Je witte bloedcellen willen wanneer je bijvoorbeeld besmet ben met corona deze ziekteverwekker zo snel mogelijk uitschakelen. Ze kunnen de cellen van het virus herkennen door bepaalde eiwitten. Hoe noemen we die eiwitten?
A
Antistoffen
B
Antigenen
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en 1 video.
Onderdelen in deze les
Je witte bloedcellen willen wanneer je bijvoorbeeld besmet ben met corona deze ziekteverwekker zo snel mogelijk uitschakelen. Ze kunnen de cellen van het virus herkennen door bepaalde eiwitten. Hoe noemen we die eiwitten?
A
Antistoffen
B
Antigenen
Slide 1 - Quizvraag
Er kunnen veel stoffen in ons lichaam terecht komen die daar niet thuishoren. We worden hier gelukkig niet zomaar ziek van. Hoe noemen we de stoffen die niet in ons lichaam thuishoren.
A
ziekmakende stoffen
B
Ziekteverwekkers
C
Lichaamsvreemde stoffen
D
Antigenen
Slide 2 - Quizvraag
Nadat je de 1e keer besmet bent geraakt met het coronavirus wordt er gezegd dat je er de 2e keer niet meer ziek van zal worden. Je bent immuun Hoe kan dat?
A
Doordat er nog steeds antistoffen aanwezig zijn in je bloed. Die dan direct kunnen werken
B
Omdat een bepaalde witte bloedcel onthoud welke antistoffen gemaakt moeten worden tegen een bepaalde antigen
C
Je lichaam weet hoe de ziekteverwekker eruit ziet en zorgt dat hij niet meer je lichaam binnen kan komen.
D
De witte bloedcellen die het virus onschadelijk maken, wachten op de plek waar het virus het lichaam binnenkomt. Hier maken ze het virus direct onschadelijk
Slide 3 - Quizvraag
Deze vreetcel lijkt geen onderscheid te maken tussen verschillende bacteriën. Tot welke vorm van afweer zal deze cel behoren?
A
Algemene
B
Specifieke
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een antigen?
A
Een eiwit dat het lichaam gebruikt voor bescherming tegen ziekteverwekkers
B
een lichaamsvreemd molecuul dat een afweereactie oproept
C
Een binnengedrongen bacterie of virus
D
een lichaamscel die wordt aangevallen door een binnegedrongen micro-organisme
Slide 5 - Quizvraag
Sleep de gegeven voorbeelden naar de juiste vorm van immunisatie
Actieve immuniteit
Passieve immuniteit
zelf antistoffen maken
antistoffen ingespoten krijgen
Vaccin
Serum
Tijdelijk immuun
Blijvend immuun
Ziekten voorkomen
Slide 6 - Sleepvraag
Wat wordt er ingespoten als iemand wordt gevaccineerd?
10
A
Antistoffen
B
Antigenen
C
Antistoffen en antigenen
D
Antibiotica
Slide 7 - Quizvraag
Er kunnen veel stoffen in ons lichaam terecht komen die daar niet thuishoren. We worden hier gelukkig niet zomaar ziek van. Hoe noemen we de stoffen die niet in ons lichaam thuishoren.
A
ziekmakende stoffen
B
Ziekteverwekkers
C
Lichaamsvreemde stoffen
D
Antigenen
Slide 8 - Quizvraag
Deze vreetcel (witte bloedcel )lijkt geen onderscheid te maken tussen verschillende bacteriën. Tot welke vorm van afweer zal deze cel behoren?
A
Algemene
B
Specifieke
Slide 9 - Quizvraag
Leg uit hoe je kan zien dat het hier om actieve immunisatie gaat. De cijfers geven de 1e en 2e blootstelling weer met ziekteverwekker.
Slide 10 - Open vraag
Wat ligt niet in de lederhuid?
A
Vet
B
Bloedvaten
C
Zintuigen
D
Zweetklieren
Slide 11 - Quizvraag
Opperhuid
A
Hoornlaag en lederhuid
B
Hoornlaag en onderhuids bindweefsel
C
Hoornlaag en kiemlaag
D
Hoornlaag en talg
Slide 12 - Quizvraag
In de lederhuid bevinden zich...
A
Haarzakjes, bloedvaten en zenuwen
B
Bloedvaten, zenuwen en talgklieren
C
Zweetklieren, talgklieren en zenuwen
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 13 - Quizvraag
Immuniteit is:
A
Dat een organisme geen last heeft van een ziekteverwekker
B
Dat een organisme geheugencellen aanmaakt tegen een ziekteverwekker
C
Dat een ziekteverwekker een organisme niet in kan komen
Slide 14 - Quizvraag
Wat gebeurt er bij actieve immunisatie?
A
Hierbij krijgt het lichaam antistoffen ingespoten
B
Hierbij krijgt het lichaam verzwakte micro-organismen ingespoten
C
Hierbij moet de persoon besmet raken om de ziekte door te maken
D
Hierbij moet de persoon besmet raken om ziekte te voorkomen
Slide 15 - Quizvraag
Wat behoord tot algemene afweer?
A
Huid en slijmvliezen
B
Huid, slijmvliezen en de maag
C
Huid, slijmvliezen, maag en witte bloedcellen
D
De algemene afweer gebruikt de antistoffen om ziekte verwekkers te binden
Slide 16 - Quizvraag
Worden bij het tot stand komen van actieve immunisatie geheugencellen gevormd? En bij passieve immunisatie?
A
Geen van beide
B
Alleen bij actieve immunisatie
C
Alleen bij passieve immunisatie
D
Bij passieve en actieve immunisatie
Slide 17 - Quizvraag
Je witte bloedcellen willen wanneer je bijvoorbeeld besmet ben met corona deze ziekteverwekker zo snel mogelijk uitschakelen. Ze kunnen de cellen van het virus herkennen door bepaalde eiwitten. Hoe noemen we die eiwitten?