instructie schrijven

Sleep de uitleg naar het juiste tekstdoel:
informeren
instrueren
overtuigen
overhalen
amuseren
De schrijver wil....
Tekstdoel
je iets leren
je uitleggen hoe je iets moet doen
je overtuigen van zijn mening
je iets laten doen
je vermaken
1 / 18
volgende
Slide 1: Sleepvraag
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Sleep de uitleg naar het juiste tekstdoel:
informeren
instrueren
overtuigen
overhalen
amuseren
De schrijver wil....
Tekstdoel
je iets leren
je uitleggen hoe je iets moet doen
je overtuigen van zijn mening
je iets laten doen
je vermaken

Slide 1 - Sleepvraag

Noem een voorbeeld van een instructie?

Slide 2 - Woordweb

Wat gaan we vandaag doen?
Doel van vandaag: een goede  instructie schrijven
Uitleg hoe schrijf je een instructie?
Opdracht: zelf instructie schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een instructietekst?
In een instructietekst lees je hoe je iets moet doen of wat je moet doen. 
Je krijgt ergens instructies of aanwijzingen voor.



 




Slide 4 - Tekstslide

Wat is een instructie tekst?
Er zijn verschillende soorten instructieteksten. 
Voorbeelden van een instructietekst zijn:

- een gebruiksaanwijzing
- een handleiding
- een recept
- regels
- tips en adviezen



Slide 5 - Tekstslide

regels instructie (in je schrift)

  •  stapsgewijs 1, 2, 3 of * *
  • werkwoord (doe-woord)aan het begin van iedere stap
  • gebruik van volgorde woorden (eerst, daarna, vervolgens, tenslotte)
  • afbeeldingen geven duidelijkheid

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een instructie?
A
een uitleg
B
een samenvatting
C
een amuserende tekst
D
een artikel

Slide 7 - Quizvraag

Een instructie is een
A
Informerende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Uitleggende tekst
D
Overhalende tekst

Slide 8 - Quizvraag

Schrijf een volgorde woord op

Slide 9 - Open vraag

Iedere stap in een instructie begint met een .....

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een goede eerste stap bij de vorige instructie afbeelding?
A
1. Eerst smeer je zeep in je handen
B
1. Smeer eerst zeep in je handen

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Een volgende stap is
A
Maak ook onder je nagels schoon
B
2. Maak ook onder je nagels schoon
C
2. Maak vervolgens ook onder je nagels schoon

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Een juiste volgende stap is
A
3. Wrijf daarna de zeep ook tussen je vingers
B
Wrijf daarna de zeep ook tussen je vingers
C
3. Daarna wrijf je de zeep ook tussen je vingers
D
3. Wrijf de zeep ook tussen je vingers

Slide 16 - Quizvraag

Hoe goed denk jij nu een instructietekst te kunnen schrijven?
0100

Slide 17 - Poll

Opdrachten
Maak opdracht 2 (bladzijde 30)op de elo

Slide 18 - Tekstslide