Dementie, delier en depressie..

Dementie, delier en depressie 
(in het kort)
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Dementie, delier en depressie 
(in het kort)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ik graag zou willen weten of vragen over psychogeriatrische aandoeningen is.....

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Veel voorkomende ziekten bij ouderen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef in eigen woorden een definitie van dementie

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dementie?
Combinatie van symptomen (= syndroom) waarbij geleidelijk meerdere geestelijke functies verloren gaan. Niet één ziekte, maar groep ziekten. 

Kernsymptomen zijn:
- Geheugenverlies
- Verlies van oriëntatie, taal, herkenning of vaardigheden.
- Stoornissen in de uitvoerende functies (o.a. planning en organisatie)
- Verandering van gedrag, vaak leidend tot gedragsproblemen


Vaak niet alleen achteruitgang van verstandelijke vermogens, maar ook lichamelijke symptomen.





Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal 2 verschillen tussen beginnende dementie en 'normale' ouderdomsvergeetachtigheid.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

  S
  y
  m
  p
  t
  o
  m
  e
  n 
S
Y
M
P
T
O
M
E
N

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De drie meest voorkomende vormen van dementie zijn Alzheimer, ........ en ........
A
frontotemporale dementie en lewy body dementie
B
korsakov en vasculaire dementie
C
vasculaire dementie en lewy body dementie
D
lewy body dementie en korsakov

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen in symptomen en beloop tussen Alzheimer en Vasculaire dementie
(mag opgezocht worden)
timer
4:00

Slide 13 - Open vraag

Vasc. dem.
- Vaak in begin vooral traagheid (denken, spreken, handelen) en concentratieproblemen; minder geheugenproblemen.
- Acuter begin van dementiesyndroom
- Een sprongsgewijze achteruitgang
- Symptomenverloop onvoorspelbaar, want afhankelijk van de plaats waar de infarcten de hersenen beschadigen
- Vanaf start meestal ook lichamelijke problemen: verlamming, gevoelsverlies, epilepsie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risicofactoren dementie
- Ouderen; leeftijd is de sterkste risicofactor
     Ruim 10% van de mensen boven de 65 jaar heeft dementie; Ruim 20% van de mensen boven 
     de 80 jaar heeft dementie;   Ruim 40% van de mensen boven de 90 jaar heeft dementie.
- Mensen met hart en vaatziekten (Hoge bloeddruk, atherosclerose, type 2 diabetes en roken 
      verhogen zowel de kans op vasculaire dementie, als ook de ziekte van Alzheimer).
- Mensen met het syndroom van Down; Alzheimer komt bij hen vaker voor en gemiddeld ook op jongere leeftijd.
- Mensen met Parkinson (Mogelijk spelen bij beide ziekten gemeenschappelijke processen een rol.)
- (Eerstegraads) familie met dementie; De mate van risicoverhoging hangt o.a. af van type dementie en de leeftijd waarop familielid ging dementeren.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnostiek dementie
De diagnose dementie wordt vooral gesteld op basis van het verhaal van de zorgvrager en zijn/haar naasten en met neurocognitieve testen. Daarnaast worden er soms testen gedaan om andere oorzaken uit te sluiten (bijv. hormonale oorzaken, vitaminetekort, depressie of medicatiegebruik)

Een screenende test die gebruikt kan worden om cognitieve functies te testen is de MMSE. 

Opdracht
- Maak tweetallen (eventueel een drietal) en zoek op internet de MMSE op. 
- Voer de MMSE bij elkaar uit.
- Welke cognitieve functies worden getest?  

Klaar en tijd over?

Zoek dan eens naar de 'kloktekentest'

Slide 16 - Tekstslide

https://www.trimbos.nl/docs/b3337fb5-3b14-4832-a4e8-fc7f69e34825.pdf

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling dementie
Dementie is niet te genezen en de achteruitgang is slechts beperkt te remmen. 

Medicamenteuze behandeling heeft ook nadelen (daarover later meer). 

