Open alvast je boek op blz. 212-213. Log alvast in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld).
§4: Aanwijzend en vragend voornaamwoord
Voordat we beginnen:
WELKOM 2HA
GRAMMATICA
WOORDSOORTEN
timer
2:00
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Open alvast je boek op blz. 212-213. Log alvast in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld).
§4: Aanwijzend en vragend voornaamwoord
Voordat we beginnen:
WELKOM 2HA
GRAMMATICA
WOORDSOORTEN
timer
2:00
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 5 - Grammatica
1. Introductie grammatica woordsoorten.
2. Lesdoelen.
3. Planning komende tijd.
4. De basis herhalen (leerjaar 1).
5. §4: Aanwijzend en vragend voornaamwoord.
6. Zelfstandig aan het werk.
7. Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Je kunt benoemen welke zinsdelen uit leerjaar 1 je nog lastig vindt.
Je kunt onderscheid maken tussen persoonlijke, bezittelijke, aanwijzende en vragende voornaamwoorden.
Lesdoelen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Grammatica woordsoorten
Zinnen bestaan uit woorden. Die woorden kun je indelen in soorten. Je kunt van elk woord in een zin bepalen bij welke woordsoort het hoort. Zo ontdek je hoe een taal is opgebouwd.
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon, dier of ding:
Wij gaan een weekendje weg.
Onze kat slaapt overdag, omdat hij 's nachts buiten rondloopt.
Ik heb je bericht ontvangen, maar ik heb het nog niet gelezen.
Slide 7 - Tekstslide
Bezittelijk voornaamwoord
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. Het staat altijd voor het zn waar het bij hoort.
Jullie tuin.
Mijn telefoon.
Jouw huis.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Zag je dat onze hond mij zijn riem kwam brengen?
Sleep de persoonlijk voornaamwoorden naar het vakje.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Zag
je
onze
mij
hond
Slide 10 - Sleepvraag
Noteer de persoonlijke voornaamwoorden uit onderstaande zin: 'Deze seizoenkaart geeft ons toegang tot alle thuiswedstrijden van dit seizoen.'
Slide 11 - Open vraag
Noteer de bezittelijk voornaamwoorden uit onderstaande zin: 'Deze seizoenkaart geeft ons toegang alle thuiswedstrijden van dit seizoen.'
Slide 12 - Open vraag
Aanwijzend
Bekijk de zin: Deze rugzak vind ik veel handiger dan dat koffertje.
In deze zin zijn Deze en dat aanwijzende voornaamwoorden. Een aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw) wijst meestal een mens, een dier of een ding aan: deze jongen, dat varken, die jurk. Dit zijn de aanwijzende voornaamwoorden: