Geld deel 2 (2.1 en 2.2)

Ruilen: van konijn naar een fortuin?
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ruilen: van konijn naar een fortuin?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Ik ken de 3 functies van geld en kan daarbij een voorbeeld geven
  2. Ik ken het verschil tussen de nominale en de intrinsieke waarde van geld
  3. Ik kan uitleggen wat er met transactiekosten bedoeld word
  4. Ik kan het verschil uitleggen tussen chartaal en giraal geld 
  5. Ik kan voorbeelden geven van elektronisch betalen 

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk: 3 functies van geld
  1. Ruilmiddel - indirecte ruil
  2. Rekenmiddel -je kunt de waarde van goederen en diensten in geld uitdrukken en deze onderling vergelijken
  3. Oppotmiddel: je kunt geld sparen voor toekomstige uitgaven

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk: 
Antwoorden p 27 in magister

Slide 4 - Tekstslide

Algemeen aanvaard ruilmiddel
Iedereen aanvaard het ruilmiddel als betaalmiddel en heeft er vertrouwen in (zoals bijvoorbeeld de euro)

Slide 5 - Tekstslide

Nominale waarde van geld
De waarde die op het bankbiljet of de munt staat

Slide 6 - Tekstslide

Intrinsieke waarde van geld
De materiaalwaarde/stofwaarde waar het van gemaakt is

Slide 7 - Tekstslide

Wat kost een euromunt?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Fiduciair geld
Geld ontleent zijn waarde niet aan het materiaal waarvan het gemaakt is, maar aan het vertrouwen dat er goederen mee gekocht kunnen worden

Fiducie ergens in hebben = vertrouwen hebben

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Chartaal geld
Munten en bankbiljetten (contant geld)
Stoffelijk geld/tastbaar


Slide 12 - Tekstslide

Chartaal geld
Munten en bankbiljetten (contant geld)
Stoffelijk geld/tastbaar

Slide 13 - Tekstslide

ECB, DNB, NL Munt
In de Eurozone mag alleen de ECB bankbiljetten maken en in omloop brengen. De ECB = circulatiebank
Via ECB > nationale banken (DNB) > commerciële banken
De NL euromunten worden door de Nederlandse Munt geslagen

Slide 14 - Tekstslide

Giraal geld
geld op de betaalrekeningen/rekening-courant tegoeden
niet tastbaar
elektronisch betalen

Slide 15 - Tekstslide

Elektronisch betalen
  • met een pinpas in de winkel
  • via overschrijvingen/iDeal
  • met een creditcard
  • via een machtiging 

Slide 16 - Tekstslide

Elektronisch betalen
Er komen geen munten of bankbiljetten aan te pas
Het gaat van de betaalrekening van de koper naar de betaalrekening van de verkoper

Slide 17 - Tekstslide

Pinnen bij de pinautomaat
Van giraal geld maak je chartaal geld

Andersom: geld storten bij de bank
Van chartaal geld maak je giraal geld

Slide 18 - Tekstslide

Transactiekosten
Alle inspanningen en offers die worden gedaan om transacties goed te laten verlopen
Deze kunnen financieel en niet-financieel zijn
- bankkosten
- tijd om informatie te zoeken
- energie en moeite om naar de winkel te fietsen

Slide 19 - Tekstslide

Transactiekosten
Hoe eenvoudiger het product en hoe vaker je het koopt, hoe minder transactiekosten je hebt

Aanschaf brood/aanschaf huis

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Leren voor de toets
  • De Kern hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2 t/m 5 +  stof budgetlijn
  • Wat moet je weten:
    Begrippen: in eigen woorden omschrijven en voorbeelden kunnen geven
    Verbanden tussen begrippen kunnen omschrijven
  • Niet vergeten rekenmachine mee te nemen 
    (Casio FX-82 MS)

Slide 24 - Tekstslide

Leren voor de toets
  • Hoe kun je leren?

Slide 25 - Tekstslide

Leren voor de toets
  • Hoe kun je leren?
    Rode begrippen
    Aantekeningen
    Samenvatting maken
    Mindmap maken
    Leerkaartjes maken 
    Elkaar overhoren

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Ik ken de 3 functies van geld en kan daarbij een voorbeeld geven
  2. Ik ken het verschil tussen de nominale en de intrinsieke waarde van geld
  3. Ik kan uitleggen wat er met transactiekosten bedoeld word
  4. Ik kan het verschil uitleggen tussen chartaal en giraal geld 
  5. Ik kan voorbeelden geven van elektronisch betalen 

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen Kern 2.2
maken opgaven blz. 29 1-4

Belangrijk voor de volgende les: Invullen Check jouw begroting https://scholieren.nibud.nl/artikel/begrotingsformulier/

Lukt het niet de link te open, typ het dan even over

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link