De bus

23-3




Kim de Laaf
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

23-3




Kim de Laaf

Slide 1 - Tekstslide

9/10 Mobiliteit 13:25-14:15
  • Binnenkomen + Spullen aan de haak + Agenda & GSM inleveren 5 min
  • We luisteren naar elkaar: we laten elkaar uitpraten
  • Let op jezelf
  • Steek je hand op als je wat wilt zeggen
  • Stoplicht op rood? > Stil
  • Stoplicht oranje? > Zachtjes overleggen
  • Stoplicht groen? > Groepsgesprek
  • Hoe is het met je? > Slide 10 min
  • Mappen + bundels uitdelen 3 min



timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Hoe voel je je vandaag?
timer
5:00
A
B
C
D

Slide 3 - Quizvraag

Hoe was je weekend?
timer
5:00

Slide 4 - Open vraag

timer
5:00
Waar hebben we het vorige keer over gehad?

Slide 5 - Woordweb

9/10 Mobiliteit 13:25-14:15
  • Samen: Opdr 3: opzoeken op de site  bekijken 5 min
  • Zelf op de computer: zoek de antwoorden op tap 1 t/m stap 5
    Schrijf de antwoorden in je bundel
    Klaar? vergelijk je antwoorden zachtjes samen. Schrijf de antwoorden in Lesson Up
      15 min
  • Samen controleren in Lesson Up
  • Zelf op de computer en invullen in bundel:
  • 4. Oefeningen. Zoek de antwoorden op de computer Vul ze in je bundel in.
  • Zelf: oefening 1 10 min
  • Zacht in tweetal: oefening 2 10 min



timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Stap 1:
Adres van de school:
Adres van de bioscoop:
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

Stap 3:
- Hoeveel overstappen moet Tom doen?
- Hoeveel meter moet Tom te voet stappen?
- Hoe lang is Tom in totaal onderweg?
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

Stap 4:
-Hoe ver is het wandelen naar de opstaphalte?
- Wat is het nummer van de busrit die Tom moet nemen?
- Hoeveel minuten zit Tom op de bus?
- Hoe ver moet Tom nog wandelen om op zijn bestemming aan te komen?
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Stap 5:
- Hoeveel overstappen moet Tom doen bij deze route?
- Hoeveel meter moet Tom te voet stappen in totaal?
- Hoelang is Tom in totaal onderweg?
- Hoe ver is het wandelen naar de opstaphalte?
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

Stap 5:
- Wat is het eerste ritnummer van deze route?
- Wat is het tweede ritnummer van deze route?
- Hoeveel tijd heeft Tom om zijn volgende bus te halen?
- Hoe ver moet Tom daarna nog wandelen om op zijn bestemming aan te komen?
timer
1:00

Slide 11 - Open vraag

Hoe voel je je vandaag?
timer
5:00
A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

Hoe was je weekend?
timer
5:00

Slide 13 - Open vraag

9/10 Mobiliteit 13:25-14:15
  • Binnenkomen + Spullen aan de haak + Agenda & GSM inleveren 5 min
  • Hoe gaat het met je? > vingers 5 min
  • Samen: Het haltebord bekijken. 5 min
  • Zelf: de oefening maken 5 min
  • uitleg vervoersbewijzen 5 min
  • Zelf op de computer:
  • voer de opdrachten uit 10 min
  • Samen: uitleg verkooppunten 5 min
  • Zelf/ voer de opdrachten uit 10 min
  • tijd over? Samen: de belbus lezen
  • Zelf: zoek de antwoorden op de opdrachten op

Slide 14 - Tekstslide

Mobiliteit evalueren
Voorbereiden voor de toets van 16/10

Slide 15 - Tekstslide

Ik weet hoe ik informatie kan vinden op de website van De Lijn, in lijnwinkels en in dienstregelingboekjes.
A
eens
B
beetje eens/oneens
C
oneens

Slide 16 - Quizvraag

Ik ken het belang van een toets.
A
eens
B
beetje eens/oneens
C
oneens

Slide 17 - Quizvraag

Ik houd me aan afspraken en regels in de klas.
A
eens
B
beetje eens/oneens
C
oneens

Slide 18 - Quizvraag

Ik neem de tijd om een opdracht te maken
A
eens
B
beetje eens/oneens
C
oneens

Slide 19 - Quizvraag

Ik geef niet te snel op
A
eens
B
beetje eens/oneens
C
oneens

Slide 20 - Quizvraag

Ik denk eerst zelf na en vraag dan om hulp
A
eens
B
beetje eens/oneens
C
oneens

Slide 21 - Quizvraag

Ik ken de voor- en nadelen van zowel openbaar als particulier vervoer.
A
eens
B
beetje eens/oneens
C
oneens

Slide 22 - Quizvraag

Ik kan de kostprijs van verschillende vervoersbewijzen weergeven
A
eens
B
beetje eens/oneens
C
oneens

Slide 23 - Quizvraag

Ik ken de voordelen van voorverkoop.
A
eens
B
beetje eens/oneens
C
oneens

Slide 24 - Quizvraag

Ik kan de juiste informatie uit een dienstregeling aflezen.
A
eens
B
beetje eens/oneens
C
oneens

Slide 25 - Quizvraag

Ik kan de de tijd goed inschatten bij het plannen van een busuitstap
A
eens
B
beetje eens/oneens
C
oneens

Slide 26 - Quizvraag

Ik kan een dienstregeling van De Lijn lezen
A
eens
B
beetje eens/oneens
C
oneens

Slide 27 - Quizvraag

Ik ken de gebruikte symbolen en pictogrammen van De Lijn
A
eens
B
beetje eens/oneens
C
oneens

Slide 28 - Quizvraag

Ik ken de gebruikte symbolen en pictogrammen van De Lijn
A
eens
B
beetje eens/oneens
C
oneens

Slide 29 - Quizvraag

Ik kan informatie zoals dienstregelingen en kostprijs terugvinden op de website van de openbare vervoersmaatschappij.
A
eens
B
beetje eens/oneens
C
oneens

Slide 30 - Quizvraag