Brandwonden

EHBO
OA/PW leerjaar 3
Brandwonden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

EHBO
OA/PW leerjaar 3
Brandwonden

Slide 1 - Tekstslide

Brandwonden
  • Bij welke leeftijd komen de meeste brandwonden voor?
  • Baby's en peuters.  
  • Waarom komt het bij deze leeftijden het vaakst voor?
  • Kinderen ontdekken graag de wereld.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaken van brandwonden 
  • Ongeval met hete vloeistof
  • 41%
  • Ongeval met vuur en vlammen
  • 24%
  • Ongeval met steekvlammen
  • 17%

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaken
  • Vuur = bijvoorbeeld vlam in de pan
  • Hitte = bijvoorbeeld heet oppervlak (oven) of heet water
  • Wrijving = bijvoorbeeld schuren over een wegdek
  • Straling = bijvoorbeeld van de zon of bij bestraling
  • Chemisch = bijvoorbeeld bijtende schoonmaakproducten
  • Extreme kou heeft hetzelfde effect = noem je een vrieswond

Slide 7 - Tekstslide

Brandwonden
                                                                      Eerstegraads verbranding      
                                                                 Tweedegraads brandwond
                                                              Derdegraads brandwond

Slide 8 - Tekstslide

Kenmerken verbranding.

Eerstegraads verbranding:
De huid is niet stuk, soms opgezwollen, rood/ roze verkleurde, droge huid, prikkelend tot pijnlijk gevoel


Oppervlakkig tweedegraads brandwond:
Opperhuid is beschadigd tot in de lederhuid, glazende/ rode huid, nat, blaren, pijnlijk, voelt soepel
Tweedegraads brandwond:
De lederhuid is meer aangetast dan bij een oppervlakkige tweedegraads brandwond, roodwitte kleur, nat, blaren, pijnlijk, voelt soepel


Derdegraads brandwond:
Zowel de opperhuid als de lederhuid zijn volledig beschadigd tot in het onderuids vetweefsel, wit, beige tot donkerbruin van kleur, droog, nauwelijks pijnlijk, stug

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De diepte van een brandwond hangt af van verschillende factoren.
  • De temperatuur
  • De tijd dat de warmtebron inwerkt op de huid
  • De oorzaak van de verbranding 
  • De leeftijd van het slachtoffer 
  • De plaats van de verbranding op het lichaam.

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer professionele hulp? 
  • Alle tweede- en derdegraads brandwonden
  • Inademing van rook of hete gassen
  • Verbranding door elektriciteit, chemische stoffen of stoom
  • Brandwonden bij kinderen jonger dan 5 jaar of volwassenen ouder dan 60 jaar

Slide 14 - Tekstslide

Gevolgen van brandwonden
  • Warmteverlies, het lichaam verliest veel warmte omdat de   huid de temperatuur niet kan vasthouden.
  • Vochtverlies, de huid kan het vocht niet tegenhouden. 
  • Infectiegevaar, waar de huid defect is, kan door inwerking  van bacteriën een infectie ontstaan.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe koel je brandwonden?
A
met lauw stromend water, net boven de wond
B
met koud water, op de wond
C
met koud water, net boven de wond
D
met lauw water, op de wond

Slide 16 - Quizvraag

Welke oorzaak komt bij brandwonden het meeste voor?
A
Ongeval met steekvlammen
B
Ongeval met vuur en vlammen
C
Ongeval met hete vloeistof
D
Verbranding door elektriciteit

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer hoef je GEEN hulp in te schakelen?
A
Als het een volwassene is van 62 jaar met een brandwond
B
Als de schouders door de zon 1e graads verbrand zijn
C
Als een peuter een hete oven aanraakt
D
Als er hete dampen worden ingeademd

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video