld.
De Franse koningen werden na dit conflict met rust gelaten door de paus.

Slide 17 - Tekstslide

De schenking van Constantijn
In de loop van de eeuwen na het overlijden van Constantijn ontstonden er verschillende legendes over diens leven. Dat Constantijn zich vlak voor zijn dood had laten dopen door een Ariaanse priester zat de christenen dwars. Daardoor ontwikkelde zich een mooie legende rondom zijn doop.
Constantijn zou op jonge leeftijd door lepra zijn overvallen. In een nachtelijk visioen verwezen de apostelen Petrus en Paulus hem voor genezing naar de toenmalige paus Silvester I (?-335). De volgende dag genas Silvester Constantijn met gebeden en onderdompeling in doopwater. Constantijn raakte hierdoor overtuigd van het christendom en liet zich ter plekke dopen door Silvester.
Het einde van de legende is essentieel: als dank voor genezing en doping zou Constantijn vervolgens verschillende kostbaarheden hebben geschonken aan Silvester.
Een van de belangrijkste kostbaarheden was zijn keizerlijke frygium. Met het afstaan van deze wereldlijke kroon aan Silvester, gaf hij in feite de keizerlijke, wereldlijke macht aan de paus. Deze schenking wordt de Donatio Constantini (de schenking van Constantijn) genoemd. Er bestond zelfs een document waarin deze schenking van de wereldlijke macht aan de paus was vastgelegd. Het geloof in de legende bleef sterk, ondanks het bewijs dat het document toch echt een vervalsing was. Pausen wendden deze oorkonde maar al te graag aan om hun macht te bestendigen. Vroegmiddeleeuwse keizers en pausen waren namelijk geregeld in strijd met elkaar. Wie was er nu de baas over wie? Keizers, aangezien zij de heersers waren over het Heilige Roomse Rijk en diens volk? Of pausen, omdat zij heersten over de West-Europese kerk?

Slide 18 - Tekstslide

Excommunicatie Hendrik IV
Canossa (1077)

Slide 19 - Tekstslide

Voorlopig einde investituurstrijd:
Concordaat van Worms (1122):
bisschoppen ontvangen van
1.  de paus: geestelijke macht
2. de keizer: wereldlijke macht

Uiteindelijk wint de paus in 1122.
  •  De bisschoppen mogen vazallen worden van de Duitse keizer, 
  • maar alleen de paus mag de bisschoppen benoemen.

Gevolg voor de Duitse keizers:
  • verbrokkeling Duitse Rijk omdat de keizer niet alle leenmannen meer kon kiezen.

Slide 20 - Tekstslide

Wie heeft de hoogste macht?







Keizer Hendrik IV                                         Paus Gregorius VII  

Slide 21 - Tekstslide

Waarom moet Hendrik IV in Canossa vergeving vragen bij de paus?
timer
5:00

Slide 22 - Open vraag

Wat werd er in 1122 afgesproken met het Concordaat van Worms?
Kortom, wie heeft er gewonnen?
timer
5:00

Slide 23 - Open vraag

Pausen en Franse koningen

Slide 24 - Tekstslide

Pausen en Franse koningen
  • De Franse koning kon de steun van de paus goed gebruiken in de strijd tegen zijn leenheren. 
  • Toch voerden paus Bonifatius VIII en Filips de Schone een harde strijd :​
  • de paus eiste de hoogste macht in de wereld, de koning is het daarmee oneens​.
  • De steenrijke kerk hief belastingen, maar weigerde belasting aan de staat te betalen​
  • Filips wilde Bonifatius gevangen, maar de paus stoer hierdoor van schrik.
  • Hierna was de Franse koning te machtig: geen paus probeerde nog de koning aan zich te onderwerpen.​






Fillips de Schone
Paus Bonifatius
Franse koning Lodewijk IX met Franse edelen en geestelijken.

Slide 25 - Tekstslide

De macht van de kerk

Slide 26 - Tekstslide

Concilie
Concilie is een vergadering van leiders van de kerk over de juiste leer van het christendom. Dit zorgde voor eenheid in de kerk.

In deze concilies werden belangrijke beslissingen genomen over alles wat met de kerk te maken had.

Omdat niet iedereen het eens was de met de juiste geloofsleer, kwam de geestelijkheid regelmatig bij elkaar.

Slide 27 - Tekstslide


Bijgeloof



  • Er gebeurden veel dingen om hen heen die zie niet begrepen: natuurrampen, hongersnoden, ziektes en overlijden.
  • De mensen vroegen hulp aan de kerk, maar die kon hen niet altijd helpen
  • Daarom waren de mensen erg bijgelovig: ze probeerden met witte magie ervoor te zorgen dat dingen toch goed gingen.

Slide 28 - Tekstslide


Heksen
  • Dingen die misgingen waren vaak de schuld van mensen die zich bezighielden met zwarte magie.
  • Zondebokken werden vaak gevonden in mensen die andere gewoonten hebben.
  • Zo werden sommige vrouwen (én mannen) van hekserij beschuldigd.

