8.7; verslavingen NHL-Stenden

Alcoholverslaving
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Alcoholverslaving

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding les `Verslaving`
JE WEET WAT VERSLAVING IS​
 JE WEET WELKE SOORTEN ER ZIJN EN DE KENMERKEN HIERVAN
JE WEET BIJ WELKE INDIVIDU JE DIT MET NAME ZIET ​
      JE WEET WAT DE GEVOLGEN ZIJN​
      JE WEET DE PREVENTIE GERICHTHEID EN DE SOORTEN BEHANDELINGEN/BEGELEIDING
     JE WEET BEGELEIDINGSADVIEZEN TE GEVEN VANUIT EEN PROFESSIONELE HOUDING .

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check in vanuit dit onderwerp
A
Herkenning
B
Leergierig
C
Neutraal
D
Anders

Slide 3 - Quizvraag

max. 1 a 2 mensen checken

herkenning en anders

Lesdoelen
  • Je weet hoe alcoholverslaving kan ontstaan
  • Je weet de uitingen/strubbelingen van alcoholverslaving
  • Je weet de gevolgen van alcoholverslaving
  • Ervaring delen
  • Herkenning vicieuze cirkel
  • Afronding






Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ALCOHOL

Slide 5 - Woordweb

2 eruit halen

Het genieten is veranderd in de noodzaak om te gebruiken. Het effect hangt niet alleen af van de stof/middel (dempend, stimuleren of bewustzijnsverruimend) maar ook van de persoon en de situatie. Dit wordt ook wel de Zinbergdriehoek genoemd (Norman Zinberg,1986), die deze drie elementen onderscheiden. Als je je goed voelt, een prettig effect verwacht en in een vertrouwde vriendelijke omgeving bent, heeft een middel een ander effect dan als je bang bent en onzeker. De persoonlijkheid speelt ook mee, evenals erfelijke factoren.  
Wat is typerend voor `verslaafd zijn` aan alcohol?

Slide 6 - Woordweb

Verslaving wordt in de DSM-5 getypeerd m.b.v. 11 kenmerken:
- Vaker en in grotere hoeveelheden
   gebruiken dan je van plan bent
- Mislukte pogingen om te minderen of
   te stoppen
- Gebruiken en herstellen van gebruik
   kosten veel tijd
- Sterk verlagen om te gebruiken
- Door gebruik tekortschieten op het
   werk, school of thuis
- Blijven gebruiken, ondanks het feit
  dat dit problemen meebrengt in het
   relationele vlak
- Door gebruik opgeven van hobby`s,
   sociale activiteiten of werk
- Voortdurend gebruiken, zelfs
   wanneer
   men daardoor in gevaar komt
- Voortdurend gebruiken, ondanks de
   kennis dat het gebruik lich. Of psych.
   problemen met zich meebrengt of
   verergert
- Grotere hoeveelheden nodig hebben
   om het effect nog te voelen, oftewel
   tolerantie
- Het optreden van
   onthoudingsverschijnselen, die
   afnemen door meer van de stof te
   gebruiken. 


DSM-5 gebruik: (Diagnostic and 
Statisitcal Manual of Mental Disorders)
Om officieel vast te stellen of er sprake is van verslaving wordt de DSM gebruikt met als doel volledige abstinentie (helemaal stoppen). Mocht dit niet lukken dan is het van belang om de schade zoveel mogelijk te beperken ( harm reduction) .


5

Slide 7 - Video

- Persoonsgebonden factoren’
- Omgeving gebonden factoren
- Gebeurtenissen in iemands leven en de
   manier van reageren daarop. 

Kans om verslaafd te raken:
Heeft te maken met een genetische kwetsbaarheid, het aanbod van middelen, omgevingsfactoren, persoonlijkheid, opleidingsniveau, de aanwezigheid van psychische stoornis zoals ADHD, trauma`s, angsten en depressies, een verstandelijke beperking en gezinsproblemen en opvoedingsstijl (ouders die alcohol gebruik bij kinderen toestaan, verhogen bv. de kans op een verslaving). 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

00:26-00:32
Wat viel je op bij Paul? Met name de beginfase van zijn gebruik van alcohol?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

01:11-01:16
Wat was nu de trigger bij Paul?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

02:17-02:22
Wat maakt zijn omslag? 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

03:01-03:06
Welke invloed oefent hij nu uit met zijn eigen ervaring?

Slide 12 - Tekstslide

nu als hulpverlening.


Wat vraagt werken met verslaafden:
Niet oordelen
Geduldig maar op een daadkrachtige manier
Ondersteunend
Niet veroordelen
Niet moraliseren
Positieve manier van contact leggen
Vertrouwen blijven geven.

zelfde processen; gevecht om herstel van controle, de ontkenning, het onvermogen maar ook de niet-vervulde hoop op een leven zonder gebruik. 
03:40-03:45
Wat bedoelt Paul nu precies met `de rem heb ik niet ontwikkeld`? 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vicieuze cirkel à Groningse psychiater Kuno van Dijk, 1976). Middels is deze uitgewerkt in het bio psychosociaal model (Engel,1980)

Slide 14 - Tekstslide

Vicieuze cirkel à Groningse psychiater Kuno van Dijk, 1976). Middels is deze uitgewerkt in het bio psychosociaal model (Engel,1980)
Als je eenmaal verslaafd bent, kom je er niet zo makkelijk vanaf. Dat komt doordat de verslaving door het voortdurende gebruik zichzelf voedt en versterkt, een vicieuze cirkel.

 Lichamelijk: ontwikkelen van tolerantie. Bij stoppen ontwenningsverschijnselen. 
               

Psychisch: schuld en schaamtegevoel waardoor opnieuw gebruik 

                   
Sociaal: ruzie met vrienden, familie, op werk of school 

Cerebraal: 
mensen die verslavingsgevoelig zijn hebben vaak ook al minder goed ontwikkelde zelfregulerings mechanisme in de hersenen. Ook beloningssystemen en het leervermogen kunnen aangetast         worden.          
Feedback formulier


zie mail.

Slide 15 - Tekstslide

tip--> film: `Druk`