Rekenen 4T

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

Moeilijke onderwerpen /
onderdelen

Rekenen

Planning

- Oefenen

Van inkoopprijs tot consumentenprijs

Inkoopprijs + brutowinstmarge = verkoopprijs

verkoopprijs + btw

= consumentenprijs

De inkoopprijs van een laptop is € 600,-
De brutowinstmarge is 60% van de inkoopprijs.


Verkoopprijs wordt dan:

1. € 360,-
2. € 660,-
3. € 960,-
4. € 900-

Van verkoopprijs naar consumentenprijs

De verkoopprijs van een jas is € 125,00.

De btw is 21%.

De consumentenprijs (wat betaal je in de winkel):

€125,00 : 100 x 21 en dat tel je bij de €125,00 op OF €125,00 : 100 x 121

€ 125,00 : 100 x 121 =  € 151,25

De verkoopprijs voor een auto is
€ 19.834,71. Het btw-tarief is 21%. Wat is de consumentenprijs?

1. € 23.999,99
2. € 16.392,32
3. € 24.000,00
4. € 21.619,83

Uitwerking: 

19.834,71 x 1,21 = 24.000 euro

Met deze vraag wordt gecontroleerd of de leerling begrijpt dat de consumentenprijs berekend wordt door 21% btw toe te voegen.

Er wordt getoetst of de leerling in staat is om een uitkomst correct af te ronden. 

Terugrekenen van consumentenprijs naar verkoopprijs

De consumentenprijs van een product is € 159,95.

De btw is 21%.

De verkoopprijs:

€ 159,95 : 121 x 100 = € 132,19

Consumentenprijs is € 105. BTW is 21%
Hoe bereken je de verkoopprijs ?

1. 105 : 121 x 100
2. 105 : 100 x 21
3. 105: 21 x 100
4. 105: 100 x 121

Berekening kostprijs per product

​(aantal.producten)​​(vaste.kosten+variabele.kosten)​​

Van omzet naar nettoresultaat

-Afzet:  aantal verkochte producten

-Omzet:  geld dat binnenkomt uit de verkoop (EXCLUSIEF BTW)

WINSTBEREKENING:

Afzet  x verkoopprijs  =                                                                         Omzet

Afzet x inkoopprijs  =                                                                             Inkoopwaarde -

                                                                                                                          BRUTORESULTAAT

(huurpand, elektriciteit, personeelskosten) =                        Bedrijfskosten -

                                                                                                                         NETTORESULTAAT

                                                            

Wat is het nettoresultaat?

1. 21.000 euro winst
2. 39.000 euro winst
3. 21.000 euro verlies
4. 39.000 euro verlies

Ken je alle formules nog?

AFZET

VERKOOPPRIJS = 

OMZET - 

= BRUTOWINST

BRUTOWINST - 

= NETTORESULTAAT

X

OMZET

INKOOPWAARDE

BEDRIJFSKOSTEN

Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid?

11. Wat is de omzet bij de evenwichtsprijs ?

1. 30
2. 600
3. 18.000
4. 70.000

Procenten van een getal. Als het %-teken erbij staat.

Bedrag : 100 x percentage

Als je een kleiner deel van een groter geheel wilt weten.

Deel : Geheel x 100 =

Als er meerdere tijden genoemd worden.

(Nieuw – Oud) : Oud x 100 =

percentage [ : 100 x ] getal

                        OF

 getal            [ : 100 x ]   percentage

   

 

          deel : geheel x 100

 

       (nieuw-oud) : oud x 100

Rekenen met procenten --> drie formules

1

2

3

VAN

10) Hoeveel procent is met tonijn?

1. 80%
2. 85%
3. 95%
4. 90%

Bereken 75% van 500

1. 375
2. 400
3. 425
4. 370

Een spijkerbroek is verlaagd in prijs van €85,- naar €65,-
Hoeveel procent is de prijs veranderd?

1. 25%
2. -24%
3. 23,53%
4. -23,5%

Een gedeelte van een totaal in procenten uitrekenen

Wanneer het totaal (100%) niet bekend is

Een percentage van een getal uitrekenen

Een verschil in procenten uitrekenen

Aantal : 100 x percentage

Kommagetal x aantal

Gevraagde aantal / geheel

x 100% 

(Nieuw-oud) / oud x 100%

Met een verhoudingstabel

Er zijn 480 katten aanwezig in de opvang. Hoeveel dieren zijn er in totaal?

1. 1090
2. 1390
3. 1000
4. 990

Er zijn 220 honden aanwezig in de opvang. Hoeveel knaagdieren zijn er ?

1. 110
2. 130
3. 120
4. 125

Levi heeft het hele jaar € 96.000,- op zijn spaarrekening staan. aan het eind van het jaar ontvangt hij € 576,- aan rente. Bereken het rentepercentage

1. 6,6%
2. 0,6%
3. 0,006%
4. 6%

Formules:

Importquote = Totale invoerwaarde : Nationaal inkomen x 100 

Exportquote = Totale uitvoerwaarde : Nationaal inkomen x 100

Antwoord is ALTIJD een percentage 

Hoe kun je dit bereken?

Exportwaarde: nationale inkomen x 100%= exportquote.

Importwaarde: nationale inkomen x 100%= importquote.

Het nationaal inkomen van een land is € 815 miljard. De importwaarde is € 513 miljard. Bereken de importquote.

Het nationaal inkomen van een land is € 785 miljard. De importwaarde is € 456 miljard. Bereken de importquote.

Het nationaal inkomen van een land is € 785 miljard. De importwaarde is € 456 miljard. Bereken de importquote.

reëel inkomen

voorbeeld uit je boek blz 19

je nominale inkomen stijgt met 5% en er is een inflatie van 3% = dan ga je er 2% op vooruit met de koopkracht(inflatie is lager dan de stijging) 

berekening=

nominale % - inflatie% = reëel verandering%

De lonen stijgen met 1,2% en de inflatie is 3,5%. Met hoeveel procent verandert de koopkracht?

1. 2,3%
2. -2,3%
3. 2,2
4. -2,2

Indexcijfers

Berekeningen indexcijfers:

Indexcijfer berekenen?

• (getal van nieuw jaar : getal van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

• Wat is indexcijfer van 2015 en 2016?

procentuele verandering van de indexcijfers

Bereken de procentuele verandering van 2017 t.o.v. 2016 op deze manier