Taak 5 Het weer en het klimaat

Het weer en het klimaat
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het weer en het klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je kennen en kunnen?
  •  Je kent het verschil tussen het weer en het klimaat.
  •  Je kunt vertellen welke factoren het klimaat bepalen.
  • Je kunt aanwijzen waar de Noord- en Zuidpool en de evenaar zijn.
  • Je kunt een lijngrafiek en een staafdiagram lezen en tekenen.
  • Topografie van Nederland

Slide 2 - Tekstslide


Wat betekent dit symbool?
A
Hagel
B
Onweer
C
Regen
D
Mist

Slide 3 - Quizvraag

Wat is neerslag?

Slide 4 - Open vraag

Het weerbericht is elke dag hetzelfde:
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quizvraag

Welke onderwerpen worden er in een 'weerbericht' besproken:

Slide 6 - Open vraag

Verschillende klimaten

Slide 7 - Tekstslide

Je moet gaan zoeken in de atlas naar een kaart over het weer in Europa. Waar ga je zoeken?
A
Namenregister
B
Zaakregister
C
Landenregister
D
Bladwijzers

Slide 8 - Quizvraag

Marokko
Nederland
Wat hoort bij welk land?
Hoge temperatuur
Meer wind 
Meer bewolking
Minder neerslag

Slide 9 - Sleepvraag

Klimaat
Het weer in Nederland is heel anders dan in Marokko.  Daar schijnt de zon vaker en valt er minder neerslag.
Als je kijkt naar het gemiddelde weer dan praat je over klimaat.
Klimaat gaat over een lange tijd en een groot gebied.

Slide 10 - Tekstslide

Het klimaat wordt bekeken over een lange periode. Hoe lang duurt die periode minimaal?
A
10 jaar
B
15 jaar
C
30 jaar
D
100 jaar

Slide 11 - Quizvraag

Uitspraken over het weer en klimaat

Goed of fout?

Slide 12 - Tekstslide

Het weer verandert elke dag.
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quizvraag

Het klimaat verandert elke dag.
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quizvraag

Nederland heeft een gematigd zeeklimaat.
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quizvraag

Vandaag is het klimaat zonnig.
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quizvraag

Wat heeft invloed op het klimaat?

Slide 17 - Tekstslide

Warm
Koud
Dichtbij de evenaar
ver weg van de evenaar
Bovenop de berg
Onderaan de berg

Slide 18 - Sleepvraag

Zuidpool
Noordpool
Evenaar

Slide 19 - Sleepvraag

Waarvan hangt het klimaat af?
De aarde is te verdelen in twee delen; noord en zuid. De grens ertussen noem je de evenaar.
Het klimaat wordt beïnvloed door:
  •  de afstand tot de evenaar.
  •  de afstand tot de Noord - of Zuidpool.
  • de hoogte van een gebied.
  • de afstand tot de zee.

Slide 20 - Tekstslide

Droog klimaat
Tropisch klimaat
Gematigd klimaat

Slide 21 - Sleepvraag

Klimaatgebied in een grafiek
klimaatgrafiek geeft de neerslag en temperatuur weer. Elke klimaat heeft een eigen grafiek.

Blauwe staven: geeft neerslag per maand in mm aan.

Rode lijn: geeft temperatuur per maand in graden celsius aan.

Tropisch klimaat
  • veel neerslag
  • warm
Droog klimaat
  • warm
  • geen neerslag
Koud klimaat
  • koud
  • beetje neerslag
Zeeklimaat
  • gematigde temperatuur
  • elke maand neerslag

Slide 22 - Tekstslide

Nederland heeft een gematigd zeeklimaat, leg uit welk effect de zee heeft op ons klimaat.


Slide 23 - Open vraag

De topografie van Nederland

Slide 24 - Tekstslide

Hieronder zie je een kaart van Nederland met de 12 provincies zoals ze nu zijn. Sleep de namen van de provincies naar de juiste plek .
Drenthe
Groningen
Noord Holland
Flevoland
Utrecht
Limburg
Overijssel
Zeeland
Friesland
Noord Brabant
Gelderland
Zuid Holland

Slide 25 - Sleepvraag

Hoofdsteden van Nederland

Haarlem

Middelburg

Zwolle

Groningen

Arnhem

Leeuwarden

Lelystad

's Hertogenbosch

Den Haag

Maastricht

Assen

Utrecht

Slide 26 - Sleepvraag

Leg uit: wat is het verschil tussen het weer en het klimaat

Slide 27 - Open vraag

Begrippen
  • Evenaar: denkbeeldige cirkel om het midden van de aarde.
  • Grafiek: Tekening waarin je in een keer de betekenis van veel getallen kunt zien.
  • Klimaat: het gemiddelde weer van een groot gebied gemeten over dertig jaar.
  • Weer: De toestand van de lucht(temperatuur, neerslag, zonneschijn en wind) op een bepaald moment op een bepaalde plaats.

Slide 28 - Tekstslide