Slide 29 - Tekstslide


Vervolging van heksen
  • Om heksen te 'ontmaskeren' werden de meest vreselijke ondervragingen en proeven gebruikt.
  • Zo werden heksen gewogen of in het water gegooid om te kijken of ze te licht waren (en dus bleven drijven).
  • Heksen werden verbrand om er zeker van te zijn dat de duivel werd uitgedreven.
Vermoedelijk zijn er in Europa ongeveer tussen 1450 en 1650 ongeveer 60.000 mannen en vrouwen als 'heks' terechtgesteld. Opvallend is dat de heksenvervolging eigenlijk pas aan het einde van de Middeleeuwen plaatsvond.

Slide 30 - Tekstslide


De inquisitie
  • De kerk deed erg weinig aan de vervolgingen van Joden en heksen
  • Het christelijke geloof was het enige ware geloof: alle andere geloven waren ketters en moest worden vernietigd.
  • De inquisitie was een speciale kerkelijke rechtbank om de ketterij uit te roeien.

Slide 31 - Tekstslide


Joden

  • In de Middeleeuwen waren joden vaak de zondebok.
  • Joden moesten vaak in andere delen van de stad wonen (getto's), mochten geen eigen grond bezitten en ze mochten geen lid zijn van een gilde.
  • Daarom hadden ze vaak beroepen als: handelaar, bankier of juwelier.
  • Soms waren Joden verplicht een herkenningsteken te dragen.
Als er in een middeleeuwse stad de pest uitbrak of er was een misdrijf gepleegd, dan werden de Joden vaak als schuldigen aangewezen. Het gevolg was een pogrom: een uitbarsting van Jodenhaat. De huizen van de Joden werden geplunderd en vernield. De Joden zelf werden mishandeld.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Huiswerkcontrole!

Slide 34 - Tekstslide

Test

Slide 35 - Tekstslide

wat bedoelen we met de tweezwaardenleer?
A
de strijd tussen de geestelijke en wereldlijke macht over de leiding van de kerk
B
het schisma
C
de strijd tussen de paus en de bisschop over de leiding van de kerk
D
de leiding van de kerk in handen van christus en niet van de keizer

Slide 36 - Quizvraag

Een investituur is ....
A
Een promotie van een geestelijke
B
Benoeming van een nieuwe paus
C
Een plechtige benoeming van een bisschop
D
Een ruzie tussen de paus en de kerk

Slide 37 - Quizvraag

Waarom willen Duitse keizers zo graag bisschoppen benoemen als vazallen?
A
Bisschoppen zijn meer trouw aan de keizer en kunnen bovendien geen kinderen als opvolgers hebben
B
Bisschoppen zijn vroom: dat wil zeggen dat ze zich goed en netjes gedragen.
C
Bisschoppen kunnen het volk goed onder controle houden, omdat bisschoppen christelijke leiders zijn.
D
Bisschoppen zijn heel goed in het besturen van een stuk land.

Slide 38 - Quizvraag

De tweezwaardenleer hield in dat de wereldlijke macht de hoogste macht had
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quizvraag

  • Je hebt de vraag al geanticipeerd (investituur hoort bij dit KA)
  • Het gaat over een machtsstrijd (daarom: propaganda)

Slide 40 - Tekstslide

 vragen aanpakken

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Vragen aanpakken
  • Kijk hoeveel punten je kan scoren. Besef wat er in je antwoord voor moet komen.
  • Besef wat er gevraagd wordt 'geef aan', 'noem' of 'leg uit', 'verklaar'.
  • Deel je antwoord in stukjes in naar de punten (bijvoorbeeld met streepjes). Let wel: het moet wel een doorlopend verhaal blijven.

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Het heffen van belastingen droeg bij aan het proces van staatsvorming. Leg dit uit.
H     Het heffen van belastingen droeg bij aan het proces van staatsvorming, 
O     omdat staatsvorming een proces is waarbij koningen wetten gingen                  doorvoeren die voor het hele land golden.
U     Door belastingen te heffen konden koningen ambtenaren betalen die                zijn wetten uitvoerden en controleerden.
    Het heffen van belastingen was voor koningen daarom een middel om              staatsvorming te bevorderen. 

Slide 45 - Tekstslide

Franse koningen gebruikten de steun van de paus in de strijd tegen hun leenmannen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 46 - Quizvraag

Paus Bonifatius VIII vond dat de kerk belasting aan de staat moest betalen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 47 - Quizvraag

Pogingen van pausen om de macht over Franse koningen te krijgen, mislukten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 48 - Quizvraag

De inquisitie had onbeperkte macht om ketters en heksen te bestrijden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 49 - Quizvraag

De inquisitie werd opgericht om afwijkingen van de kerkelijke regels te bestrijden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 50 - Quizvraag

In de 11e eeuw kwamen bisschoppen tijdens concilies bijeen om onder leiding van de keizer regels op te stellen over het geloof
A
Juist
B
Onjuist

Slide 51 - Quizvraag


4.4 
3 en 4
13/14/15 (representativiteit)

Slide 52 - Tekstslide