H4 Formuleren les 5b foutieve beknopte bijzin

Formuleren
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Par 6: Foutieve beknopte bijzin
daarna... nakijken!

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk - nakijken
Formuleren opdracht 11 en 12

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk - nakijken
6 Eigen antwoord; het eerste ‘wil’ is hulpwerkwoord, het tweede ‘wil’ is zelfstandig werkwoord; dus is de zin ongrammaticaal.
Ellen wil na de zomer verder studeren, maar Martha wil een jaar naar het buitenland.
7 Eigen antwoord; het eerste ‘is’ is hulpwerkwoord, het tweede ‘is’ is koppelwerkwoord, dus ongrammaticaal.
Mevrouw Krikke is op haar vijfentwintigste lerares geworden en is dat tot op de dag van vandaag.
8 Eigen antwoord; ik, Willem Steenbergen, vind het lelijk, maar het staat er wel zo; kijk maar naar de illustratie; het bord is te zien vanaf de A50, als je in noordelijke richting rijdt.
Liever: Zijn wasgoed bracht de vrijgezel altijd naar de Eper stomerij-wasserij.

Opdracht 11

1 leiden → leidt
2 zijn → is
3 worden → wordt
4 zullen → zal
5 voelden → voelde
6 protesteerden → protesteerde
7 heeft → hebben
8 zouden → zou

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk - nakijken
6 Eigen antwoord; het eerste ‘wil’ is hulpwerkwoord, het tweede ‘wil’ is zelfstandig werkwoord; dus is de zin ongrammaticaal.
Ellen wil na de zomer verder studeren, maar Martha wil een jaar naar het buitenland.
7 Eigen antwoord; het eerste ‘is’ is hulpwerkwoord, het tweede ‘is’ is koppelwerkwoord, dus ongrammaticaal.
Mevrouw Krikke is op haar vijfentwintigste lerares geworden en is dat tot op de dag van vandaag.
8 Eigen antwoord; ik, Willem Steenbergen, vind het lelijk, maar het staat er wel zo; kijk maar naar de illustratie; het bord is te zien vanaf de A50, als je in noordelijke richting rijdt.
Liever: Zijn wasgoed bracht de vrijgezel altijd naar de Eper stomerij-wasserij.

opdracht 13
6 het eerste ‘wil’ is hulpwerkwoord, het tweede ‘wil’ is zelfstandig werkwoord; dus is de zin ongrammaticaal.
Ellen wil na de zomer verder studeren, maar Martha wil een jaar naar het buitenland.
7 het eerste ‘is’ is hulpwerkwoord, het tweede ‘is’ is koppelwerkwoord, dus ongrammaticaal.
Mevrouw Krikke is op haar vijfentwintigste lerares geworden en is dat tot op de dag van vandaag.
Zijn wasgoed bracht de vrijgezel altijd naar de Eper stomerij-wasserij. 

Slide 5 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin

Slide 6 - Tekstslide


Wat is het verschil?

Zingend fietste ze naar school.

Zingend werden de aardappelen geschild.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin, opdr 17
1. De weersvoorspelling gehoord hebbend zal de Elfstedentocht ook dit jaar waarschijnlijk niet gereden kunnen worden. 

Slide 13 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin, opdr 17
1. De weersvoorspelling gehoord hebbend zal de Elfstedentocht ook dit jaar waarschijnlijk niet gereden kunnen worden. 

--> De weersvoorspelling gehoord hebben, denk ik dat de Elfstedentocht ook dit jaar waarschijnlijk niet gereden kan worden.

Slide 14 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin, opdr 17
2. Om de zwemmers in het zwembad goed in de gaten te houden, lag het niveau van de uitkijktoren vier meter boven de waterspiegel.

Slide 15 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin, opdr 17
2. Om de zwemmers in het zwembad goed in de gaten te houden, lag het niveau van de uitkijktoren vier meter boven de waterspiegel.

--> Om de zwemmers in het zwembad goed in de gaten te houden, had de aannemer het niveau van de uitkijktoren vier meter boven de waterspiegel geplaatst.

Slide 16 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin, opdr 17
3. Na mijn groentetuin twee uur lang gesproeid te hebben, begon het ineens te regenen. 

Slide 17 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin, opdr 17
3. Na mijn groentetuin twee uur lang gesproeid te hebben, begon het ineens te regenen. 

--> Na mijn groentetuin twee uur lang gesproeid te hebben, merkte ik dat het ineens begon te regenen.

Slide 18 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin, opdr 17
4. Door eerst verschillende dirigenten met de muzikanten te laten werken kon de directeur van het Concertgebouworkest uiteindelijk moeiteloos vaststellen wie de beste kandidaat was. 

Slide 19 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin, opdr 17
5. Lezend in een oude boekrol met Hebreeuwse teksten reed de taxi de beroemde professor naar de Koninklijke Bibliotheek, waar de man een lezing zou houden. 

Slide 20 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin, opdr 17
5. Lezend in een oude boekrol met Hebreeuwse teksten reed de taxi de beroemde professor naar de Koninklijke Bibliotheek, waar de man een lezing zou houden. 

--> Lezend in een oude boekrol met Hebreeuwse teksten, liet de beroemde professor zich door de taxi naar de Koninklijke Bibliotheek rijden, waar hij een lezing zou houden. 

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
maak opdracht 13

Slide 22 - Tekstslide

Zinnen onjuist begrenzen

1. Losstaand zinsgedeelte
2. Zinnen aan elkaar plakken

Slide 23 - Tekstslide

1. Losstaand zinsgedeelte

Je moet je jas aan. Omdat je anders kou vat.

Ik heb een onvoldoende gehaald. Waardoor ik nu een 5 sta.

Slide 24 - Tekstslide

1. Losstaand zinsgedeelte

Je moet je jas aan. Omdat je anders kou vat.
Je moet je jas aan, omdat je anders kou vat.

Ik heb een onvoldoende gehaald. Waardoor ik nu een 5 sta.
Ik heb een onvoldoende gehaald, waardoor ik nu een 5 sta.

Slide 25 - Tekstslide

1. Losstaand zinsgedeelte
De groenteboer heeft nog geen zin om met pensioen te gaan. Hoewel hij volgens mij al aardig oud is en meer dan genoeg geld heeft verdiend. 

Slide 26 - Tekstslide

1. Losstaand zinsgedeelte
De groenteboer heeft nog geen zin om met pensioen te gaan. Hoewel hij volgens mij al aardig oud is en meer dan genoeg geld heeft verdiend. 

De groenteboer heeft nog geen zin om met pensioen te gaan, hoewel hij volgens mij al aardig oud is en meer dan genoeg geld heeft verdiend. 

Slide 27 - Tekstslide

2. Zinnen aan elkaar plakken
Gedragstherapie en cognitieve therapie zijn onafhankelijk van elkaar ontstaan, de laatste 15 jaar zijn beide therapieën meer met elkaar geïntegreerd geraakt.

Slide 28 - Tekstslide

2. Zinnen aan elkaar plakken
Gedragstherapie en cognitieve therapie zijn onafhankelijk van elkaar ontstaan, de laatste 15 jaar zijn beide therapieën meer met elkaar geïntegreerd geraakt

Gedragstherapie en cognitieve therapie zijn onafhankelijk van elkaar ontstaan, maar de laatste 15 jaar zijn beide therapieën meer met elkaar geïntegreerd geraakt.

Slide 29 - Tekstslide