Tekstverbanden oefenen 2M op 07-03-2023

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke tekstverbanden
ken jij nog?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Ten eerste
Om te beginnen
Maar
Toch
En
Ook
Hoewel
Ten slotte
Verder
Echter
Opsommend tekstverband
Tegenstellend tekstverband
Tegenover

Slide 9 - Sleepvraag

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband opsomming?
A
en
B
maar
C
omdat
D
als

Slide 10 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband tijd?
A
ten eerste
B
toen
C
maar
D
tenzij

Slide 11 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband tegenstelling?
A
daarnaast
B
terwijl
C
maar
D
vervolgens

Slide 12 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband opsomming?
A
want
B
bijvoorbeeld
C
daarnaast
D
als

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor soort tekstverband is het signaalwoord 'bijvoorbeeld'?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband omschrijving?
A
daarentegen
B
wanneer
C
bovendien
D
met andere woorden

Slide 18 - Quizvraag

Wat voor soort tekverband is het signaalwoord EVENALS?

Slide 19 - Open vraag

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband inperking?
A
hoewel
B
daarnaast
C
ook
D
oftewel

Slide 20 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband vergelijking?
A
maar
B
bovendien
C
net als
D
hoewel

Slide 21 - Quizvraag

Tekstverband = voorbeeld
Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
 
   ook

  bijvoorbeeld

    zo

    maar

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Welk tekstverband is het signaalwoord DOOR MIDDEL VAN?
A
conclusie
B
voorbeeld
C
tegenstelling
D
doel-middel

Slide 28 - Quizvraag

Welk tekstverband is het signaalwoord DUS?
A
conclusie
B
inperking
C
tijd
D
voorbeeld

Slide 29 - Quizvraag

Welk tekstverband geeft het signaalwoord SAMENVATTEND aan?

Slide 30 - Open vraag

Opsomming
Voorbeeld
bijvoorbeeld
Vervolgens
zoals
daarnaast
Ook
zo

Slide 31 - Sleepvraag

Oefenen met een tekst!

Slide 32 - Tekstslide