Les 3: Herhaling H2 + Begin H3

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Les 3: Herhaling H2 + SO

We bespreken vandaag de laatste onderdelen van H2. 

Dan herhalen we alles nog een keertje

Daarna nemen we het SO af. 

Nog 1 x rente berekenen. Wie ontvangt er meer spaargeld: Renske heeft € 1.500 op haar spaarrekening met 2,6% rente. Salim heeft € 2.400 op zijn rekening met 2,15% rente

1. Renske heeft € 1.551,60 & Salim heeft € 2.439,-
2. Renske ontvangt € 51,60 & Salim ontvangt € 39,- rente
3. Renske heeft € 2.439,- & Salim heeft € 1.551,60
4. Renske ontvangt € 39,- & Salim ontvangt € 51,60 rente

Paragraaf 2.3

Als je het hebt gehad over sparen. Dan moet je het ook hebben over lenen.

Net als bij sparen hebben mensen meerdere redenen om te lenen. Welke van de volgende is GEEN reden om te lenen.

1. Je hebt geld nodig, omdat er iets onverwachts is stuk gegaan.
2. Je wilt iets hebben, maar je wilt niet wachten om het te kopen.
3. Je leent uit voorzorg, omdat je bang bent dat er misschien iets kapot kan gaan

Heb jij wel eens geld geleend van jouw ouders of vrienden?

1. Ja
2. Nee

Waar staat deze slogan
voor volgens jou?

Lening

Een lening moet jij natuurlijk terug betalen. 

Ouders of vrienden zullen soms misschien wel eens zeggen dat je die € 2,50 niet terug hoeft te betalen, maar heb jij geld bij de bank geleend dan zal de bank het geld zeker terug willen. Helaas zal jij daar dan ook rente over moeten betalen

Lening

Het terugbetalen van een lening bestaat uit 2 onderdelen. 

De aflossing --> Dit is het terug betalen van het geld dat je hebt geleend.

De rente --> Dit is het extra geld dat jij betaald naast het geld dat je hebt geleend.

Het terugbetalen doe je vaak met een vast bedrag per maand (maandtermijn) 

Als jij alleen rente betaald over jouw lening en niet aflost. Veranderd het bedrag dat jij terug moet betalen dan?

1. Ja
2. Nee

Stel je voor je hebt € 150,- geleend. Je gaat dit in 4 maanden terugbetalen. Jouw maandtermijn is € 40,-. Hoeveel betaal jij dan uiteindelijk terug?

Opdrachten

Maak de volgende vragen van 2.3:

32, 37, 38

Je hebt hier 10 min voor.

Vraag 37: Welk antwoord heb jij bij "C" van vraag 37?

1. € 5.148
2. € 5.184
3. € 858
4. € 148

Opdracht 37

Je hebt dus € 148 aan rente betaald terwijl jij € 5.000 hebt geleend. 

Hoeveel procent rente heb jij dan betaald? 

Rente berekenen

Bij sparen hebben we al berekend hoeveel rente jij ontvangt, maar in die gevallen weet jij het rentepercentage al. 

Wat nou als jij het percentage niet weet, hoe kan je daar dan achter komen? 

Het deel = de hoeveelheid rente

Het geheel = hoeveel jij hebt geleend.

Je hebt € 450,- geleend om een scooter te kopen. Je betaald in totaal € 13,50 rente. Hoeveel % rente betaal je?

1. 9%
2. 4,5%
3. 3%
4. 2%

Opdrachten

Maak de volgende vragen van 2.3:

39 t/m 42

Je hebt hier 10 min voor.

Opdracht 41

In de vraag staat dat Meikes vader in 84 maanden terugbetaald. Wat als er had gestaan dat Meikes vader in 5 jaar zou terugbetalen. Hoeveel maanden betaald hij dan terug?

Tijd voor het SO. Voordat we verder gaan. Neem nog even 5 min en kijk of je vragen hebt.