8 - 11 maart: voorbereiding schrijfexamen 3F
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
werkwoordspelling
A
hij bediend
B
hij bedient
Slide 4 - Quizvraag
Jij vin.... werkwoordspelling moeilijk om te leren
A
Vindt
B
Vind
Slide 5 - Quizvraag
Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
vind
B
vindt
Slide 6 - Quizvraag
Dit gebeurt mij ook altijd!
A
goed
B
fout
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Zij heeft nooit geen tijd voor mij
A
goed
B
fout
Slide 9 - Quizvraag
Zou je dit overnieuw willen doen?
A
goed
B
fout
Slide 10 - Quizvraag
Wat is fout?
A
printen
B
uitprinten
C
uitdraaien
D
afdrukken
Slide 11 - Quizvraag
Mijn diploma heb ik ten slotte voorgoed en altijd.
A
goed
B
fout
Slide 12 - Quizvraag
Wat is GEEN functie van signaalwoorden in een tekst?
A
Signaalwoorden helpen de lezer.
B
Signaalwoorden geven de kern van de tekst weer.
C
Signaalwoorden zorgen voor samenhang.
D
Signaalwoorden geven structuur aan een tekst.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor lay-out?
A
opmaak
B
inhoud
C
stijl
D
kopjes
Slide 14 - Quizvraag
In de inleiding van een zakelijke brief staat:
A
Jezelf voorstellen, waarom je de brief schrijft
B
Kort maar krachtig alle informatie.
C
de datum en het onderwerp.
D
dat je spoedig wat van ze hoopt te horen.
Slide 15 - Quizvraag
Volgorde zakelijke brief
Afzender
Plaats en datum
Geadresseerde
Betreft
Aanhef
Inleiding
Kern
Slot
Afsluiting
Bijlagen
Slide 16 - Sleepvraag
De volgorde van een zakelijke brief:
A
adres ontvanger, adres afzender, aanhef, datum, betreft
B
adres ontvanger, adres afzender, betreft, aanhef, datum
C
adres afzender, adres ontvanger, datum, betreft, aanhef
D
adres afzender, adres ontvanger, betreft, datum, aanhef