Niet-medicamenteus kunnen bepaalde interventies de achteruitgang mogelijk remmen, het functioneren mogelijk (tijdelijk) verbeteren en/of de kwaliteit van leven verbeteren.
- beweging                                      - gezonde voeding                                          - voldoende slaap
- hersenen actief houden (puzzelen, foto's kijken, dammen)                   - sociale contacten                 - logopedie                                       - ergotherapie                                                 - psycholoog

Slide 18 - Tekstslide

(bijv. puzzelen, foto's kijken of dammen)
Medicamenteuze
behandeling (?)

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Medicatie
In Nederland zijn voor het behandelen van de ziekte van Alzheimer, Parkinson dementie en Lewy body dementie vier medicijnen beschikbaar:
- Donepezil
- Rivastigmine
- Galantamine
- Memantine



Opdracht

Kies één van deze medicijnen en zoek op wat de voordelen en nadelen van dit middel zijn (bij wie werkzaam, wat is de werking, bijwerkingen etc). 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef in eigen woorden een definitie van delier.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Delier
Acute verwardheid door een lichamelijke oorzaak, met verminderd bewustzijn.

Symptomen: 
- verminderd besef van de omgeving                                - onrustig of juist apathisch zijn
- zich niet goed kunnen concentreren of                        - snelle en onvoorspelbare      
   de aandacht naar iets anders verplaatsen                      stemmingswisselingen hebben
- onlogisch en onsamenhangend denken                       - verstoord slaap-waakritme
- onsamenhangend spreken, of nauwelijks of niet      - bekenden niet meer herkennen 
    meer praten                                                                                -  dingen zien die er niet zijn (hallucinaties)
- wisselende geheugenstoornissen
- gedesoriënteerd zijn, niet weten welke dag het is of waar men is
                                         



 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

2.50-3.35
10.10-12.30
14.20-15.40
Uitlokkende factoren
- Infectie (vooral een urineweginfectie en pneumonie)
- Medicatie, medicatiewijziging of -onttrekking, polyfarmacie
- Acuut trauma, met name een fractuur;
- Urineretentie
- Hartinfarct, hartritmestoornissen
- Endocriene dysfunctie; ontregelde suikerziekte, slecht werkende schildklier
- Benauwdheid, COPD
- CVA
- Ondervoeding (mn tekort aan vitamine B1, B12 of foliumzuur)
- Plotseling stoppen van langdurig alcoholgebruik (delirium tremens)
- Operatie/ nacrose 

Slide 24 - Tekstslide

(na een collumoperatie krijgt meer dan 30% van de patiënten een delier)
Verschillende vormen
Onrustig / hyperactief delier: Meestal gekarakteriseerd door agitatie, desoriëntatie, bewustzijnsdaling, wanen en hallucinaties die bizar en angstaanjagend kunnen zijn.
Verzorging/ verpleging wordt als moeilijk ervaren.

Apathisch / hypoactief delier: hierbij staat bewustzijnsdaling op de voorgrond.
Een apathisch-delirante patiënt wordt doorgaans als een gemakkelijke patiënt ervaren; het beeld wordt vaak pas laat of niet als delier herkend.

Mengvorm: Hierbij wisselen onrustige en apathische perioden elkaar af. Dit is bij ouderen de meest voorkomende vorm.


Slide 25 - Tekstslide

(na een collumoperatie krijgt meer dan 30% van de patiënten een delier)

Slide 26 - Video

12.40-20.15

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Depressie
Stemmingsstoornis, waarbij langdurige somberheid en/ of gebrek aan enige plezierbeleving, voor de duur van minimaal 2 weken, zonder andere aanwijsbare oorzaak.


Depressie is meest voorkomende psychische klacht bij mensen tussen de 65-80 jaar.
4-5% van de ouderen en 11% v/d verpleeghuisbewoners voldoet aan de criteria voor (milde) depressie.




Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt een depressie bij ouderen minder snel herkend dan bij jongeren?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Depressie
Depressie bij ouderen wordt vaak niet onderkent.
- Gedrag wordt geweten aan dementie/ vergeetachtigheid/ verwardheid, klaaggedrag, somatiek, rouw of eenzaamheid.
- Beeldvorming: ouder worden en somberheid worden nogal eens in één adem genoemd (‘het hoort bij de leeftijd’).

Ouderen uiten depressie-klachten vaak lichamelijk (kwaaltjes).


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen/ opmerkingen?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies