5.9 Wurkwords out of the English! (2)

10 minuten lezen!
timer
10:00
Tien minuten lezen
Ondertussen check ik presentie, dus graag naambordjes!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

10 minuten lezen!
timer
10:00
Tien minuten lezen
Ondertussen check ik presentie, dus graag naambordjes!

Slide 1 - Tekstslide

Open je laptop
Check je Som-mail.

Slide 2 - Tekstslide

Welkom!


5.9 Wurkwords out of the English! (2)


1 Opening/presentie/ plaatje van de week
2 Quizje
3 Huiswerk nabespreken.




mmarinus@
lauwerscollege.nl



4 Zelfstandig werken
5 Wat hebben we geleerd of gemist?
6 Afsluiten
Leerdoelen:
  • Je kunt Engelse werkwoorden spellen in het Nederlands

Slide 3 - Tekstslide

Engelse werkwoorden vervoeg je in het Nederlands net als Nederlandse werkwoorden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Een Engels werkwoord vervoeg je als een Nederlands...
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord

Slide 5 - Quizvraag

Faxen
A
Ik heb gefaxt.
B
Ik heb gefaxd.
C
De zin klopt niet.

Slide 6 - Quizvraag

Gisteren heeft Dirk twee uur op zijn fietsje ...
A
gecrosst
B
gecrost

Slide 7 - Quizvraag

Welke twee woorden zijn goed gespeld?
A
gevoetbald, gepaintbald
B
gevolleyballd, gepaintballd
C
gevolleyballd, gevoetbald
D
gevoetbald, gepaintballd

Slide 8 - Quizvraag

Hij heeft ... (downloaden).
A
downgeload
B
gedownloat
C
gedownload
D
geload skibidi down

Slide 9 - Quizvraag

Engelse werkwoorden in de Nederlandse taal: Wat is de juiste spelling van de pv's in de volgende zin?

De aannemer ... (lunchen) eerst met de ambtenaren en ... (deleten) daarna alle bestanden over de bouwfraude.
A
luncht, deletet
B
lunchet, deletet
C
luncht, delete
D
lunchet, delete

Slide 10 - Quizvraag

Engelse werkwoorden in de Nederlandse taal: Wat is de juiste spelling van de pv's in de volgende zin?

Vroeger ... (surfen) Hans vaak op de Geffense Plas en ... (racen) hij door de bossen.
A
surfde, racete
B
surfde, racte
C
surfte, racete
D
surfte, racte

Slide 11 - Quizvraag

Nabespreken: Blz. 135-137, opdracht 1, 3 en 4
  • Ik geef beurten

  • Vragen? Vragen! (Wel even je hand omhoog.)

Slide 12 - Tekstslide

Wat?
Blz. 135-137, opdracht 5, 6a en 7

Hoe?
Met je boek. En een schrift. Of op je laptop.
Hulp
Je mag me altijd vragen stellen.
Tijd
Tot aan een paar minuten voor het einde van de les.
Klaar?
Laat maar weten. Daarna mag je lezen. Of: ga op 'plaatje van de week-onderzoek'. Vraag mij om een hint.
Aan de bak!

Slide 13 - Tekstslide

Wat vind je van deze les? Wat heb je nog gemist?

Slide 14 - Open vraag

Bedankt en tot de volgende!
Leerdoelen:
  • Je kunt Engelse werkwoorden spellen in het Nederlands

Slide 15 - Tekstslide