1F_11.1 werken met formules

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

wiskunde

Wiskunde

1. Herhalen hoofdstuk 7

2. Uitleg hoofdstuk 11.1

4. Aan de slag met het huiswerk

wiskunde

Wat gaan jullie doen?

In de voorkennis komen de de volgende onderwerpen terug:

1. volgorde van berekenen

2. woordformules

3. stapgrootte

4. pijlenketting

5. Grafiek bij tabel

wiskunde

Voorkennis:

Sigrid spaart voor een smartphone van 320 euro.
Ze heeft al 225 euro en ze spaart iedere maand
15 euro. Hoeveel heeft Sigrid na 7 maanden gespaard?

1. 350 euro
2. 340 euro
3. 320 euro
4. 330 euro

De woordformule is
aantal rondjes x 0,75 + 3 = bedrag. Hoeveel krijg je bij 10 rondjes

1. 30,75
2. 10,50
3. 10
4. Weet ik niet

Wat is de juiste volgorde van berekenen?

1. vermenigvuldigen/delen, optellen/aftrekken, haakjes
2. Haakjes Vermenigvuldigen/delen Optellen/aftrekken
3. Optellen/aftrekken Vermenigvuldigen/delen Haakjes
4. Haakjes Optellen/aftrekken Vermenigvuldigen/delen

Voorkennis hoofdstuk 11:

Blz. 160+161 (alle opdrachten)

Ben je klaar?

Kijk alles na en ga door naar de volgende dia

wiskunde

Aan de slag

Wat is de stapgrootte op de horizontale as?

1. 40
2. 5
3. 20
4. geen idee

wiskunde

Hoofdstuk 11

wiskunde

Hoofdstuk 11.1

Van woord naar letterformule

We kennen de woordformules van vorig hoofdstuk. 

- aantal koekjes x 0,60 + 2,50 = bedrag

Nu willen we in de wiskunde graag niet zo veel schrijven, dus gaan we naar letterformules.

- a x 0,60 + 2,50 = bedrag 

Voorbeeld van letterformule

- 150 + 20 x m = b 

- t x 3,5 = h 

- w = 15 + 6 x a

We willen minder schrijven! 

Er staat nog hetzelfde

 als bij de woordformules! 

Geef bij iedere letterformule ook de benoemen van de letters. Denk aan maanden en bedrag bij de eerst en tijd en hoogte bij de tweede. 

De formule is: t x 6,5 + 9 = b
Hier is t de tijd in uren en b het bedrag in euro's. Marvin werkt 5 uur hoeveel verdient hij ?

1. 77,50
2. 41,50
3. 32,50
4. Weet ik niet

Welke formule past bij deze pijlenketting:

1. d−1×10=k
2. d×(10−1)=k
3. d×10−1=k
4. d=10×k−1

Welke formule past bij deze pijlenketting:

1. a+8×5=b
2. (a+5)×8=b
3. a+5×8=b
4. (a+8)×5=b

Hoofdstuk 11.1: de opdrachten 1 t/m 7 

Ben je klaar?

1. Maak opdracht U1

2. Kijk alles na.

3. Ga verder met 11.2: Gelijkwaardige formules

Aan de slag

Wiskunde - Aan de slag!

rood = Iedereen is stil

  

oranje = Je mag met elkaar fluisterend 

overleggen 

groen = Je mag tijdens het werken met elkaar praten (op een respectabel geluidsniveau...)

H11. Vergelijkingen

Maken: 

11.1 Werken met formules

Belangrijke opdrachten om goed te kunnen/begrijpen zijn Alles

Schrijf steeds je berekeningen op!! (=SUPER BELANGRIJK)

Ben je klaar?

Maak U1

Kijk alles na

Ga verder met 11.2: Gelijkwaardige formules